Stedelijke Groene Hoofdstructuur
Caroline de Jong. Bron afbeelding: arcgis
Een groene stad aan zee
Den Haag is al van oorsprong af een groene stad, immers in de middeleeuwen is de stad ontstaan naast het Haagse Bos. Later werden prachtige landgoederen aangelegd, zoals Clingendael. Eind 19e eeuw kwamen daarbij de Scheveningse Bosjes als extra attractie voor de bezoekers van de badplaats. In loop van de twintigste eeuw breidde de stad zich steeds verder uit, ten koste van de landgoederen, duinen en polders, het groen nam af. Bijna honderd jaar geleden, in 1926, werd de AVN opgericht, om een oud duin, Wapendal, voor de natuur te behouden. En ondanks de sindsdien steeds verdere stadsuitbreiding zijn duingebieden als de Westduinen behouden en kwamen er nieuwe parken en groengebieden bij. Het bleef een “groene stad aan zee”.
Het stadsbestuur heeft groen beleid ontwikkeld, aangemoedigd door de AVN. De Groennota uit 1982 formuleerde al normen voor het aantal vierkante meters groen per bewoner, per buurt en voor maximale loopafstanden naar groen. Na een evaluatie daarvan werd in 1992 een groenstructuurplan vastgesteld. De Raad besloot toen het groene kader (op een kaart aangegeven) vast te stellen en te behouden. Dit werd verder uitgewerkt met het groenbeleidsplan uit 1996, ‘Groen kleurt de stad ‘ uit 2005 en de ‘Agenda Groen’ uit 2016. Parallel daaraan is beleid vastgesteld voor zogenoemde ecologische verbindingszones in 1999, 2008 en in de Nota Stadsnatuur uit 2020. De afgelopen jaren werden veel voorzieningen aangelegd, bijvoorbeeld een ecoduct, faunatunnels en touwbruggen, voor dieren om over te steken over drukke verkeersbarrières.
Volgens voormalig AVN-adviseur Klaas Pors had wethouder Stolte in 2005 het slimme idee om het raadbesluit over de Stedelijke Groene Hoofdstructuur (SGH) apart vast te laten stellen. Het groenbeleidsplan gold voor tien jaar, maar het besluit blijft staan. Belangrijk vooral is dat dit besluit ook zijn weerslag vond in de plankaarten en regels van bestemmingsplannen. Dit was een verplichting die uit het besluit voortvloeide.
Is de Stedelijke Groene Hoofdstructuur stabiel?
De Stedelijke Groene Hoofstructuur bestaat uit de grote groengebieden en de ecologische verbindingszones en boomstructuren ertussen.
Ondanks alle groene voornemens zijn er wel aantastingen geweest, bijvoorbeeld recent de tweede uitbreiding van Madurodam. Ook zijn er plannen voor bouw in de ecozones van Zuidwest. Daarbij komt nog dat veel ontwikkelingen vlak naast de SGH deze bepaald niet “versterken”. Bijvoorbeeld het verlies van groene tuinen die er op aansloten of kap van waardevolle oudere bomen ernaast, of schaduwen van hoogbouw. Daarbij biedt nieuwbouw ook kansen, door de aanleg van nieuw ecologisch groen en bomen op maaiveldniveau en op niet al te hoge groene daken en groene gevels die aansluiten op de SGH.
Omgevingsvisie “een groene metropool aan zee”
Door de integrale aanpak die de op 1 januari 2024 in werking getreden Omgevingswet voorschrijft bestaat het risico dat de natuur wordt ondergesneeuwd. Gelukkig speelt in de wet participatie een belangrijke rol. Uit die participatie komt telkens weer naar voren dat bewoners van de stad hechten aan natuur en groen. Zowel in het gemeentelijk coalitieakkoord als in teksten ter voorbereiding van de gemeentelijke omgevingsvisie staat het versterken en beschermen van de SGH. Ook wordt gesproken over ‘vergroening tot in de haarvaten van de stad’.