Langs de Laan van Poot
Frans Beekman
In de zeldzame brochure ‘Om ’s-Gravenhage’ uit 1910 van de (K)NNV staat veel over planten in de duinweiden en -sloten in de Segbroekpolder. Er staan orchideeën. Langs de sloten bloeien gele lissen en dotterbloemen, ratelaars en ook wilgenroosjes. In het heldere drangwater uit de duinen in de duinsloten groeien waterranonkel, waterweegbree en zelfs ‘scheeren’ (krabbescheer) en waterviolier. Vrijwel het hele jaar vliegen er volgens de schrijvers kieviten rond.
Tussen de Laan van Poot en de Sportlaan, inmiddels allebei verhard en sinds 1915 met straatnaam, lag nog lang dit weidelandschap, waar vanaf 1918 van oost naar west de Vogelwijk (aanvankelijk Tuinwijk Houtrust) werd gebouwd. Voor de fietsende Hagenaars lag het ‘ver weg’ en was toen niet erg populair als woonwijk.
Binnenduinrand langs het Westduinpark
In 1925 werd door de gemeenteraad besloten van de verrommelde Westduinen een duinpark te maken met (fiets)paden, en de duinen ernaast af te sluiten. Dit besluit heeft de duinen beschermd tegen afgraven en huizenbouw, zoals wel gebeurde aan de Vlaamse kust.
Na 1929 werd hier jong plantsoen uitgezet en werden ook dennen gepoot. Duintoppen werden verhoogd tot uitzichtpunten. Tegelijk was het ook een werklozenproject, waarbij stadsvuil onder het zand werd gewerkt.
De binnenduinrand langs de Laan van Poot heeft een bijzondere geschiedenis. De overgang van de Westduinen naar de lage binnenduinen is opvallend: het is een vrij steile helling. De duintoppen hier reiken tot ruim 20 meter boven zeeniveau en de Laan van Poot ligt op 2 à 3,5 meter boven NAP. Het uitgesleten Fuutpad met aan beide zijden hoog oplopend duin lijkt wel op een holle weg in Limburg. De binnenduinrand (vroeger voorduinen) heeft deels een menselijke achtergrond.
In de late middeleeuwen ontstonden aan de zeekant loop- en paraboolduinen die landinwaarts waaiden. Deze jonge duinen bedekten de bewoonde oude duinen. Bij het archeologisch onderzoek in de Natte Pan door leden van de AWN (de Vereniging van vrijwilligers in de archeologie) werden onder andere scherven gevonden van middeleeuws aardewerk. De jongste scherven waren delen van een steengoedkan met zoutglazuur (Siegburg) uit de 15e eeuw. In diezelfde tijd bereikten de stuivende jonge duinen voorbij de Natte Pan de duingrens. In opdracht van de graaf van Holland in 1515 werden de aanwonende boeren verplicht het zand te stoppen door helm te planten. Hierdoor groeide de binnenduinrand in de volgende eeuwen omhoog. Zo werd het resterende cultuurland op de oude duinen landinwaarts beschermd.
Omstreeks 1500 waren andere delen van de duinen nog niet met helm vastgelegd en zeker de zeereep bij het strand niet. Het Hoogheemraadschap van Delfland betaalde mee aan de zo genoemde ‘buurtplanting’. De steile binnenduinrand ontstond dus mede door menselijk ingrijpen. Op een oude zwart-wit foto uit 1935 is de kale binnenduinrand met hoge en lage duintoppen goed te zien.
Duinplas of ‘Kleine Waterpartij’
Aan het einde van de Laan van Poot en tegenover de vroegere boerderij Bosch en Duin met ook een vinkenbaan aan het einde van het Nieuwe Slag (nu De Savornin Lohmanlaan) werd omstreeks 1935 door jeugdige werklozen een ‘vijver’ gegraven. Het uitkomende zand werd gebruikt als ophooglaag voor de huizen en straten in de naastliggende Vogelwijk. De oever werd bemest met ‘rioolvuil’ en beplant. Door het kwelwater uit de duinen vulde de waterplas zich snel.
Ongeveer tien jaar geleden vertelde Erwin van der Ende uit Schore (Zeeland), vroeger uit Den Haag, over zijn duiken in de duinplas in de jaren tachtig. Het was er drie à vier meter diep. In het heldere water groeide hoornblad, bronmos en waterlelie. Op boomstronken onder water zaten hydropoliepen. Erwin zag er grote snoeken en enorme karpers en ook baarsjes. Als bijzonderheid vertelde hij over palingen die zich verscholen onder een veenbank en dat die hun koppen omhoog staken in ‘cobra-stand’.
Aan de oostkant van de plas staat nu een informatiebord met ‘Duinplas’, een wel zeer algemene naam. Zittend op het bankje zie je in het voorjaar de kale helling van de binnenduinrand en het water ervoor. Dat doet mij denken aan de Waterpartij voor het Belvedèreduin in de Scheveningse Bosjes. Wellicht had de ontwerper van de ‘vijver’ dat wel voor ogen. Daarom is de naam ‘Kleine Waterpartij’ beter.






























Ontwerp, realisatie en techniek: