Home » Visarend boven Zorgvliet

Visarend boven Zorgvliet

Historische vogelwaarnemingen worden vaak bij toeval gevonden. In het archief van Jan Joost ter Pelkwijk, bewaard bij de Heimans en Thijsse Stichting in Amsterdam, staat in een van zijn dagboeken de bijzondere waarneming van een visarend in Den Haag. Ook zat bij de papieren een tekening van deze vrij zeldzame vogel.

Frans Beekman

Jan Joost ter Pelkwijk (1914-1942) kwam uit een deftige liberale familie. Zijn vader speelde in 1918 een rol bij de huldiging van koningin Wilhelmina op het Malieveld na de mislukte ‘staatsgreep’ van Troelstra. In 1920 werd hij gemeentesecretaris van Den Haag en in 1934 burgemeester van Utrecht. Zijn zoon Joost (roepnaam) was ongedurig en vaak ‘stout’ op school. Vanaf 1927 zat hij op het Gymnasium Haganum. Belangrijk was de ontmoeting met de later bekend geworden ornitholoog Luuk Tinbergen (1915-1955) met wie hij vogels keek in de duinen, op het strand en ook bij de havens. De boezemvrienden werden in 1929 lid van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) en kochten in dat jaar een Zeiss prismakijker bij firma A.W. Heynen aan het Noordeinde.

Op 19 september 1930 zag Joost een visarend boven de vijver langs de Groothertoginnelaan bij ‘het Botervlootje’. Iedere Hagenaar weet dat dit de spotnaam was voor het huis van margarinefabrikant A. van den Bergh in het villapark Zorgvliet. De vijver lag op de fietsroute van het Prinsevinkenpark, waar de familie Ter Pelkwijk woonde, naar het gymnasium aan de Laan van Meerdervoort. Vanaf een hoge eik in de tuin naast de villa had de visarend goed zicht op het water.

Joost en Luuk schrijven over deze bijzondere waarneming in het vaktijdschrift Ardea van 1931. Ze vermelden de witte onderkant, de lichte kop met zwarte oogstreep, de brede vleugel met zwarte polsvlek en de donkere punten van de slagpennen. De jongens van 15 jaar moeten heel enthousiast zijn geweest. Joost was toen net van het gymnasium overgestapt naar de HBS aan de Nieuwe Duinweg, een veel betere school voor zijn exacte aanleg. In 1933 begon hij met de studie biologie in Leiden.

Jan Joost ter Pelkwijk sneuvelde in 1942 in de Javazee. Er kwam een koffer terug in Holland met manuscripten, tekeningen en foto’s. Zijn zuster Lies Gorter-ter Pelkwijk (1911-2003) vulde de inhoud aan met andere papieren van haar broer. Deze ‘koffer van Pelk’ werd gelegateerd aan de Heimans en Thijsse Stichting. Bij het uitzoeken viel de krachtige tekening van de visarend op. Was die wellicht in 1930 gemaakt?

De tekening van de vissende visarend is natuurlijk en schilderachtig. Joost gebruikte een ‘rietpen’ gemaakt van bamboe om met Oost-Indische inkt op papier te werken. Het grijsachtige beeld op sommige plekken bereikte hij door met een ruwharig kwastje op het papier te stoten. Dat zie je ook bij de weergave van de golven aan de onderkant.
De gekuifde golven komen zó niet voor op een vijver in Den Haag. De tekening moet dus elders zijn gemaakt. In aanmerking komt dan de vogelreis die Jan Joost ter Pelkwijk, Martien Rutten en Niko van der Griendt in april 1934 per trein en veerboot maakten naar Majorca. Ze kampeerden er met Jan P. Strijbos en zijn vrouw Amelie, die samen op de motorfiets naar Spanje waren gereden. Strijbos wilde op Majorca vale gieren filmen, hetgeen niet lukte. Op de lagune van Albufera zagen Joost en Jan een visarend in actie, die Jan uit de verte fotografeerde en Joost tekende. De golven op het meer zullen zijn veroorzaakt door de valwind tramontana (vergelijk de mistral in de Camargue).

Behalve de tekening van de visarend maakte Joost vele rake schetsen van vale gieren op Majorca. Tekenen hoorde toen nog tot de basisvaardigheden van een (veld)bioloog, en voor Joost was het ook zijn lust en zijn leven. Tegenwoordig wordt hij meer als kunstenaar dan als naturalist herinnerd.

Met dank aan Jaap Lemstra voor uitleg van de tekentechniek.