Home » Herinneringen aan de Bosjes

Herinneringen aan de Bosjes

Op zondagmorgen, ik was toen een jaar of tien, heel vroeg als mijn ouders nog sliepen liep ik naar de Scheveningse Bosjes. Er waren daar eekhoorntjes die ik pinda’s ging brengen. Ze kwamen die uit mijn hand halen. Eens mocht ik er zelfs een vasthouden. Als ik daaraan terugdenk voel ik het nog.

Jaap van Loenen, foto’s Jacob van der Markt, rond 1920

Dat was in 1939. In de Tweede Wereldoorlog veranderde er veel. Aanvankelijk viel het nog mee, maar in de loop van de oorlog gingen de Bosjes flink op de schop: ter hoogte van de Water­partij kwam een hoofdkwartier van de bevelhebber van de Duitse marine, zwaar bewaakt en goed gecamoufleerd. Een tijdlang waren de Bosjes daarna nog vrij toegankelijk. Later ontstond de vesting Scheveningen. Voor de bouw van de verdedigingslinie Atlantikwall werden op een brede strook alle bomen verwijderd en werd een tankversperring aangelegd. In de hongerwinter van 1944/45 kapten de omwonenden ook veel bomen. Het hout werd in kacheltjes gestookt voor een beetje verwarming en om te kunnen koken. Er was geen gas, geen elektriciteit en de steenkolen raakten op.
Dat kappen werd door de Duitsers oogluikend toegelaten. Helaas werd na de oorlog het bos ter plekke niet terug geplant. De door de kap vrijgekomen ruimte werd benut om een brede verkeersweg aan te leggen. Ook het sierlijke profiel van de Waterpartij werd veranderd. De Kerkhoflaan kreeg een aansluiting met de Jacob Catslaan, wat opnieuw veel bomen kostte. Van de oorspronkelijke sfeer die de Scheveningse Bosjes ooit kenmerkte was daarna niet veel meer over.