Maandelijkse mirakels
Eric Wisse
Dit bracht een opgetogen stemming teweeg, want dat is nogal een verschijning! En bepaald niet alledaags. De dames mogen dan groter zijn, de mannetjes komen goed voor de dag met hun fraaie, gevederde antennes. Hij is familie van een heel aantal andere kevers die we in de Westduinen aantreffen, waaronder de algemene rozenkever en de zeldzame bolronde helmkever.
Maar de keverfamilie is goed vertegenwoordigd, ook met de gewone meikever, de bosmeikever en de junikever, die hun naam danken aan hun vliegtijden. Al deze soorten vallen onder de Scarabaeidae. Van de julikever tref je vaak alleen een van de opvallend getekende schildjes aan in het warme zand van het duingebied, als het diertje ten prooi is gevallen aan een vogel. Voor een levend dier moet je meer geluk hebben.
Gericht speuren, of mazzel hebben
Ook mestkevers vallen onder de Scarabaeidae. De in de duinen aanwezige Schotse hooglanders worden ingezet om de kwijnende konijnenpopulatie te helpen het duin open en gevarieerd te houden. Ze eten zowel kruidachtige gewassen als jong opschot, takken. Hun poep is, zeker als het droog is, prima hanteerbaar en stinkt niet. Het zit vol resten organisch materiaal en verschilt daarmee van de ‘diarree’ van melkkoeien, die feitelijk te eiwitrijk voedsel krijgen. Gek genoeg treffen we nog weinig mestkevers in de Westduinen aan, maar ze zijn er wel degelijk. Zoals de hoornmestkever.
De naam kan een aanwijzing zijn
Bij sommige zeldzame kevers kan de naam je helpen zoeken. Zo is het heggenranklieveheersbeestje specifiek aan heggenrank gebonden. En van de bolronde helmkever kun je ook bedenken waar je die moet gaan zoeken: tussen het helm in de zeereep. Bij andere (zeer) zeldzame kevers als de kustschorsloper, de grote duinkruiper en de duinloper geeft de naam veel globaler aan waar je die kunt vinden. Maar dat je in de duinen moet zijn is helder. Soortbeschrijvingen geven soms meer specifieke details prijs, zoals over biotoop en voedselplanten.
Relatie met naaldbomen
De larven van de julikever eten wortels van grassen. Dat komt goed uit, aangezien deze vaak andere planten verdringen. De volwassen kever knaagt aan dennennaalden. Hoewel dennen in het hele land voorkomen moet je deze soort zoeken langs de kust.
Er zijn plekken langs onze kust waar uitheemse dennen massaal zijn ingebracht en daar met hun monotone, verzurende aanwezigheid de oorspronkelijke rijkdom aan specifieke duinsoorten en -biotopen sterk hebben teruggedrongen. In de Westduinen speelt dat gelukkig niet: daar zijn het vaak kleine clusters, die veelal eerder bijdragen aan biodiversiteit: roofvogels bouwen er hun nesten, kuifmees, zwarte mees, goudhaan en kruisbek zijn er van afhankelijk en eekhoorns en spechten eten de zaden. Ook de julikever past dus in dat rijtje. Mocht men hier in willen grijpen op het aandeel dennen omwille van soortenrijkdom, dan zal er een goede afweging moeten worden gemaakt.
Jaarrond leven in de brouwerij
Zoals eerder aangegeven zijn er meerdere insecten met namen die naar de maand verwijzen waarin ze het meest worden aangetroffen. Denk aan de maartse vlieg en de novemberspanner, een nachtvlinder. Die laatste is bijzonder, omdat er in de koude maanden steeds minder kruipt en vliegt.
Zoals het voor vogelaars een uitdaging is om bijzondere, vaak zeldzame vogels te spotten, zo willen sommigen ook graag moeite doen voor andere dieren. Het speuren kan zelfs de symptomen van goudkoorts aannemen. De zeldzame, amber-zwartglimmende muurpriemkever leeft in spleten van oude muren, die gelegen zijn in een groene omgeving. Saillant detail: ze zijn alleen ’s nachts actief! Er zijn overigens meerdere keversoorten met deze overlevingsstrategie. Muurpriemkevers worden bovendien vooral in de winter gevonden.
Dan ga je dus met een lamp op het voorhoofd op zoek, nadat je hebt uitgezocht welke muren in de omgeving geschikt zijn. Men had hem met recht decemberkever kunnen noemen.