Verbod op insecticiden. Goed voor fauna en flora
Nadat in de jaren zeventig het verbod op DDT was doorgevoerd, begonnen chemische bedrijven te zoeken naar alternatieven. Hun oog viel op de tabaksplant, die vanwege het nicotinegehalte geen last heeft van insectenvraat. Vanaf de jaren tachtig kwamen varianten van nicotine op de markt als gewasbeschermingsmiddel. Het door Bayer in 1985 op de markt gebrachte Imidacloprid wordt nu het meest toegepast.
Chemische werking
Vrij veel planten maken nicotine, cafeïne of cocaïne in zeer kleine hoeveelheden aan, ook in de nectar. Net als bij mensen hebben deze middeltjes -mits in zeer geringe concentratie- een stimulerende werking op bijen en andere bestuivers; zij bezoeken deze planten graag. Kunstmatige varianten worden niet als gevaarlijk herkend en de dieren gebruiken dan gemakkelijk meer dan goed voor ze is. Neonicotinoïden grijpen aan op de nicotinerge acetylcholinereceptor (nAChR) van het zenuwstelsel. De prikkeling is zo heftig dat zij tot verlamming en dood leiden. De zenuwen van insecten zijn gevoeliger dan die van gewervelde dieren, dus zijn de middelen voor hen giftiger dan voor vogels en zoogdieren.
Inmiddels wordt het middel Imidacloprid overal in het milieu aangetroffen, niet alleen op de akkers, maar ook in de lucht door verwaaid stof en door uitspoeling in het oppervlaktewater en het grondwater.
Aanvankelijk claimde de industrie dat de middelen niet schadelijk waren voor bestuivers. Onderzoek heeft de laatste jaren duidelijk aangetoond dat dit wel het geval is. De middelen worden verspreid door de hele plant, en komen dus ook in pollen en nectar terecht. Bijen, hommels en andere bestuivers die in leven blijven, raken letterlijk de weg kwijt. Zij kunnen hun nest niet meer of slechts met grote moeite terugvinden. Ook is gebleken dat bijen en hommels verslaafd kunnen raken aan de behandelde planten: zij bezoeken de giftige bloemen vaker, zoals een verstokte roker niet zonder zijn peukje kan. Imkers hebben als eersten luid en duidelijk aan de bel getrokken, maar biologen hebben aangetoond dat de middelen ook bij andere insecten een slachting hebben aangericht. Een afname van ca. 70% in West Europa. En dat mag dramatisch genoemd worden.
Vogels en vissen hebben ook last
De laatste jaren wordt de invloed op gewervelde dieren onderzocht, de eerste resultaten bevestigen de bange vermoedens. Vogels raken ook gedesoriënteerd en verliezen gewicht. Dit betreft niet alleen zaadeters die van het behandelde zaad snoepen, maar ook insecteneters. In het water zijn bij vissen vergelijkbare verschijnselen waargenomen. Er is een vermoeden dat neonicotinoïden ook de cognitieve vermogens van mensen aantasten. De EPA (Environmental Protection Agency) hoopt dit najaar met onderzoeksresultaten te komen. Insectenhersenen hebben ongeveer dezelfde chemische samenstelling en gebruiken dezelfde neurotransmitters. Nicotine heeft invloed op mensen, het maakt hen o.a. gevoelig voor andere verslavingen. Het is daarom nogal naïef te veronderstellen dat gewasbeschermingsmiddelen op basis van nicotine-achtige stoffen geen invloed zouden hebben op ons brein.
Natuur bedreiging voor landbouw ?
Vanaf de Tweede Wereldoorlog heeft de landbouw zich vooral gericht op de grootschalige productie van veel en goedkoop voedsel. Natuur wordt in deze vorm van landbouw als een bedreiging van deze productie gezien. Nederland is om die reden koploper in het gebruik van landbouwgif. Een kas met tomaten of paprika’s is aardig schoon te houden met sluipwespen, eventuele luizen en vliegjes gaan op het loof zitten, niet op de vruchten. Bij de sierteelt ligt dat anders. Nederland is een grote exporteur van bloemen en planten, er wordt veel geld mee verdiend. Bloemen voor de export worden zeer streng gekeurd. Eén klein vliegje in één bloem en de hele partij wordt vernietigd. Telers nemen dus geen enkel risico, de bloementeelt is een grootgebruiker van landbouwgif. Bizar is dat tuincentra jarenlang grote hoeveelheden vergiftigde planten hebben mogen verkopen, zodat nu menig tuintje levensgevaarlijk voor bijen en andere bestuivers is geworden.
Nu de gevolgen van grootschalig gebruik van landbouwgif de productie van fruit bedreigen, wordt het dan niet tijd om anders over onze voedselvoorziening na te denken? Moeten we producten willen kweken die alleen met veel gif een geslaagde oogst geven? Mogen alleen puntgave struiken andijvie de supermarkten bereiken? Moeten we voor financieel gewin telers ruim baan geven om het milieu te verwoesten? De natuur is een subtiele combinatie van relaties tussen planten en dieren, waar niet ongestraft één of twee schakeltjes te verwijderen zijn. De relaties tussen planten en insecten zijn juist heel gecompliceerd. Veel planten zijn voor hun voortbestaan volledig afhankelijk van insecten. Het wegvallen van de bestuivers betekent dat planten geen vrucht kunnen zetten. Ook planten zullen daardoor verdwijnen.
Iedere schadelijke insectensoort heeft soms tientallen zoemende vijanden, die samen met de plaagdieren ook het loodje zullen leggen. De toepassing van gif werkt op die manier een volgende plaag in de hand. We zijn in een kringloop terecht gekomen die uiteindelijk alleen verliezers kent. Het is zeer te hopen dat het verbod op deze middelen het noodzakelijke herstel in de natuur teweeg brengt.