Moerascipressen worden verplaatst

Het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg wordt momenteel verbouwd om tijdelijk ruimte te bieden aan de Tweede Kamer. Vanaf het zomerreces van 2020 zal het parlement hier ruim vijf jaar domicilie houden terwijl de gebouwen aan het Binnenhof gerestaureerd worden. Omdat de Kamer per jaar 300.000 bezoekers ontvangt, was het nodig om een extra entree te maken in het tijdelijke gebouw. Daarvoor moet het moerasparkje aan het binnenplein worden verwijderd. De AVN was het daar in eerste instantie niet mee eens, maar bij nadere beschouwing en informatie bleek er geen andere oplossing.
Verplanten in plaats van kappen
De AVN vond echter dat de bomen niet gekapt hoeven te worden. De 14 moerascipressen staan ieder afzonderlijk in een grote pot die op hun beurt in een vijver staan. Rondom groeien weliswaar grote wortelpruiken uit de pot, maar die kunnen makkelijk ingepakt worden tijdens het vervoer. Het bewijs dat de bomen in deze potten goed verplaatbaar zijn, was al eerder geleverd toen de bomen in 2006 tijdelijk van hun plaats moesten worden gehaald voor reparatie aan het dak waarop ze staan.
Bezwaar en Vovo
Op 27 november, vlak voor het verlopen van de termijn diende de AVN haar bezwaar in. Lastig voor de projectleiders van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), die daar in hun planning niet op hadden gerekend. Omdat alleen een bezwaar de kap van de bomen niet tegenhoudt, werd er ook een voorlopige voorziening (Vovo) bij de rechtbank aangevraagd. Dat gaf de zekerheid dat het RVB niet alsnog de zaag in de bomen zou zetten.

Voorzieningenrechter
De zitting van de rechtbank diende op 10 januari 2019. De gemeente moest daar uitleggen waarom er besloten was tot afgifte van de kapvergunning. Ter zitting kwam er echter geen duidelijk beeld. De groenbeheerder sprak over twee jaar voorbereidingstijd en een ingewikkelde ophanging na herplant. Ook meldde hij dat er geen geschikte locatie beschikbaar zou zijn. De rechter was niet overtuigd en vroeg beide partijen om meer informatie. De AVN schakelde J’ørn Copijn in voor advies. Zijn bedrijf had in 2006 de tijdelijke verplaatsing van de potten met succes uitgevoerd. Binnen een week leverden we gezamenlijk een advies in bij de rechtbank. De gemeente liet hierop per brief haar tegenargumenten horen en de rechter schortte zijn uitspraak over de voorlopige voorziening een aantal weken op.
Bezwaar is gegrond
Op 5 februari diende de feitelijke zitting bij de Adviescommissie Bezwaren. Ook daar werd uitgebreid gediscussieerd over de mogelijkheden van verplanting waarbij de Adviescommissie verwees naar de passage in het college-akkoord waarin juist wordt aangegeven dat bomen “het groene kapitaal van de gemeente” zijn. De gemeente zou dus zeer terughoudend moeten omgaan met boomkap. Vanwege die uitgangspunten en de twee onafhankelijke adviezen van Terra Nostra en Copijn die beide tot de conclusie kwamen dat er langs de Schenk voldoende ruimte is om deze moerascipressen te herplanten, besloot de Adviescommissie Bezwaren dat het goed mogelijk is om deze bomen een nieuw leven te geven langs de Schenk. De AVN werd daarbij in het gelijk gesteld.
Verplaatsing naar buiten de stad
De beleidsambtenaren van de gemeente lieten echter weten de bomen absoluut niet te willen overnemen. Voor de Schenkstrook zijn er andere beplantingsplannen en alhoewel de bomen gezond en vitaal zijn, vinden de groenbeheerders het risico van mislukken na verplanting groot. Dat zou dus betekenen dat ze alsnog gekapt moeten worden. Gelukkig liet het Rijksvastgoedbedrijf weten dat verplanting in hun ogen toch gewenst is en in overleg met Copijn wordt dit nu uitgevoerd naar een locatie buiten de stad. Het is een hele operatie die drie dagen in beslag zal nemen. De mannen van Copijn hebben echter voor hetere vuren gestaan