Nachtbrakers
Eric Wisse. Foto Sjoerd Groos
Tijdens het zogenoemde ‘vlinderen’, waarbij nachtvlinders met licht op een laken worden gelokt, kom je soms ook kevers tegen. Dat is geen toeval, vaak betreft het soorten die in de nacht rondlopen en -vliegen op zoek naar voedsel. Of naar elkaar, om te paren. Dit roept allerlei vragen op, die je pas na onderzoek kunt beantwoorden.
Keversafari
Om als mens onze activiteiten niet te hoeven staken zodra de schemering intreedt, gebruiken we allerhande soorten verlichting. In huis, op straat, in kassen, op sportterreinen. In onze Randstad betekent dat overigens dat broed- en trekvogels en zeker ook nachtvlinders sterk worden verstoord. Die verlichtingszone reikt best ver, tot in natuurgebieden. Maar omdat het er toch te donker is voor onze ogen om in die gebieden rond te speuren, ontkom je niet aan wat hulp. Hier kun je in plaats van een zaklantaarn het beste een headlight gebruiken, een lampje op je hoofd, ook wel mijnwerkerslamp genoemd.
Voordat je op pad gaat, op zoek naar een bepaald dier, is het altijd handig om eerst te kijken wat je in publicaties kunt terugvinden over hun leefgebied en gewoonten. Ook tips van andere natuurvorsers helpen, om gericht te kunnen zoeken. Zo bleek het de moeite waard eens te gaan speuren op het duingraslandje aan de De Savornin Lohmanlaan.
Begin september gingen we met een natuurvorser op pad. Tot onze verbazing wemelde het er van de gele glimmers (Amara fulva). Dat betekent dus dat deze loopkevers hier overdag verborgen zitten te dutten. Ze moeten dan ook wat zonne-energie opslaan, want hoe kunnen ze zich anders voortbewegen in de nachtelijke koelte? Alle kevers die je in het donker aantreft bewegen zich sowieso een stuk trager dan hun dagactieve soortgenoten. Die lopen soms zo vlug dat er een soortgroep van ‘snellopers’ bestaat (Agonum).
Spleten en kieren
Op zoek naar een kever die, volgens de geraadpleegde bronnen, enkel in kieren van oude, slecht onderhouden muren in een groene omgeving voor zou komen werden enkele zorgvuldig uitgekozen locaties bezocht, zoals een kerkhof. Waarschijnlijk om niet ten prooi te vallen aan predatoren verschuilt ook deze kever zich overdag, om in het donker in actie te komen. Opnieuw kwam de eeder genoemde headlight van pas. Deze zogenoemde muurpriemkever (Ocys quinquestriatus) vonden we er niet, maar wel de zuidelijke schorsloper (Calodromius bifasciatus), een zeldzaamheid, op de bast van een plataan.
Daar was hij dan ineens, klein, zwart, met een fraaie gouden tekening op de schilden, die de vleugels afdekken en beschermen. En een honingkleurig nekschild. Zijn neus lijkt hij ook in de honing te hebben gedoopt, poten en voelsprieten zijn bleekgeel van kleur.
Wandelende cello
Terug naar de duininsecten. De zeldzame kustschorsloper (Dromius meridionalis) is ook in het donker actief. Dat kan deels een reden zijn dat hij als zeldzaam te boek staat. Deze glimmende kever heeft in zijn geheel een fraaie donkere honingkleur, en een sierlijk halsschild dat doet denken aan een oud strijkinstrument. In de lengte van de dekschilden van kevers lopen vaak zichtbare richels. Bij deze soort hebben ze wel iets van de nerven van kersenhout. Het diertje is behoorlijk afgeplat, een aanpassing waardoor hij makkelijk onder losse schors kan kruipen.
Onder de juiste omstandigheden tref je ze in de duinen, waar ze hun krachtige kaken gebruiken bij het vermalen van planten of kleine ongewervelden. Ook dit is een loopkever, waar in ons land zo’n 400 soorten van rondrennen. Of slenteren, zoals de nachtactieven. Behalve onder boomschors schuilen er dus ook veel kevers, al dan niet ingegraven, tussen de planten. Opnieuw een goede reden de begaande duinpaden niet te verlaten.
Huisvredebreuk
De eveneens afgeplatte slakkenaaskever (Phosphuga atrata) verbergt zich ook al in spleten en kieren. Zijn specialisme is de jacht op slakken, die een voorkeur hebben voor het nachtleven. In hun huisjes steekt hij gewoon zijn kop naar binnen, om ze daar met een giftige beet te doden. Net als een schildpad trekt het beestje de kop in als het wordt bedreigd.
Ondertussen scheidt het een gele vloeistof af, de kleur van gevaar. Als je in je moestuin voldoende vochtige plekken met bladeren en mos hebt, komen slakkeneters als de egel, maar ook dus deze kever je vast wel te hulp.






























Ontwerp, realisatie en techniek: