Werkgroep Reigersbergen, een jaar later
Door: Hans van Helden
Het terrein was bij aanvang van de werkzaamheden vooral begroeid met zwarte els, Canadapopulier en gewone esdoorn, snelle groeiers die veel schaduw geven. De bodem is voornamelijk bedekt met zwarte braam en brandnetel. Een behoorlijk saaie combinatie waar, behalve groen, nauwelijks kleur in te bekennen viel. De bramen maken jaarlijks enorme uitlopers en overwoekeren alles en de brandnetels nemen alle overgebleven ruimte in beslag waardoor er geen groeiruimte voor kleinere kruiden overblijft. Als je niet ingrijpt in zo’n verruigd bos, dan blijft er van de biodiversiteit weinig over. Het is dan vooral een wedstrijd tussen woekerplanten.
Markante soorten als hulst, hop, berenklauw, engelwortel en Spaanse aak die in kleine aantallen aanwezig waren, kwamen steeds meer in de verdrukking door de esdoornzaailingen. Het doel van het onderhoud is dan ook om deze planten meer licht en ruimte te geven. Alhoewel er enkele paden het gebiedje doorkruisen was het lastig om er te lopen, te modderig en troosteloos.
Paarse drab
De eerste taak voor de vrijwilligersgroep was het schoonmaken en vrijzetten van twee paddenpoelen die een aantal jaren geleden in het terrein waren gegraven. Beide waren gevuld met bladeren en dode takken en bedekt met paarse drab, veroorzaakt door een bacterie. Inmiddels staat een van de poelen er weer herkenbaar bij met een mooie glooiende oever. Vochtminnende planten als gele lis, knopig helmkruid en grote wederik groeien al in kleine groepjes op de oever. Kikkers, padden en salamanders kunnen tijdens droogte daar een schuilplaats vinden. Ook insecten komen meteen op de open ruimte af. De rosse metselbij groef direct een nest in de zandige oever.
Met wortel en al uittrekken
Er is maar één goede manier om brandnetels te bestrijden en dat is de plant met wortel en al uittrekken. Hier groeit vooral de grote brandnetel die een enorm vertakt wortelpakket heeft. Dus stevige handschoenen aan en bij droog weer voorzichtig uit de grond trekken. Dat lukt heel goed uit deze zandige bodem. We hebben eerst de randen van de paden vrijgezet. Braam knippen we voorlopig langs de paden terug en opschot van de gewone esdoorn wordt in de nabijheid van andere heesters weggezaagd. Vanaf ongeveer 1,5 meter uit de paden mogen de brandnetels, net als de bramen, blijven staan. Zij beschermen het gebied tussen de paden tegen betreding door mensen en honden. Het gebiedje is ruim anderhalve hectare groot dus er is nog voor jaren beheerwerk te doen.
Meer resultaat dan ik had durven dromen
Ondanks een bizar nat voorjaar, waarbij het grondwater maandenlang 5 cm onder de paden stond, is het resultaat van de inspanningen van de werkgroep al goed zichtbaar. Dat komt vooral door de berg houtsnippers die we met vereende krachten over de modderpaden hebben verspreid. Dat was een flinke klus. Maar samen met de snoeiwerkzaamheden leverde het afgelopen voorjaar opeens een begaanbaar pad waarlangs een weelderige haag van fluitekruid groeide. Het kruid, dat altijd overwoekerd werd, krijgt nu een kans om te groeien. Een prachtig gezicht. Het fluitekruid wordt opgevolgd door groot nagelkruid, met dank aan de honden die de kleverige zaden in hun vacht meenemen en overal verspreiden. Verder staat er zevenblad, munt, grote klit, zuring, dagkoekoeksbloem en vogelmelk in de bermen. Allemaal gegroeid uit zaad dat daar al jaren lag te wachten op voldoende licht om te kiemen. Tussen de hondsdraf bespeurde ik een sachembij… dit is biodiversiteit waarvan ik in een eerste jaar nog niet had durven dromen.
Corona
Er is nog een hoop werk te doen, maar helaas maakte corona het ons vanaf half maart onmogelijk om aan de slag te gaan. Je ziet nu al dat de braam daar direct van profiteert en alweer oprukt. Zodra het kan gaan we dus weer het veld in. Uiteindelijk zal een grotere verscheidenheid aan bloeiende planten tot meer insecten leiden. Dat trekt weer meer vogels aan… en we zien nu al dat veel meer mensen dit ruige stukje park ontdekken en genieten van wat er allemaal te beleven valt. De honden moeten er inmiddels wel aangelijnd blijven. Dat is beter voor de rust van de vogels. In het naastgelegen park Marlot mogen ze weer vrij rennen.