Natuurvriendelijke stadsontwikkeling
Dick Ooms – Voorzitter
Daarachter bevinden zich landinwaarts eeuwenoude landgoederen op de oude strandwallen, zoals Clingendael en Ockenburgh. Ook liggen er in de directe omgeving mooie en kwetsbare veenweidegebieden zoals de Duivenvoortse en Veenzijdse Polder bij Wassenaar. Daarbij geldt op veel plaatsen dat de dicht aaneengesloten bebouwing direct grenst aan deze natuurgebieden. Alle reden dus om voorzichtig te zijn met stadsontwikkeling: we hebben veel groen om te beschermen en zuinig op te zijn.
Die situatie is helaas geen reden voor het gemeentebestuur om pas op de plaats te maken voor wat betreft de groei van Den Haag. Er zouden nog 100.000 Hagenaars bij moeten komen. Veel plaats daarvoor is er niet, het bebouwde gebied kan nog nauwelijks worden uitgebreid. Stadsverdichting zoals in Den Haag Zuid-West en het herbestemmen van bedrijventerreinen zoals de Binckhorst, zijn dan het enige alternatief.
Maar de verdere verstening van het stedelijk landschap is zowel voor mens als natuur een weinig aanlokkelijk vooruitzicht.
Zoals vaak het geval is, zijn de groene beleidsvoornemens van de gemeente wel op orde. Ruim twee jaar geleden kwam het beleid voor natuurinclusief bouwen tot stand, gericht op het verzekeren van een groene en aantrekkelijke leefomgeving. Door meer natuurlijk groen op en aan gebouwen en in de openbare ruimte worden ongewenste effecten van stadsverdichting, zoals hittestress en wateroverlast, tegengegaan. Natuurinclusief bouwen moet ook zorgen voor nest- en schuilplekken voor diersoorten die in een stedelijke habitat onder druk staan, zoals huismus, gierzwaluw en vleermuis. Als er bij stadsverdichting onvoldoende wordt voorzien in groen voor recreatie in de directe omgeving, leidt dat tot grotere druk op de omliggende grote groengebieden zoals Haagse Bos en Westduinpark.
Het komt er nu dus op aan voor Den Haag om de daad bij het woord te voegen en vol in te zetten op natuurinclusief bouwen. De AVN heeft er bij de gemeenteraad recentelijk op aangedrongen dat de gemeente hierbij haar verantwoordelijkheid neemt en dit niet te veel overlaat aan bewoners en marktpartijen. Voor dat standpunt kregen we steun van gemeenteraadsleden. En natuurlijk blijft de AVN hierbij betrokken, in nauwe samenwerking met bewonersorganisaties.
Daarnaast zou de noodzaak van groei kunnen worden heroverwogen. Bijna overal is immers meer ruimte voor woningbouw dan in Den Haag en omgeving.