Home » Wurgvijg

Wurgvijg

In de dierenwereld verloopt het leven bepaald niet vriendschappelijk. Territoria worden bloedig bevochten en het (voort)bestaan wordt voornamelijk bepaald door eten en gegeten worden. Bij planten lijkt het samenleven wat vreedzamer, maar daarbij bedriegt de schijn. Het tijdsbestek waarin acties plaatsvinden is echter zo lang, dat die voor ons nauwelijks of in het geheel niet waarneembaar zijn.

Jaap van Loenen

De wurgvijg, ook wel golden fig genoemd, is een groeiwijze van het geslacht Ficus die in staat is in zeer donkere wouden te groeien en zich te vermeerderen. Dat is heel opmerkelijk want voor planten is licht de eerste levensbehoefte en dat ontbreekt vrijwel geheel op plekken waar de wurgvijg groeit.

Cyclus
De levenscyclus van de soort begint als een door een vogel gedropt zaadje in een spleet of kier van een boom terecht is gekomen. Het plantje dat daaruit ontkiemt gedraagt zich een tijd lang als een onschuldige epifyt. Dat wil zeggen een plant die op een andere plant groeit zonder daaraan voedsel en water te onttrekken. Het laat de gastboom dus volledig ongemoeid . Groeien doet het echter wel degelijk, zowel omhoog als omlaag. Wanneer het omlaag groeiende deel contact maakt met de grond verandert de groeiwijze en het ‘gedrag‘. Het schiet wortel en gaat zich daarna als een bodemlevende plant ontwikkelen.
Vanaf dat moment komt ook zijn toekomstige ‘aard’ tevoorschijn. Hij vormt een soort lianen die om de gastboom slingeren. In een langdurig proces knelt hij daarmee de sap en waterstroom af en sterft de gastheer. Het netwerk aan lianen is uiteindelijk stevig genoeg om tenslotte een geheel zelfstandige boom te vormen die wel 30 meter hoog kan worden. De wurgvijg neemt dus de plaats van zijn gastheer over.

Verspreiding
De Ficus aurea hoort thuis in het zuiden van de Verenigde Staten en op de Caribische eilanden. Verder vinden wij hem in Midden-Amerika. Het bijzondere gedrag van de plant en de resultaten die hij daarmee bereikt maakt in de groeigebieden indruk: zo wordt hij wel ‘Florida strangler fig’ genoemd en is hij in San Salvador tot nationale boom gekozen.

Minuscuul insect
Overigens is ook deze geweldenaar, net als alle vijgensoorten, voor zijn voortbestaan volledig afhankelijk van een heel kleine wesp. Dit minuscule insect ziet als enige kans de bloemen die in het binnenste van de vijgen zitten te bevruchten. Zelf overleeft het dat niet. In het artikel over de vijgenboom (Ficus carica) werd dit uitvoerig beschreven. De wurgvijg kent alleen generatieve vermeerdering en is dus volledig afhankelijk van die kleine wesp. Deze komt alleen voor in landen met een tropisch en subtropisch klimaat.

Tree killer
Strangler fig, wurgvijg, is eigenlijk een algemene naam voor vele soorten die in tropische en subtropische gebieden voorkomen. Overal vertonen ze ongeveer hetzelfde gedrag.
Een uitzondering daarop is een wurgvijg in Australië in de omgeving van Sydney . Daar stond op een open terreintje een kleine plant die over zeker zes meter afstand een liaan had gezonden naar een boom om daar in te gaan klimmen. Het ging hier om de soort Ficus macrophylla (grootbladige vijg), die blijkbaar in staat is het epifytstadium over te slaan. Niet alleen kan deze blijkbaar rechtstreeks ontkiemen, maar ook over grotere afstand een ‘prooiboom’ waarnemen en daar een aanval op doen. Terecht wordt hij daarom in Australië ook wel ‘Tree killer’ genoemd.

Sicilië
In noordelijke landen komt de wurgvijg niet voor. Het is al heel bijzonder dat wij de ‘gewone’ vijgenboom (Ficus carica) in onze tuinen kunnen hebben. In tegenstelling tot de wurgvijg laat die zich gemakkelijk stekken en daar weten boomkwekers wel raad mee.
Op het Italiaanse eiland Sicilië staat een aantal wurgvijgen dicht bijeen. Bij gebrek aan gastheerbomen vormen ze hun eigen gast-en-gastheer combinatie. De verschillende exemplaren groeien omhoog en weer omlaag op elkaar. Dit hebben ze heel veel jaren gedaan en zo is er een heel bosje ontstaan waarin bomen met dikke stammen voorkomen die wel 15 tot 20 meter hoogte hebben bereikt. Daartussen zijn ook eveneens forse neergaande ‘takken’ te zien.
Het geheel ziet er zo bijzonder uit dat het een toeristische attractie is geworden.