Varkens vreten bos kaal
Door: Marian Langeveld
Hongaarse wolvarkens behoren tot een vrij zeldzaam Europees varkensras en worden ook wel Mangalica genoemd. De soort is nauw verwant aan het Europese wilde zwijn, maar veel vriendelijker van karakter. Die verwantschap is duidelijk te zien aan de pasgeboren biggetjes die net als bij wilde zwijnen met een gestreepte pyjama ter wereld komen. De volwassen dieren zijn roodbruin of geel van vacht.
Eigenaar van de varkens is Piet Dekker, Westlandse boer die dit varkensras kleinschalig en extensief exploiteert. Hij laat ze op verschillende plekken in het Westland en Den Haag op particuliere grond binnen een raster vrij rondlopen. Zo ook in het Parnassiabos dat eigendom is van de psychiatrische zorginstelling. De dieren lopen er nu voor het vierde jaar. Ze hebben veel ruimte en kunnen vrijelijk wroeten, maar worden wel dagelijks bijgevoerd. Na anderhalf jaar zijn ze voldoende gemest om geslacht te worden. Het vlees is van zeer goede (scharrel)kwaliteit. Tot zover het goede nieuws over deze varkens.
Minder leuk is dat de dieren in een bos van de Haagse groene hoofdstructuur rondlopen en daar de gehele onderbegroeiing kaalvreten. Soms worden deze bosvarkens ook wel als bosbeheerders ingezet om een overdaad aan exoten of bramen te bestrijden en de biodiversiteit weer een kans te geven. In dat geval moeten ze wel regelmatig verplaatst worden om overbegrazing te voorkomen. Ook in het Parnassiabos kregen de dieren oorspronkelijk elke drie maanden een nieuwe plek en kon de bosvegetatie zich daarna weer herstellen van het gewroet. Sinds twee jaar staan ze echter in hetzelfde kavel en zien we door een toenemend aantal dieren steeds meer vraatschade optreden. De vraag is dan ook of er hier geen oneigenlijke vermenging optreedt van ecologisch bosbeheer en het extensief houden van vleesvarkens ten kosten van de ecologie van een bos. Dat gaan we binnenkort uitzoeken.