Rhododendron en azalea
Tekst en foto’s: Jaap van Loenen
Het lijkt er dus op dat de import van de plant vrij recent is. De eerste zaden werden echter al veel eerder naar Nederland gebracht. Dit gebeurde door handelsschepen die omstreeks 1680 Japan bezochten. Hoe dat verder is gegaan is niet helemaal duidelijk maar in onze arboreta is de plant al heel lang bekend. Hij staat o.a. in het pinetum Blijdenstein, het Von Gimborn boommuseum, de Trompenburg en de botanische tuin in Leiden.
Naam en voorkomen
Rhododendron betekent eigenlijk rozenboom naar het Grieks rhodon = roos en dendron = boom. Behalve die naam heeft hij niets met de rozenfamilie. In de geschiedenis van de naamgeving kom je ook de azalea tegen. Ze behoren beide tot de Ericaceae (heidekruidachtigen), een enorm groot geslacht. Daarom is er gekozen voor een aparte geslachtsnaam: Rhododendron. Hiertoe wordt bijvorbeeld ook het Alpenroosje gerekend. Wie zich in de soorten gaat verdiepen komt in een waar doolhof terecht. Er zijn wel zo’n duizend verschillende die een eigen naam hebben en overal op de wereld voorkomen, in diverse landen inheems zijn en allemaal tot dit geslacht worden gerekend. De belangrijkste concentratie bevindt zich overigens in het Chinese deel van de Himalaya. Ook is bekend dat 2000 jaar geleden de plant in China al in potten werd gekweekt. Er bestaat ook een Noord- Europese versie: Rhododendron ponticum die op diverse plaatsen verwilderd voorkomt.
Groeiwijze
In het algemeen vormt de rhododendron een bolvormige koepel van dicht opeenzittende kransen van bladeren. Afgezien van de naakte vertakking is die van binnen vrijwel leeg. Het dichte bladerdak laat maar weinig licht door. Dat verklaart ook het totaal ontbreken van ondergroei. Bij een bezoek aan West- Ierland bleek mij dat men daar helemaal niet blij was met de plant omdat hij alleen met grote moeite onder controle was te houden. De snel oprukkende en gemakkelijk uitzaaiende struik verdringt de oorspronkelijke begroeiing waardoor deze onder druk komt te staan. Een vergelijkbare situatie kennen wij in ons land met de Amerikaanse vogelkers nadat die in de jaren twintig van de vorige eeuw op grote schaal was aangeplant. De rhododendron maakt het probleem echter nog groter omdat ook in de winter de bladeren alles overschaduwen en daardoor elke vorm van ondergroei verhinderen.
Bloei
Al vanaf de eerste kennismaking was men natuurlijk onder de indruk van de mooie en rijke bloeiwijze. Reden waarom hij in onze tuinen en parken zeer gewild is. Daar komt nog bij dat al die soorten en hybriden een grote verscheidenheid aan kleuren en vormen te zien geven. Reeds in december beginnen de bloemknoppen zich duidelijk af te tekenen. Ze zijn dan omgeven door een krans van bladeren. In het voorjaar komen daar clusters van bloemkelken uit tevoorschijn die dan vrijwel de gehele struik gaan overdekken. In de Himalaya is deze prachtige plant zo gewoon, dat hij als brandhout wordt gebruikt. Door zijn lage groei is hij gemakkelijk te kappen en het gemak dient ook daar de mens. Voordeel is dat de slapende knoppen op de kale stammen weer makkelijk uitlopen.
De azalea
Naast de rhododendron komen we in onze parken vaak de azalea tegen. In eerste instantie en op afstand zien we niet veel verschil. De azalea heeft echter meer variatie in lichtere kleuren en er zijn nog meer verschillen in groei en bladvorm. De plant laat zich erg gemakkelijk manipuleren en dat heeft geleid tot zo’n 10 000 cultivars. Waar de rhododendron zich meestal beperkt tot paarse, paarsblauwe, donkerrode kleuren of helemaal wit, zien we bij de azalea helder gele, oranje, blauwe, licht rode en tal van variaties daartussenin. In Engeland noemt men de planten zelfs ‘The royalty of the gardens’. In tegenstelling tot de rhododendron is de azalea nergens in Europa inheems. In het wild komt hij alleen voor in Noord- Amerika en Oost-Azië. De Amerikaanse soorten zijn bladverliezend. Die uit Oost-Azië blijven meestal het gehele jaar groen.
Tegenwoordig zijn vooral in landgoed Clingendael veel rhododendrons te vinden. In het bosgedeelte is er nogal wat wildgroei maar in het parkdeel is er een mooie begroeiing langs de paden die zorgvuldig wordt onderhouden. Samen met de azalea’s vormt hij in het voorjaar prachtige kleurrijke borders langs de paden. Daar is dan een wandeling zeker de moeite waard.