Patstelling Vlietland-Noord
Sander Wennekers
Het nieuwe plan weerspiegelt eigentijdse voorkeuren: zonder hoogbouw en met uitsluitend grondgebonden vakantievilla’s, veelal met een eigen aanlegsteiger. Hiervoor moet wel het bestemmingsplan worden gewijzigd. Het ontwerp hiervoor werd in mei 2022 ingediend. Haagwinde berichtte hierover in het septembernummer van 2022.
Na de indiening van het ontwerpbestemmingsplan is een stroom van protesten op gang gekomen, die tot vele tientallen zienswijzen heeft geleid. Deze zijn tot op heden onbeantwoord gebleven. De kern van de bezwaren is tweeërlei. Ten eerste vernietigt het plan door de kap van vele duizenden bomen en de volledige ontgraving van het gebied de habitat van vijf soorten vleermuizen, een havik, buizerd, boomvalk, sperwer, ransuil, bosuil, tientallen soorten parkvogels en de boommarter. Ten tweede dreigt het plan een al 40 jaar vrij toegankelijk wandelgebied grotendeels af te sluiten voor dagrecreatie door de plaatselijke bevolking uit de omringende gemeenten Leidschendam-Voorburg, Voorschoten, Leiden en Zoeterwoude.
Omdat de vorige, nooit uitgevoerde versie van het plan in 2010 in beroep door de Raad van State is goedgekeurd stelt gemeente Leidschendam-Voorburg zich op het standpunt dat het plan onherroepelijk is. Niettemin zitten het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad ernstig in hun maag met het plan. Om te beginnen kunnen de inhoudelijke bezwaren niet weerlegd worden. Aan de andere kant vreest de gemeente op te moeten draaien voor forse schadeclaims van de projectontwikkelaar als ze het nieuwe ontwerpbestemmingsplan niet zou goedkeuren.
Dubbelrol provincie
Ook voor de provincie Zuid-Holland is dit een hoofdpijndossier. Zij is al sinds 1976 eigenaar van het gebied en heeft in het verleden afspraken met ‘Recreatiecentrum Vlietland’ gemaakt over de commerciële ontwikkeling van het gebied. Maar de provincie is ook verantwoordelijk voor de ruimtelijke kwaliteit en voor beheer, bescherming en versterking van de natuur.
De dubbelrol van de provincie komt haarscherp naar voren in het eind mei 2024 gepubliceerde artikel ‘Zestig jaar touwtrekken om Vlietland’. In dit onderzoeksverslag, dat bijna leest als een soap, valt ook te lezen hoe het dossier tot grote spanningen binnen het provinciehuis in Den Haag heeft geleid. Enerzijds wil de provincie een betrouwbare overheid zijn, anderzijds heeft zij als publiekrechtelijk toezichthouder op ruimtelijke kwaliteit en natuur steeds meer moeite met het plan.
Alternatief plan
In maart 2024 is in de gemeenteraad een alternatief plan voor de beoogde recreatiewoningen gepresenteerd. De indienende partij wil geen vakantiehuizen in de natuur van Vlietland en beschouwt het huidige plan als een ‘gedateerd concept’. De recreatiewoningen kunnen volgens het plan ook in een opnieuw te ontwikkelen kassengebied naast de kern van Stompwijk gebouwd worden. Dan kan Vlietland groen blijven en hoeft de gemeente de ontwikkelaar geen schadevergoeding van vele miljoenen te betalen als het huidige bouwplan wordt afgeblazen. Door naast het beoogde recreatiepark ook woningbouw te realiseren zou het draagvlak voor scholen en winkels in het dorp Stompwijk, waar de bevolking al 20 jaar niet is gegroeid, een flinke stimulans krijgen. Zo zou het voorstel twee vliegen in een klap kunnen slaan.
Het is ontnuchterend om te zien hoe de gemeente Leidschendam-Voorburg en de provincie elkaar per formele brief deze hete aardappel toeschuiven. Beide menen dat de ander de aangewezen partij is om een nader onderzoek naar de uitvoerbaarheid van het alternatief in te stellen. Wel heeft de provincie aangegeven dat indien de private overeenkomsten over de recreatiewoningen in Vlietland worden ontbonden ook de verplichting van de provincie om de Rietpolderweg te verleggen en verhardingen weg te halen vervalt. Ook heeft zij zich bereid verklaard om te bezien of (een deel van) het hiervoor gereserveerde budget ingezet kan worden om de realisatie van het nieuwe plan mogelijk te maken.
Boommarter als ‘game changer’?
Op 2 augustus jongstleden liet de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) een bommetje barsten, doordat zij de door de projectontwikkelaar aangevraagde omgevingsvergunning “voor het beschadigen of vernielen van verblijfplaatsen en leefgebied van de op Vlietland aangetroffen boommarter” weigerde. Daarbij wordt melding gemaakt van negen voor de boommarter geschikte verblijfplaatsen in het plangebied. Ook wordt gewezen op de aanwezigheid van de eerder in dit artikel genoemde beschermde andere diersoorten. Tenslotte voert de ODH aan dat onvoldoende is aangetoond dat de huidige locatie de enige bevredigende optie is. Zo is de projectontwikkelaar na jaren van voorbereidingen weer terug bij af.
Oplossingsgericht denken
Iedereen ziet het belang van een betrouwbare overheid, die zich houdt aan gemaakte afspraken. Anderzijds moet er, als goedgekeurde bouwplannen meer dan 10 jaar op de plank blijven liggen, ook ruimte zijn voor voortschrijdend inzicht. De natuurwaarden van Vlietland-Noord zijn na 2010 verder toegenomen. Het belang van het gebied als habitat voor tientallen diersoorten, als schakel in een doorlopende ecologische verbinding van Rijswijk tot Leiden is onmiskenbaar. Ook is het van steeds meer belang als wandelgebied voor de groeiende bevolking van de omliggende gemeente. Wij hopen dat een oplossing kan worden gevonden die de natuur in Vlietland-Noord spaart.