Kuifmees en naaldhout – een precaire verbinding?
Adri Remeeus. Foto Wim de Koning Gans
De kuifmees hoort landelijk nog tot de vrij talrijke broedvogels met ongeveer 14.000 broedpaartjes. De verspreidingskaart ervan zou als een sjabloon passen op een kaart die de verspreiding van naaldhout weergeeft: Drenthe, het Veluwemassief, de Utrechtse Heuvelrug en Noord-Brabant. Ook de duinstrook is zichtbaar. De kuifmees komt daar voor van Schoorl tot Den Haag.
Kuifmees nader geïntroduceerd
De kuifmees broedt uitsluitend in naaldbossen boven een bepaald oppervlak. Bossen kleiner dan vijftig hectare zijn minder geschikt als leefgebied dan grote aaneengesloten complexen. Als de bossen kleiner worden daalt zowel het aantal als de dichtheid van de kuifmees. Dat wil zeggen dat er natuurlijk minder kuifmezen in een klein bos voorkomen, maar ook minder per hectare.
In de Haagse regio is de soort vrijwel beperkt tot het Ganzenhoekbos in de noordhoek van Meijendel en het Duinrellbos. Vanaf half juni kunnen ook op andere plekken kuifmezen worden waargenomen. Dat zijn altijd de jongen. Volwassen vogels komen zelden verder dan vijftien kilometer van hun broedomgeving, zo is uit ringonderzoek gebleken. Dat maakt de soort zo kwetsbaar.
Vervangen van naald- door loofbomen
De afgelopen decennia is heel wat naaldhout verdwenen.
Nadat in de jaren zeventig en tachtig door de zure regen veel naaldbomen waren gestorven, zijn veel bossen omgevormd tot gemengde bossen. Ook zijn naaldbossen geruimd om ruimte te maken voor heidevelden. Ook in onze omgeving zijn een aantal jaren geleden in het Ganzenhoekbos heel wat dennen gesneuveld. Sinds eind vorige eeuw is het aantal kuifmezen daarom landelijk gestaag afgenomen. En omdat de soort zo honkvast is gaat hij niet op zoek naar andere naaldhoutbossen. Voor de populatie in de duinen is een extra obstakel het feit dat de naaldbossen in de duinen geïsoleerd liggen van de overige geschikte bossen.
Verdwijnt de kuifmees uit ‘het Haagse’?
Het is lastig te zeggen of de kuifmees in onze regio kan voortbestaan. Feit is wel dat kleine en geïsoleerde populaties compleet kunnen verdwijnen door het vellen van naaldbossen. Dat geldt trouwens ook voor vogelsoorten als zwarte mees en kruisbek. Ook bevatten dennenbossen specifieke plantensoorten, zoals de kleine keverorchis en de dennenorchis, en paddenstoelen als de panteramaniet, dennenbloedzwam en de paarse dennenzwam. Beheerders moeten beseffen dat naaldhout een eigen, kostbaar ecosysteem is dat verloren gaat bij het overgaan op een gemengd bos.