Het Doornduin, klein maar fijn natuurgebied
Mag je op eigen terrein dan niet aan de slag gaan in het broedseizoen? Het antwoord is “nee”. Iedereen heeft een zorgplicht voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. Dat staat in de nieuwe Wet Natuurbescherming. Dan mag je zeker niet met een graafmachine de onderbegroeiing gaan weghalen. Zelfs als je een kapvergunning hebt, mag je niet kappen in het broedseizoen. Dat staat in de vergunningsvoorwaarde.
Handhaaf het bestemmingsplan
Maar ook na het broedseizoen is zorg nodig. Het lokale bestemmingsplan moet worden gehandhaafd. Daarin staat dat de ecologische verbindingszone in stand moet worden gehouden, ook op particulier terrein. Dat wil zeggen, dat geen groot oppervlak vergraven, geëgaliseerd of verhard mag worden. Ecologisch beheer, met bijvoorbeeld de aanleg van een vijver/paddenpoel zou wel een verrijking zijn voor de natuur, een zwembad of feestterrein aanleggen beslist niet.
De AVN schreef hierover een brief aan de gemeente. Eén van de omwonenden verzamelde binnen een paar dagen 127 handtekeningen van omwonenden om de brief te ondersteunen. Het Doornduin is bij hen heel geliefd, dat blijkt wel. Vrijwilliger Jan Petit kwam al vaker in actie voor het behoud ervan. Hij ruimt dagelijks zwerfafval op en organiseert eens per jaar een grote onderhoudsbeurt met buurtbewoners. Daarvoor kreeg hij de ‘gulden klinker’ van de gemeente.
Veel omwonenden hebben hun tuin ook natuurlijk ingericht, waardoor het groengebied groter is dan de feitelijke aanwijzing in het bestemmingsplan.
Klein maar fijn
Wat maakt het Doornduin bijzonder? Het is een schakel tussen de Natura 2000 gebieden Westduinen en Oostduinen/Meijendel, een restant stukje duin in stedelijke omgeving. Maar ook historisch interessant: de schilder Mesdag had er zijn buitenatelier.
Het Centrum voor Milieukunde (CML) van Universiteit Leiden heeft er in 2007 een rapport over uitgebracht: “Opvallend is het grote aantal aangetroffen plantensoorten van ca. 180 op zo een kleine oppervlakte.” Insectendeskundige Alexander Deelman heeft toen minstens vijf soorten insecten gevonden die niet eerder in Nederland waren gemeld. Ook werden 23 soorten dagvlinders, 70 soorten zweefvliegen, 250 andere vliegensoorten, 29 soorten gallen en 12 soorten slakken gevonden. Opvallend is ook de aanwezigheid van hazelworm en vroedmeesterpad. Al komen deze amfibieën hier niet van nature voor, ze handhaven zich er wel al lange tijd. Ze zijn in heel Nederland beschermd. De hazelworm lijkt een beetje op een slang, maar is in feite een pootloze hagedis. Hij kan bijvoorbeeld ook zijn staart verliezen, wat slangen niet kunnen.
Voor de vroedmeesterpad is de melodieuze roep kenmerkend en dat de mannetjes eitjes op hun rug dragen. Als die bijna uitkomen worden ze naar het water gebracht.
Alles hangt samen
Hoe is de toestand in 2020? AVN vrijwilligers gingen op zoek naar planten en vogels. Een aantal kenmerkende duinplanten is helaas verdwenen, het gras is dichter geworden. Een soort die in 2007 als bijzonder genoemd werd, staat er nog wel: de stinkende ballote. De plant stinkt niet alleen, maar is ook harig. En dat is weer belangrijk voor de grote wolbij, die de haren gebruikt als wol om zijn nest te bekleden. Volgens Deelman verdween deze bijensoort echter voorgoed toen één keer het duingrasland op een verkeerd tijdstip heel kort werd afgeschoren. De relatie tussen planten en insecten luistert nauw. Het maaibeleid is cruciaal. Beter is niet overal tegelijk te maaien, delen te laten staan. Het maaisel wordt afgevoerd om het grasland te verarmen, maar is dat voldoende? Er komen veel honden, de aanlijn- en opruimplicht wordt nauwelijks gehandhaafd. Er zijn weinig kale zandplekken meer over. Die zijn juist belangrijk voor insecten. Interessant zijn de dansvliegen. Mannetjes presenteren als bruidsgeschenk een prooi. Deelman onderzocht die en vond dat daar ook een wiervlieg bijzat afkomstig van de vloedlijn. Bewijs van de ecologische verbinding met het strand, al is dit ruim 800 meter verderop. In 2020 werden minder broedvogels geteld dan eerder. De nachtegaal is er nu niet meer gehoord. Dit heeft te maken met een afname van laag struweel en open ruimte in het bos.
De toekomst
Het gebied is klein, dus blijft het belangrijk dat het niet nog kleiner wordt door het aanbrengen van verharding of bebouwing. Het moet beter worden verbonden met andere groengebieden, schreef het CML al. De AVN maakt een kort rapport met ideeën voor het behoud, beheer, herstel en verrijking van dit stukje natuur in de stad. Het zou goed zijn dat die in samenwerking met de gemeente wordt vastgelegd in een eenvoudig beheerplan.