Home » Onze nationale weidekoning bedreigd

Onze nationale weidekoning bedreigd

Sinds dit jaar heeft Nederland een nationale vogel,namelijk de grutto (Limosa limosa) een weidevogel bij uitstek.Via het programma Vroege Vogels,dat tien vogelsoorten nomineerde, viel de keuze - met ruim een kwart van de 40.000 uitgebrachte stemmen - op de grutto ! Door: Adri Remeeus

De grutto behoort, net als wulp,kievit, scholekster en tureluur tot onze bekendste weidevogels. Van maart tot en met juni geven ze kleur en vooral geluid aan de weidegebieden. Vanwege zijn opvallende gedrag wordt de grutto ook wel de koning van de weidevogels genoemd.
Na hun overwintering in West-Afrika komen de eerste grutto’s eind februari terug in ons land. Allereerst strijken ze neer in moerasgebieden om zich vol te eten en om in goede broedconditie te komen. De lange reis heeft namelijk veel energie gekost. Maar dan, rond half maart, zoeken de gevormde paartjes het weiland op en dat kan met veel ophef gepaard gaan.

De koning laat zich gelden
De grutto laat zich in de broedtijd niet onbetuigd. Dat begint al in de periode voorafgaande aan het leggen van eieren. Een zangvogel zingt zijn liedje nabij het nest maar bij de grutto werkt dat anders. Luid
zijn eigen naam roepend, vliegt hij rond boven zijn leefgebied. Soortgenoten voegen zich bij hem en zo kan het gebeuren dat een groepje van acht of soms meer grutto’s luid roepend het luchtruim doorklieft. En ineens is dat afgelopen; de groep valt uiteen en elk paar landt op zijn eigen plek. Het mannetje accentueert dat door direct na de landing de vleugels opgestoken te houden; de witte onderzijden ervan wapperen even als vlaggetjes in het land. Het is een spektakel dat ook in de omgeving van Den Haag goed waar te nemen is, met name in april. Neem het fietspad dat dwars door de Duivenvoordse-Veenzijdse polder loopt en posteer u op de brug over de Veenwatering. Succes gegarandeerd.

Tijd voor de jongen
De jongen van de grutto behoren tot de nestvlieders. Als zij uit het ei zijn, gaan zij vrijwel direct zelfstandig op zoek naar voedsel als kleine insecten en spinnetjes. Lekker makkelijk voor de oudervogels, zou je denken, maar zo werkt het niet. De ouders hebben namelijk hun handen vol aan het grootbrengen van de jongen. Zij moeten hen bescherming bieden tegen opdringerige koeienpoten, tegen roofvogels en roofdieren en eigenlijk ook tegen menselijke activiteiten als maaien. Vooral dat laatste is een schier onmogelijke taak.

De grutto in zwaar weer
Broedden er rond 1975 nog zo’n 130.000 paartjes in Nederland, dat aantal is inmiddels gedaald tot 30.000. Een afname met liefst 75% in 40 jaar tijd! En die afname gaat nog steeds door, ondanks de inspanningen van veel boeren en vrijwillige weidevogelbeschermers om het tij te keren. Zij doen dat door het inrichten van vochtige weidegebiedjes met plasdras en het niet maaien van slootranden. Helaas blijkt dat toch onvoldoende soelaas te bieden. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat de achteruitgang wordt veroorzaakt omdat er onvoldoende jongen groot komen, zelfs te weinig om de huidige populatie op peil te houden. Grootste oorzaak van de kuikensterfte is het inzaaien van de weilanden met Engels raaigras. Door de monocultuur van één grassoort zijn er veel minder insecten voor de kuikens aanwezig. Bovendien wordt het gras vaak vier keer per jaar gemaaid om de voorraad wintervoer voor de koeien aan te vullen. Maaien is niet alleen een rechtstreekse bedreiging voor de kuikens, daarmee verdwijnt tevens de dekking en worden de jongen een makkelijke prooi voor roofdieren. De beste broedresultaten worden daarom behaald op weilanden met veel verschillende grassoorten waar laat gemaaid wordt.

Rampjaren
Landelijk waren 2014 en 2015 rampjaren voor de grutto, met een veel te lage jongenproductie. Dat kwam ook door het droge voorjaar waarin weinig voedsel beschikbaar was. Het feit dat de ouderparen (grutto’s kunnen 10 jaar oud worden) trouw blijven terugkeren naar hun broedplaatsen maskeert die achteruitgang enigszins, maar het is toch echt vijf voor twaalf!

Wat moet er gebeuren?
Staatssecretaris Van Dam heeft de verkiezing van de grutto tot nationale vogel aangegrepen om met een nieuw plan van aanpak voor de bescherming van weidevogels te komen. Details zijn nog niet bekend, maar het zal natuurlijk een breder plan worden dan alleen voor de grutto. Want ook andere weidevogelsoorten, vogels van akkerranden en een fors aantal bijen- libellen- en vlindersoorten hebben het zwaar in het huidige agrarische landschap. Een alles omvattende insteek heeft dus de voorkeur. En daar zijn kansen voor.
Gelukkig heeft het Europees parlement de voorgenomen afzwakking van onze natuurwetgeving geblokkeerd. Twee belangrijke natuurwetten,de vogel- en de habitatrichtlijn blijven intact en die richtlijnen zullen de kaders moeten vormen waarin een totaal beschermingsplan geworteld moet zijn. Met alléén een slootrand hier, een akkerrand daar en wat nestkasten zijn we er niet.
Slechts een intensieve samenwerking tussen beheerders, boeren, onderzoekers en vrijwilligers kan het tij keren en er hopelijk voor zorgen dat ook in de verdere toekomst weidevogels floreren in een omgeving waarin de boer rendabel kan blijven werken. De subsidie die Van Dam nu geeft om de koeien al in april het land op te sturen, zal voor de grutto in ieder geval verkeerd uitwerken.