4: Het Belvedèreduin
De eerste duintop die we beklimmen is meteen ook de hoogste van de vijf. Maar met zijn 21 meter behoort deze oude top van het Haagse paraboolduin tot de middenmoot van de Hollandse duintoppen. Desondanks is het een aardig klimmetje vanaf de Haringkade over het graspad omhoog naar de Belvedèreweg en dan het voetpad naar de top. De naam Belvedère zegt al genoeg over de functie van dit duin. Het was vroeger een mooi uitkijkpunt. Op de top stond een houten toren die uitzicht bood over de dennenbomen.
Die mogelijkheid is er nu niet meer. De toren is lang geleden afgebrand en de meer dan honderdjarige dennenbomen reiken 8 meter de lucht in. Te hoog om nog van enig uitzicht te genieten.
Zou het daarom niet een aardig idee zijn om opnieuw een uitkijktoren te plaatsen? Dit keer van brandvrij materiaal en vandaalbestendig? Boven heb je een uniek panorama naar Den Haag en Scheveningen. Tot het zover is, zullen we ons moeten behelpen op een lager niveau. Maar ook dat is interessant, want dit duin toont nog wel wat geschiedenis.
Het Belvedèreduin heeft lang tot De Wildernisse behoord. Pas toen de villawijk Van Stolkpark in 1880 werd aangelegd werd dit duin als recreatiegebied ontsloten en ingericht. De dennenaanplant dateert uit die periode. Bijzonder is dat ze er nog staan, want tijdens de Tweede Wereldoorlog is er veel bos uit Den Haag verdwenen. Het Belvedèreduin was Sperrgebiet en daardoor niet bereikbaar. De bezetter heeft wel een bunker ingegraven, die nu nog steeds zichtbaar is op het moment dat de honden een flinke kuil graven.
Toch is er ook nog een oudere cultuur zichtbaar in dit groengebied. Aan de onderrand van het duin treffen we eikenhakhout dat mogelijk meer dan 300 jaar oud is. Tot 1880 is er in het duingebied op veel plaatsen hakhout geëxploiteerd. Het hout deed dienst als brandhout, het loof als veevoer, de takken gingen naar de bakkersovens en de schors (eek) werd gebruikt in de leerlooierijen omdat het veel looizuur bevat. Eikenhakhout werd elke 10 tot 12 jaar afgezet. Het bleven dan ook lage struikbomen totdat ze niet meer werden afgezaagd. De laatste 130 jaar zijn de stammen uitgegroeid tot grillige bomen, vaak met meerdere stammen uit een wortelgestel. Dat worden eikenstoven genoemd.