Home » Geslacht Araucaria

Geslacht Araucaria

De ontdekking van de Wollemi pine, beschreven in een vorige Haagwinde, in 1994 was verassend: de meeste mensen waren er al van overtuigd dat alles wat aan bomen op aarde bestond inmiddels wel bekend was. De Wollemi pine bleek te horen tot het geslacht Araucaria, dat daardoor meer in de belangstelling kwam te staan. In boeken over bomen wordt aan Araucaria’s weinig tot geen aandacht besteed. In het wild komt het geslacht uitsluitend voor op het zuidelijk halfrond. Een paar soorten zijn inmiddels wel in onze omgeving aangeplant.

Jaap van Loenen

 

Araucariaceae
Als naalddragers worden Araucaria’s tot de coniferen gerekend, maar nemen daar wel een aparte plaats in. De naalden zijn bladvormig tot naaldvormig en de structuur ervan is hard, schubachtig en scherp gepunt. Verder blijven ze wel 15 jaar aan de twijgen zitten. De bomen zijn in het algemeen groot en hebben een massieve stam. Ze kunnen 30 tot 80 meter hoog worden. Het geslacht omvat 19 soorten die een enorm verspreidingsgebied hebben. Ze komen voor in Chili, Argentinië en Zuid-Brazilië, maar ook in Oost-Australië, het eiland Norfolk in de Stille Oceaan en in Nieuw-Caledonië , waar 13 soorten inheems zijn. De naam Araucaria is ontleend aan de door de Spanjaarden zo genoemde Zuid- Amerikaanse indianenstam, de Araucanos.
Een paar soorten verdienen hier de aandacht. Mogelijk kunnen die door de opwarming van de aarde ook hier ooit een kans krijgen of is dat al het geval.

Apenboom
Araucaria araucana
De bijzondere apenboom, ook wel slangenden genoemd of apentreiter, is bij ons de meest bekende Araucaria soort. Sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw is hij in veel van onze tuinen te zien. Hij is dan ook een bijzondere verschijning. De naam apentreiter die wij soms gebruiken verwijst naar een uitspraak van een van de eerste westerlingen die deze merkwaardig gevormde boom zagen. Hij zei: ’Climbing this tree would puzzle a monkey’.
Dit leidde tot de Engelse naam monkey puzzle tree. Wij maakten daar apentreiter van. De vaak kleine meestal symmetrisch ogende boompjes die wij kennen doen niet vermoeden dat ze in het land van herkomst uit kunnen groeien tot zeer grote bomen van wel 40 meter hoog met een stam omtrek van 1,5 meter. De bomen zijn tweehuizig, soms ook eenhuizig. De zaden zijn eetbaar en worden in Chili op grote schaal geoogst. Overigens is het niet waarschijnlijk dat een aap ooit gepoogd heeft zo’n boom te beklimmen.
De twijgen zijn rondom omgeven door vrij grote, harde en scherp gepunte schubben. Op afstand lijken die wat op slangen.

Norfolk pine
Araucaria heterophylla
De Norfolk pine kennen we hier alleen als kamerden. In de huiskamer waar weinig directe zonneschijn komt blijft de plant klein en is hij heel decoratief. Onder optimale omstandigheden kan ook deze boom enorm groot worden. Een hoogte van 70 meter is niet zeldzaam en de stam­omtrek kan 1,75 meter worden.
De soort stamt van Norfolk eiland, gelegen tussen Australië en Nieuw Zeeland, waar de boom naar genoemd is. Van de Araucaria soorten is hij het meest in verschillende landen aangeplant. Bij ons lukt dat niet want hij is niet winterhard.
James Cook zag de bomen op zijn verkenningstochten en vond de stammen bijzonder geschikt voor scheepsmasten.

Parana pine
Araucaria angustifolia
De Parana pine is verwant aan de slangenden (Auracaria araucana). Het belangrijkste verschil daarmee zit in de naalden, die veel smaller en kleiner zijn. Angustifolia betekent smalbladig. Hij komt voor in de subtropische wouden van Zuid-Brazilië in de staten Paraná, Rio Grande en St. Catarina op een hoogte van 800 tot 1500 meter.
Parana pine hout is zacht maar wordt toch bij het tropisch hardhout gerekend. Het is mooi getekend, fijn van structuur en recht van draad. Dat maakt het voor veel doeleinden geschikt. Ook in ons land werd in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw veel Parana pine hout geïmporteerd. Populair waren toen de Parana pine schrootjes, die dienden als wandbetimmering en verlaagde plafonds. Ook in de meubelindustrie werd het ooit gebruikt.
Inmiddels zijn er heel veel van deze bomen gekapt en het oogsten van de eetbare zaden verhindert verjonging. De Parana pine hoort dan ook tot de met uitsterven bedreigde boomsoorten.
Anders dan de apentreiter zal deze Araucaria soort onze tuinen niet kunnen sieren of het klimaat moet wel erg veranderen.

Bunya boom
Araucaria bidwillii
Een Araucaria die wel in ons klimaat zou passen is de bunya boom. Maar deze is vreemd genoeg vrijwel onbekend hier. Het is een tropische boom die het in gematigd klimaat ook doet.
In Australië is de bunya belangrijk en er is zelfs een bunya nationaal park. Een park dat naar een boom wordt genoemd! De soort is inmiddels verspreid over grote delen van Oost-Australië waar hij goed gedijt. Maar de boom komt ook in het Verenigd Koninkrijk voor, geïmporteerd door Engelse zeevaarders.
In Kew garden in Londen staat een 170 jaar oud exemplaar dat zelfs vruchten draagt. Zo’n vrucht kan 10 kg zwaar worden en tot honderd eetbare nootjes bevatten. De Aboriginals noemden de boom Bunya (noot).