Spaanse aak ofwel veldesdoorn
Jaap van Loenen. Foto: © Heinrich Stürzl / Wikimedia Commons
De Spaanse aak is een esdoorn en wordt ook wel veldesdoorn genoemd. Van de esdoorn bestaan heel veel soorten, die over de hele wereld te vinden zijn. Zij maken weer deel uit van de nog veel grotere ‘zeepbomenfamilie’, de Sapindaceae. Alleen bij ons al zijn er veel. Meestal geïmporteerd uit Amerika, maar ook uit Japan waaronder zich heel mooie sierbomen voor tuin en park bevinden.
Kenmerkend voor esdoorns zijn de gevleugelde zaadjes, die met twee, soms drie tegenover elkaar staan. Sommige zijn plat. Als kind peuterden we die open en dan kon je het vleugeltje op je neus plakken want het kleefde zelf al een beetje. Andere hebben een bol zaaddoosje. Bij de meeste soorten staan ze onder een hoek.
Alleen bij de Spaanse aak staan ze horizontaal, in elkaars verlengde en vormen daarmee een herkenningspunt voor deze soort. Bij alle esdoornsoorten zijn de bladeren overstaand aan de twijgen gerangschikt. Verder zijn die handvormig op een enkele uitzondering na: de vederesdoorn (Acer negundo). Daarvan zijn de bladeren veervormig samengesteld.
Voor de bomenliefhebber is het goed om te weten dat van de hier voorkomende bomen er maar drie zijn met overstaande bladstand. Dat zijn de esdoorn, de es (Fraxinus excelsior) en de witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum)
Naamgeving
Mogelijk is dat de boom in vroeger tijden Spaanse eik werd genoemd. Aak zou ook afgeleid kunnen zijn van Acer, de Latijnse naam. Duidelijkheid is hier niet te geven.
Eigenschappen
De Spaanse aak is een traag groeiende plant die vaak niet verder komt dan een struik. Hij leent zich uitstekend voor heggen en laat zich gemakkelijk snoeien. De bladeren zijn kleiner dan die van de meeste esdoorns. Ze hebben vijf soms drie stompe lobben die wat gegolfd zijn. In de herfst kleuren die geel, soms ook rood. De bladstelen van alle esdoorns bevatten een melkachtig sap. Op tweejarige twijgen ontwikkelen zich vaak kurklijstjes.
Bomen
Er zijn echter wel degelijk Spaanse aak bomen. Die groeien graag aan bosranden maar ook in bossen. Ze kunnen zo’n 10 tot 12 meter hoog worden en doen daar dan wel een paar honderd jaar over. Ze vormen dan een dikke stam met een kurkachtige schors.
Bloei
Esdoorns zijn eenhuizig met wat tweehuizige uitzonderingen. De bloempjes van de een- en tweehuizige zijn hetzelfde alleen is dan het mannelijke of het vrouwelijke deel uitgeschakeld.
Overigens zijn ze klein, gelig groen van kleur en daardoor weinig opvallend. Ze staan in kleine trosjes op de twijgen. Na bevruchting ontwikkelen zich de bekende gevleugelde zaadjes die door het gewicht hangende trosjes vormen.
Hout
Een langzaam groeiende boom vormt bijzonder goed hout. Het hout van de Spaanse aak is sterk, hard en fijn van draad.
Het heeft bovendien een mooie tekening, die het zeer geschikt maakt voor fineer. Ook voor bijzondere meubeltjes en muziekinstrumenten is het zeer gewild.
Het hout is echter zeer beperkt aanwezig. Vooral dat van grote bomen is erg zeldzaam. Helaas krijgen ook bijzondere bomen in ons land meestal geen tijd om oud te worden en dit geldt ook voor de Spaanse aak.
Moge dit artikel bijdragen aan een ander bomenbeleid.