Reigersbergen, de charme van een klein stadslandgoed

Door: Aletta de Ruiter
In de drassige weilanden staren koeien loom voor zich uit. Het zijn vleesrunderen van boer Kleijweg die zelf op de boerderij in Clingendael woont. Zijn landerijen liggen verspreid over het stadsdeel en zelfs tot over de gemeentegrens van Wassenaar. De weilanden worden afwisselend gebruikt als hooiland en begrazingsweide. ‘s Winters staan hier schapen. De geschiedenis van Reigersbergen begint aan het eind van de Middeleeuwen rond 1462 als boeren pachthoeve. Pas in 1584 krijgt het zijn naam wanneer Maarten Maertensz. van Reygersbergh het land in gebruik neemt.

Boerderij wordt landhuis
Tot 1820 verandert er weinig aan het landelijk bezit. Er is een boerderij, er zijn weilanden en verschillende warmoezerijen. Dat zijn grote moestuinen waarvan er vroeger aan de rand van de stad heel veel te vinden waren. In dat jaar koopt Joachim Jochems de boerenhoeve en laat er een groot landhuis bouwen. Hij moderniseert de tuinderijen, plant een klein wandelbos achter het huis maar laat het achterliggende land aan de boeren en tuinders. Er komt geen landschapsarchitect aan te pas om Reigersbergen ‘groots’ te maken. Zodoende kunnen we het oude Middeleeuwse slotenpatroon nu nog steeds terugvinden.

Op de kaart uit 1911 krijgen we een gedetailleerd beeld van de inrichting van het grondbezit. Er was een duidelijke scheiding tussen chique en boers. De stadsbewoners kwamen per koets over de bestrate Leidsestraatweg. De agrarische ingang lag aan de Bezuidenhoutseweg die voorbij Huis ten Bosch nog lang onverhard is gebleven. Alhoewel het weidepad tegenwoordig niet meer doorloopt, is het nog steeds herkenbaar tussen de sloten. Het is een duidelijke kade die wordt geflankeerd door sloten aan weerszijden.


Pas onlangs is het oude smeedijzeren toegangshek vervangen door een houten boerenhek. Het negentiende-eeuwse smeedwerk was totaal versleten. Ook niet meer aanwezig is de oude ijzeren mobiele melkstal die daar om de hoek stond. In de glorietijd van het melkvee dagelijks gebruikt door Aad Kleijweg, de vader van de huidige boer Marcel Kleijweg. Niet alleen de melkstal was toen mobiel, de boer zelf was dat ook. De aanleg van de nieuwbouwwijk Mariahoeve had tot gevolg dat alle boerderijen waren verdwenen. Ook op Reigersbergen zelf was geen hoeve meer beschikbaar. Bovendien had de bezetter in 1942 het grote landhuis en de bijbehorende opstallen afgebroken. Kleijweg woonde met zijn gezin op een flat. Pas in de jaren tachtig van de twintigste eeuw kwam de boerderij op Clingendael voor deze boer beschikbaar.
Landgoedstatus
Reigersbergen verdiende de status landgoed omdat het een economische eenheid vormde. De eigenaar woonde in het landhuis en verpachtte een deel van zijn bezit aan boeren en tuinders die er hun inkomen verdienden. Dat in tegenstelling tot een buitenplaats waar alleen een landhuis staat temidden van een aangelegd wandelpark.
Warmoezerijen
Opmerkelijk is dat Reigersbergen drie zelfstandige warmoezerijen bezat waar groenten en fruit geteeld werden. Iedere tuinder had een eigen huis, waarvan er nu nog twee aanwezig en bewoond zijn. De tuinderij langs de Leidsestraatweg is het langst in bedrijf geweest als planten- en boomkwekerij. In 2005 werd dat stuk grond gekocht door Louwman om er het automobielmuseum te vestigen. De tuinderij naast uitspanning Het Roomhuis is waarschijnlijk in de Tweede Wereldoorlog verlaten evenals het tuinderskavel bij de Bezuidenhoutseweg. Op twee plaatsen zijn echter de originele en inmiddels gerestaureerde tuinderswoningen nog aanwezig.


Rijksbeschermd stadsgezicht
Het is redelijk uniek dat een dergelijk agrarisch landschap nog midden in de stad aanwezig is. Oudere bewoners van Mariahoeve herinneren zich nog de bouwplannen voor de Amerikaanse school die zich op Reigersbergen wilde vestigen. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is daar met succes tegen geprotesteerd. Die school staat nu in Wassenaar langs de A44. Om te voorkomen dat een dergelijke dreiging opnieuw optreedt, is het landschap van Reigersbergen in 1996 tot Rijksbeschermd stadsgezicht benoemd. Of dat in een verdichtende stad eeuwigheidswaarde heeft, is op dit moment koffiedik kijken. Belangrijk is wel dat de landschappelijke waarde ook door de overheid wordt erkend en is vastgelegd.