Laaghangend (groen) fruit
Joris Meinardi
Toch is er veel groen dat helemaal niet zo aantrekkelijk en ook niet goed voor de biodiversiteit is. Er zijn veel druilerige grasveldjes en bermen. Goede voorbeelden zijn er ook, maar er is nog veel makkelijke ruimte voor verbetering. Daar is nu het initiatief ‘Groene Bloemenweides’ voor ontstaan. Stadsbreed wordt geïnventariseerd waar ‘ongelukkig’ groen aanwezig is.
‘Groene Bloemenweides’
U kent ze wel, de te korte grasvelden waar iedere bloem meteen wordt weggemaaid. De bedoeling is om al deze weides en bermen van een gras-monocultuur om te vormen in een wildbloemenweide. Meer kwaliteitsgroen zorgt voor een weerbaardere ecologie en een gezondere leefomgeving met minder fijnstof. Vaak zal een ander maaibeleid voldoende zijn, maar als er ingezaaid moet worden voor een snelle start, dan moeten daar waar dat mogelijk is inheemse soorten worden gebruikt. Vaak zal dat niet nodig zijn: inheemse planten en bloemen zullen vanzelf opkomen als de omstandigheden gunstig zijn.
De initiatiefnemers denken ook na over makkelijk te ontstenen gebiedjes. Maar er zijn ook echte steenbiotopen: planten die tussen stenen door groeien en die met name in Scheveningen op een aantal plekken voor verrassend groene stenen taluds zorgen. Ook die kunnen er met een aangepast maaibeleid heel groen uit gaan zien.
Omdat het initiatief vooral het ‘laaghangend fruit’ wil vergroenen moet ook worden gekeken naar de kosten. Een ecologisch maaibeleid is volgens de gemeente in ieder geval niet veel duurder. De verwachting is ook dat de bloemenweides, als omwonenden er goed en actief bij worden betrokken, positief zullen worden ontvangen. Dat kan ook voorkomen dat bewoners zelf aan de slag gaan en ongewenste soorten neerzetten die de biodiversiteit juist niet verhogen.
Uitwerking
Inmiddels is een groep al ver gevorderd met de uitwerking van het idee. In overleg met een van de gemeentelijke stadsecologen en de AVN is een lijst opgesteld met zoveel mogelijk locaties. Bij iedere geschikte locatie zal worden bekeken wat op die plek de juiste aanpak is. Er moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de bezonning, bodem, afwatering en de soorten die er van nature voorkomen. Het gaat er vooral om de natuur ter plaatse een kans te geven zich te ontwikkelen. Van iedere plek zal ook worden bekeken of veranderen van maaibeleid genoeg is. Waar dat absoluut nodig gevonden wordt kan dan worden bijgezaaid. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn als de nieuwe weide lang versteend is geweest. Maar ook is het belangrijk om snel een aantrekkelijk ogende weide te hebben om het draagvlak van omwonenden te behouden. Maar geschiktheid voor vergroening en enthousiasme van omwonenden is niet genoeg. Daarom worden alle gebiedjes niet alleen bekeken door deskundigen van natuurorganisaties, maar ook door de verantwoordelijke ambtenaar van de gemeente. Naast de geschiktheid uit oogpunt van natuur wordt ook gekeken naar andere aspecten zoals veiligheid, zicht in verband met de verkeersveiligheid, gebruik door hulpdiensten, gedeeld gebruik, recreatie, in- en uitstappen van parkeerders, het eventueel aangewezen zijn als hondenuitlaatgebied en de historische aanblik. Pas als alle seinen op groen staan is het perceel geschikt.
Er is ook al een proeflocatie: de oprit bij het Hubertusviaduct. De ontwerper van het kunstwerk in het midden heeft laten weten geen bezwaar te hebben tegen het initiatief en de gemeente is er al mee bezig.
Nog meer mogelijkheden
Eerst moet de aanpak van bestaande locaties zich hebben bewezen, maar als het eenmaal werkt kun je verder kijken. Misschien zijn boomspiegels een optie en particuliere (VVE) gazons en binnenplaatsen. Dit initiatief hoort ook bij het bouwen aan de natuurinclusieve stad, dus groene oevers en kades moeten ook niet worden vergeten. Er wordt veel gepraat over groene daken en daar zijn al een aantal succesvolle voorbeelden van, maar vaak wordt bij het ontwerpen van zo’n dak de aansluiting met bestaand grondgebonden groen of andere daken vergeten. Misschien zijn er makkelijke aanpassingen mogelijk om die aansluiting alsnog te maken. Je kunt denken aan groene gevels.
Verschuiving in het denken
Als uit dit initiatief alvast een aantal proefvelden en extra ontsteen-mogelijkheden komen is dat al winst te noemen. Het zal een voorbeeldfunctie hebben als omwonenden zien dat het werkt. Die omwonenden moeten er wel op een goede manier bij betrokken worden. Het zou mooi zijn als mensen veldjes en bermen zelf kunnen aanmelden en ‘adopteren’. De bereidheid is er meestal wel, de kennis veelal niet. Maar ook ervaren groen-aannemers en -beheerders zijn omwonenden. Die hebben de kennis vaak wel.
De initiatiefnemers willen ook bereiken dat het beleid steeds minder ‘top-down’ over bewoners wordt uitgestort. Den Haag doet zijn best, maar meer betrokkenheid is altijd goed. Heb je die niet, is de mooie bloemrijke weide al gauw weer verdwenen. Het is van groot belang dat we de bestaande -nu nog erg geconcentreerde- kennis en ervaring breder beschikbaar maken en we met alle betrokkenen toegaan naar een situatie waarin wordt gefaciliteerd in plaats van gedirigeerd!