Home » Archief » AVN maakt eigen visie voor Haags Binnenduinbos

AVN maakt eigen visie voor Haags Binnenduinbos

Geplaatst op
De ontwikkeling van het Internationale Park voor de Vrede, zoals de gemeentelijke planontwikkelaars de groengebieden rond de Scheveningse Bosjes noemen, baren natuurliefhebbers grote zorgen. Wat wil Den Haag met het gebied? Blijft de tot op heden zo kenmerkende rust gespaard of wordt het groen straks gebruikt als decor voor meer culturele activiteiten? (De visie is HIER te koop)

Om als Haagse natuurbescherming een spreekwoordelijke partij te kunnen meeblazen in de Haagse fanfare, heeft de AVN besloten om een eigen visie voor het gebied te schrijven. Daarvoor moesten de acht deelgebieden eerst eens goed in kaart worden gebracht. Wat zijn de kenmerken van elk van deze ‘parken’. En vooral, welke historie schuilt er achter elk gebied.

Het oude landschap
We hoeven niet eens zo erg ver in de geschiedenis terug te gaan om  te weten dat deze Haagse groengebieden oorspronkelijk wilde duinen waren. Op de kaart van Nicolaas en Jacobus Cruquius  uit 1712 ligt het gehele gebied nog min of meer  braak. De ontginning is al wel in aantocht.  Zorgvliet is reeds aangelegd en als eerste verharde straatweg in Nederland zien we de Scheveningseweg  in een kaarsrechte lijn tussen Die Haghe en Schevelinge liggen. De rest is nog Wildernisse, die overigens wel her en der als gebruiksland dienst deed.  Kris kras lagen paardenweitjes, hooiveldjes, hakhoutbosjes (de Oude en Jonge Rijs) of velden  waar de netten werden geboet. Vanaf de eerste helft van de negentiende eeuw zien we op de kaarten de menselijke invloed in het landschap groeien. In die eeuw worden een kanaal, enkele wegen en drie railverbindingen aangelegd waarna de ontsluiting van de duinen in een stroomversnelling terecht komt. Villawijken als het Van Stolkpark en het Belgisch Park verrijzen op de rand van Scheveningen.  Op sommige plekken wordt zand afgegraven om verderop in de stad te gebruiken voor de aanleg van wegen.

Paraboolduin
Die oude kaarten geven echter geen goed inzicht in de hoogteverschillen van het landschap. De schijnbaar willekeurige ontwikkeling van de groengebieden krijgt  veel meer betekenis als we de huidige digitale hoogtekaart raadplegen.  Op de interactieve kaart van het AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland) gaat het ‘platte’ duinlandschap opeens leven. De rode kleuren brengen zelfs een oud stuifduin in beeld dat door geografen paraboolduin wordt genoemd.  De halve cirkel van hoge toppen loopt van het Belvedèreduin naar het Parasolduin in de Nieuwe Scheveningse Bosjes. Het was ooit een groot dynamisch stuifduin waarvan de wind de toppen alweer had gekerfd.  Onze 19e eeuwse voorouders hebben slim gebruik gemaakt van die inkervingen, want juist op die plaatsen is de halve cirkel doorsneden met wegen en kanalen.   De sprang van de Waterpartij, het kanaal naar Scheveningen en de Badhuisweg liggen precies op de kerfplekken. De nieuwe Parklaan ligt hoog, maar loopt wel met de glooiing mee.  De wind blies het duinzand tegen de helling op. In het westen ontstond daardoor een windkuil die tot op het grondwater werd uitgeblazen. Daar ligt tegenwoordig het laaggelegen Westbroekpark. Het duin dat in de luwte achter de paraboolcirkel lag was zacht glooiend, pas op enige afstand kreeg de wind weer invloed op het duinzand en ontstond er weer opstuwing. Dat zien we terug bij het Hubertusduin. De huidige groengebied hebben dus de karakteristiek van een binnenduinbos. De bomen zijn weliswaar aangeplant, maar uitgezonderd het gazon van de Waterpartij en het Westbroekpark is er in de gezamenlijke Bosjes geen sprake van een parkaanleg en wordt er ook niet intensief beheerd. 

Zorg om habitatwaarde
Voor het maken van de visie is er ook gekeken naar de habitatwaarde van de groengebieden. Daarvoor is gebruik gemaakt van de broedvogel-monitorings-gegevens die de Haagse Vogelbescherming de afgelopen 25 jaar heeft verzameld.
Met  enige bezorgdheid kan worden vastgesteld dat er al sinds 2003 een verschuiving optreedt in de aantallen storingsgevoelige vogels zoals de nachtegaal en de bosuil.   Werden er in de Scheveningse Bosjes in 1992 nog 10 broedgevallen geteld van de nachtegaal, in 2010 waren het er nog maar 2.  In de Nieuwe Scheveningse Bosjes zakte de soort zelfs van 6 naar nul en in het Hubertusduin van 5 naar 1. Ook de bosuil verdween als broedvogel uit de laatste twee gebieden.
Verstoringsgevoelige vogels kunnen als kensoort dienen om een beeld te geven van de algehele natuurwaarde van een gebied. Nu blijkt dat er al een neerwaartse trend gaande is, willen we er voor waken dat er niet nog meer verstoring in deze stedelijke natuur gaat optreden.

Advies
De AVN  adviseert dan ook om de groengebieden niet te gebruiken voor grootschalige internationale evenementen. Willen we dit binnenduinbos promoten, dan zijn er  voldoende mogelijkheden voor verbetering van de individuele beleving. Maak daarbij gebruik van de hoogteverschillen. Herstel van uitkijkpunten en zichtlijnen zal het karakter van het gebied ten goede komen. Zet routes uit via digitale markeringen, daarbij kan ook historische informatie worden toegevoegd. Pas het groenbeheer aan en probeer de barrières te slechten. De Teldersweg, het kanaal naar Scheveningen en de Van Alkemadelaan snijden dit binnenduingebied immers in stukjes. Herstel van de ecologische verbindingen heeft daarom hoge prioriteit.