Home » nieuwsbrieven » Nieuwsbrief september 2025 » Over de Omgevingsvisie van Leidschendam-Voorburg

Over de Omgevingsvisie van Leidschendam-Voorburg

Tijdens de raadsvergadering van 9 september in Leidschendam-Voorburg lieten de AVN en Stichting Duurzaam Leidschendam-Voorburg hun zorgen horen over de ontwerp Omgevingsvisie.

Leidschendam-Voorburg profileert zich als groene woongemeente, maar de cijfers vertellen een ander verhaal. Volgens ons is extra inzet daarom noodzakelijk om een gezonde leefomgeving te behouden.

In de ontwerp=Omgevingsvisie zijn stevige doelen opgenomen: de 3-30-300-norm voor bomen en parken (die houdt in dat je vanuit elke woning drie bomen kunt zien, dertig procent van de buurt boomschaduw heeft en er binnen driehonderd meter een park bereikbaar is), tien procent meer biodiversiteit, vijftig procent meer stadsnatuur, vergroening van de openbare ruimte en versterking van de hoofdgroenstructuur. Dat klinkt ambitieus, en volgens de AVN en SDLV is er tijdens het participatietraject goed geluisterd naar maatschappelijke organisaties. De vraag is alleen of die ambities ook waargemaakt worden, nu er tegelijkertijd duizenden nieuwe woningen gepland staan.

Bij bouwlocaties als Klein Plaspoelpolder en Overgoo dreigt het groen de verliezer te worden. Er komen 4000 tot 6000 woningen bij, maar zonder nieuwe parken of groene ruimte. Ook bij de locaties Fugro en Van Ruysdaellaan gaat woningbouw ten koste van de hoofdgroenstructuur, terwijl die juist beschermd en versterkt zou moeten worden. Bovendien heeft het landelijk gebied, zoals Vlietland en de weilanden bij Duivenvoorde, volgens de AVN een dubbele functie waarin natuur net zo belangrijk is als recreatie of landbouw.

Kortom: leg groennormen ook vast in het nu volgende Omgevingsplan en in afspraken met projectontwikkelaars, toets elk bouwplan vooraf aan de 3-30-300 norm en zorg zo nodig voor compensatie. Ook moet de woningbouwopgave regelmatig worden heroverwogen en mag de groenstructuur niet zomaar worden opgeofferd voor bouwlocaties. Alleen zo kan de gemeente ervoor zorgen dat er in 2050 niet alleen genoeg woningen zijn, maar ook een prettige en groene leefomgeving behouden blijft. Pas zo mogelijk het ‘bomen eerst’ principe toe, dat wil zeggen: kijk wat er aan waardevolle bomen en natuur is en plan daaromheen.