Home » Het Litoraal, Haags natuurreservaat

Het Litoraal, Haags natuurreservaat

Tijdens de realisatie van de Sytwendetunnel in 2001, kwam er een voedselrijk (zandige klei) grondoverschot vrij. Een goedkope oplossing was om deze schone grond te transporteren naar een plek in de directe omgeving. Ophogen van de natte veenweide achter het huidige automobielmuseum in Reigersbergen leek een goede mogelijkheid. Daarmee werd de agrarische kwaliteit van het weiland sterk verbeterd. Jammer was wel dat de ecologische waarde van het weiland degradeerde omdat de originele venige bodemstructuur aan de oppervlakte verdween. En er werd een doodlopende dwarssloot met goede waterkwaliteit gedempt.

Door: Frederik Hoogerhoud

 

Een ecoloog en inwoner uit de wijk Mariahoeve waarschuwde de gemeente dat deze sloot vanwege bijzondere kenmerken als kraamkamer functioneerde voor het groenekikkercomplex. Hij protesteerde tegen de demping. Ook het Hoogheemraadschap van Delfland had bezwaren. Het is verboden om zomaar een watergang te dempen. De beheerders van stadsdeel Haagse Hout moesten zorgen voor compensatie. In de winter van 2005/2006 werd dan ook een deel van de aangrenzende paardenwei vergraven en ontstond er een nieuw nat natuurgebiedje.

 

Compensatie
De opzet van deze compensatie was allereerst om het groenekikkercomplex een nieuwe kans te geven. Omdat er ook extra waterberging nodig was, werd de plas flink groter gemaakt dan de oorspronkelijke sloot. In een strook van 3000 m2 werd een derde uitgegraven tot vijver waarin aan de rand zes eilandjes werden uitgespaard. De rest bleef weiland met enkele zwarte elzen en ruwe berken. Als kraamkamer voor amfibieën werden korte doodlopende oeverinsnijdingen gegraven. De vijver werd aangelegd met een langzaam aflopende oever en in het midden een kom van twee meter diepte. Er had zich een groep vrijwilligers gemeld die dit landschap wilden gaan beheren en inventariseren. In de wandeling werd het gebiedje ‘Het Litoraal’ genoemd.

 

Beheerstrijd tegen de successie
Het in aanvang kale terrein kwam echter al snel vol pioniervegetatie te staan. In de volgende jaren gevolgd door opslag van els, berk en wilg. Met deze snelgroeiende bomen kwam de natuurlijke successie naar een boslandschap op gang. Om een bepaald gewenst landschap in stand te houden moet er gesnoeid en gemaaid worden. Dit beheer bleek te zwaar voor de toenmalige vrijwilligers en binnen enkele jaren ontstond er toch een jong elzenbos langs de randen van de nieuwe vijver. De inventarisatie uit 2007 van het toen nog open landschap met pioniervegetatie leverde 400 indicatiesoorten op. Toen er in de daaropvolgende jaren niet meer beheerd werd, rukte het elzenbos op en vulden de slootjes zich met blad. Bovendien werd het opgehoogde weiland vaker bemest hetgeen de waterkwaliteit niet ten goede kwam. De variatie aan flora en fauna kelderde enorm. Er moest dringend iets gebeuren.
In 2016 zag de Haagse Vogelbescherming (HVB) potentie om het bosje in te richten als vogelrustgebied. Het toenmalig bestuur wist de Dienst Stadsbeheer te overtuigen van de win-win situatie als de HVB dit gebied zou gaan beheren. Maar er moest wel eerst een grote onderhoudsbeurt plaatsvinden. Winter 2016/’17 voerde de gemeente een flinke dunning uit. Van de gekapte elzenstammetjes en takken werd een ril aangelegd met een totale lengte van 115 meter. Voor het bruggetje werd een toegangshek geplaatst. De aangestelde beheerders van de Haagse vogelbescherming plantten nieuwe lage struiken en snoeiden een deel van het bos uit. Het beheer is er voorlopig op gericht om het landschapstype half bos/ half open in stand te houden.

 

Een faunareservaat
Na uitbaggeren van de sloten stroomt het water nu weer door en de dunning van elzen geeft meer licht op de bosbodem. Stinzenplanten bloeien er in het voorjaar. Oude en nieuwe heesters worden gesnoeid om vogels een goede broedplaats te bieden. De overdadig bloeiende reuzenbalsemien dient in de zomer als nectarbron voor wilde bijen, zweefvliegen en hommels en ook vlinders weten de vele bloemen te waarderen.

De bruine kikker is door het hele gebied in allerlei stadia en kleuren te zien. Maar de groene kikker blijkt helaas verdwenen. Daarvoor is de waterkwaliteit nog te onstabiel. Maar andere amfibieën als rugstreeppad, gewone pad en watersalamander worden af en toe wel waargenomen. Bij zonnig weer gonzen er zes verschillende soorten waterjuffers en acht echte libellen langs de oevers. Ook voor vogels is het paradijs bijna compleet met de achttien soorten die er succesvol broeden op een oppervlakte van slechts 3000 m2 waarvan een derde water is. Jaarrond werden in 2017 in totaal 54 vogelsoorten waargenomen. Ook maken acht verschillende zoogdieren gebruik van het gebied, uiteenlopend van vos tot dwergmuis.

 

Toekomst
Maar er moet nog meer licht in het bos komen. Aankomende winter worden nog een aantal grote elzen verwijderd. Op de eilandjes worden ze ‘op stobbe gezet’. Het beheerplan heeft als uitgangspunt om een zo groot mogelijke biodiversiteit te bereiken met speciale aandacht voor amfibieën. Maar omdat het een vogelrustgebied is, worden de vogels bevoordeeld door het creëren van broedgelegenheid en extra foerageerfaciliteiten. Dat geeft levendige taferelen bij de voedersilo.