Essenkap in Haagse Bos veel te voorbarig
Bas Steenks, Joost Gieskes en ornitholoog Frederik Hoogerhoud zijn goed bekend met het ziekteverschijnsel en hoe daarmee om te gaan. Aangezien de ziekte niet duidelijk werd aangetroffen, hebben zij SBB verzocht om niet te kappen. Voorjaar 2018 zijn zij nogmaals op onderzoek uit gegaan in het Haagse Bos. Opnieuw werd er geen aantoonbare essentaksterfte waargenomen. En opnieuw is dit doorgegeven aan SBB, inclusief informatie van de universiteit Wageningen, waarin het advies om bij constatering van de ziekte terughoudend te werk te gaan en alleen werkelijk aangetaste bomen te kappen.
Niettemin lijken de beheerders van SBB door te willen zetten met hun voornemen tot preventieve kap. Hierbij zouden alle exemplaren binnen 15 tot 30 meter van de paden gekapt moeten worden. Dat betekent dat veel prachtige volwassen essenbomen met brede kronen voorgoed zullen verdwijnen. De AVN vindt dat onverantwoord en onaanvaardbaar, het principe van terughoudendheid moet voorop staan. “Je moet bedenken dat oudere essen zoals in het Haagse Bos in het algemeen minder vatbaar zijn voor de ziekte. Bovendien is er in de naaste omgeving nog geen enkele besmettingshaard waargenomen. We hebben er alle begrip voor dat bij periodieke dunning extra aandacht uitgaat naar slechte of dode essen, maar dat is iets fundamenteel anders dan vrijwel alle essen op voorhand kappen omdat die zogenaamd ziek zouden zijn of misschien ziek zouden kunnen worden”.