Het bosbeheer in Den Haag verandert
Caroline de Jong
Oude beheerplannen worden vervangen
Jaren geleden werden in overleg met AVN en bewonersorganisaties beheerplannen opgesteld door de gemeente. Nu worden nieuwe plannen gemaakt. Daarnaast wordt aan een Nota Grote Groengebieden gewerkt door de gemeente Den Haag. In verschillende Haagse bossen en landgoederen organiseert zij wandelingen waar het beheer wordt besproken.
Veel van wat in de oude plannen stond wordt voortgezet. Bijvoorbeeld dat er een aandeel dood hout moet zijn. Ook worden de gebieden in vijf of zes delen opgesplitst en wordt ieder jaar één deel aangepakt. Heel verstandig, niet alles tegelijk, om dieren zo min mogelijk te verstoren.
Een andere aanpak
Er zijn ook belangrijke verschillen met het eerdere beheer. Vroeger werd er in bescheiden mate hout “geoogst” uit het bos om de kosten voor een deel terug te verdienen. Nu blijft al het hout dat wordt gekapt liggen. Er is dus meer dood hout. Dat is goed voor een rijke, levende bosbodem. Veel soorten paddenstoelen, insecten, vogels en vleermuizen hebben er baat bij. Dat blijft voor sommige bezoekers wennen, want het ziet er on-hollands rommelig uit!
Uitzonderingen zijn er wel. Iepen worden nog altijd verwijderd om verspreiding van iepziekte te voorkomen. En in Madestein zijn zoveel stammen tegelijk vrijgekomen door de essentaksterfte, dat die wel worden weggehaald. Daar worden “boompalen” uit gemaakt voor de aanplant van nieuwe bomen in de stad.
Voor het werk worden geen paarden meer ingezet, maar kleine graafmachines. Klein, om de bodem zo min mogelijk te verdichten. Met het gezaagde worden takkenrillen gemaakt, om de veelheid van paden die in de coronaperiode waren ontstaan te verminderen. Die vele paden zijn verstorend, bijvoorbeeld voor vogels die op de grond broeden. Omdat uit elke gekapte esdoorn weer vele nieuwe ontspruiten, een beetje zoals de koppen van de Hydra, die Hercules moest verslaan, wil men nu een stobbenfrees gebruiken.
Punten van zorg
In het nieuwe beheer blijven ook punten van zorg. Gevreesd wordt, dat op sommige plekken te veel eiken worden weggehaald, of ecologisch interessante oudere esdoorns. Als esdoorns en sneeuwbes worden verwijderd wordt het bos meer toegankelijk. Zo ontstaan vaak platgelopen open gebieden.
In de Scheveningse Bosjes is op de plekken waar sneeuwbes stond een variëteit aan struikjes aangeplant. Een goed idee. Wel bleken hekken en bordjes nodig om de aanplant te beschermen. Veel struikjes gingen dood in droge zomers. Voortaan worden ze in het najaar geplant, dat is beter. Maar ze worden wel vaak overwoekerd door brandnetels en klimmers. Het blijft zoeken naar de juiste oplossingen en vooral, het blijft maatwerk.