Omgevingswet: het omgevingsplan
In de vorige Haagwinde werd een onderdeel van die wet behandeld: de omgevingsvisie. Iedere gemeente moet er één maken. De volgende stap is het omgevingsplan. Daarvan komt er één per gemeente. Het vervangt alle bestemmingsplannen en omgevingsverordeningen. Omdat in de samenspraak en soms tegenspraak met de gemeente bestemmingslannen een cruciale rol spelen wordt het omgevingsplan dus uitermate belangrijk voor de AVN.
Exit bestemmingsplannen
Bij een bestemmingsplan is er een vaststaand bezwaartraject: ben je het niet eens met onderdelen uit dat plan, dan kun je daar een zienswijze (inspraakreactie) op indienen. Daar is een vaste termijn voor. Daarna komt het College van B&W met antwoorden op de zienswijzen en stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast. Ben je het daar niet mee eens, dan kan je tegen dat besluit in beroep bij de bestuursrechter en uiteindelijk bij de Raad van State. Dat gaat in de nieuwe omgevingswet anders worden. Er staat veel in over inspraak in het voortraject, maar het meeste daarvan is (voor de gemeente) tamelijk vrijblijvend.
Wat is het omgevingsplan?
In de in de vorige Haagwinde behandelde omgevingsvisie geeft een gemeente globaal aan hoe zij met de leefomgeving om wil gaan. Den Haag is daar nog volop mee bezig, maar bijvoorbeeld de gemeente Westland heeft al een omgevingsvisie. In een volgende stap werkt zij alles uit in haar omgevingsplan. Het omgevingsplan bevat de regels voor de fysieke leefomgeving. De gemeente kan voor ieder gebied zeggen welke activiteiten zij wel of niet toestaat, maar dat hoeft niet heel specifiek te zijn. Ook geeft de gemeente aan welke regels zij aan de activiteiten stelt. In het omgevingsplan komt alles te staan wat in de huidige bestemmingsplannen staat, plus allerlei voorschriften die nu nog in aparte regelgeving zijn vastgelegd.
Inspraak
Een omgevingsplan hoeft niet, zoals nu een bestemmingsplan, om de tien jaar te worden vernieuwd. De bedoeling is dat er regelmatig aanpassingen komen van het omgevingsplan en dat de inspraak per aanpassing wordt georganiseerd. Een wijziging in het omgevingsplan gaat dus lijken op wat het bestemmingsplan eerst was, met enkele belangrijke verschillen.
In een handleiding voor gemeenten van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) staat te lezen dat de gemeente, per aanpassing, eerst moet onderzoeken welke doelgroepen gaan participeren in een wijziging. Welke dat zijn is afhankelijk van het deelgebied en de aard van de wijziging. Deze groepen moeten in het participatieproces worden betrokken. Hoe, dat is aan de gemeente om te bepalen. Er is wel een rapportageverplichting.
De ‘zienswijze’, die tot nu toe op een bestemmingsplan kon worden ingediend als het in ontwerp was gepubliceerd, blijft bestaan voor wijzigingen in het omgevingsplan.
Bezwaar en beroep
De mogelijkheid bezwaar in te dienen tegen een wijziging in het omgevingsplan vervalt. De wetgever vindt dat het voortraject met alle inspraak voldoende is. Tegen een besluit tot vaststelling van het omgevingsplan (en een wijzing van het omgevingsplan) staat beroep open bij de Raad van State. Eén van de redenen waarom de invoering van de wet zolang duurt is, dat de Eerste Kamer zeker wil stellen dat de rechtsbescherming van burgers niet achteruit gaat in de nieuwe wet. Dat wil zeggen dat de burger, maar ook organisaties als de AVN, naar de rechter (Raad van State) kunnen stappen met gefundeerde bezwaren tegen een wijziging van het omgevingsplan. Dat lijkt nu geregeld te zijn. Interessant is, dat in de nieuwe situatie tegen meer onderdelen beroep kan worden ingediend dan nu. Er zijn namelijk ook onderdelen in het omgevingsplan opgenomen waartegen je nu niet in beroep kunt gaan: de huidige aparte regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving.
Overgang
Gemeenten hebben nog tot 2029 de tijd om een omgevingsplan op te stellen. Desgevraagd geven Den Haag, Rijswijk, Zoetermeer en Westland aan ‘er mee bezig te zijn’. Niet verwonderlijk, want behalve in Westland zijn ook de omgevingsvisies nog niet klaar.
Voorlopig heeft het allemaal niet zo’n haast, lijkt het. Alle bestaande bestemmingsplannen vallen automatisch onder het omgevingsplan. Zolang er geen integraal omgevingsplan is lijkt er weinig aan de hand. Ook als een bestemmingsplan onder het huidige systeem zou vervallen omdat de tien jaar zijn verstreken blijft het onderdeel van het omgevingsplan. De AVN is een betrokken partij in de discussies met gemeenten.
Jos Verhoeff