GAVI kavel: een onverwachte parel
Jos Verhoeff
Op het terrein is ook een camping aanwezig voor kampeerauto’s. De campingeigenaar zou deze graag voortzetten. Er is relatief weinig in de camping geïnvesteerd, omdat het contract al sinds 2015 telkens slechts met een jaar verlengd wordt. Daarmee gaat geen ondernemer investeren. Ondanks het lawaai van het verkeersplein heeft hij alleen maar tevreden gasten.
Omdat de hele kavel bestaat uit verruigd grasland, opschot van bomen, soms met natte voeten en wat meer rietachtig, soms wat droger, wemelt het er nu van de vogels en de vlinders. Ook lopen er konijnen. Er wordt niet gemest en nauwelijks gemaaid. Onderhoudsluw heet dat. Dat betekent niet dat het gebied uitermate ecologisch waardevol is, maar dat kan worden verbeterd. Voor wie wel van dit soort onopgeruimde landschappen houdt is het een onverwacht mooi stuk, vol met doorkijkjes naar het volgende stuk ruw grasland, en ook, toegegeven, naar het verhoogde snelwegviaduct. Het verkeerslawaai is alomtegenwoordig, maar dat hoor je na een tijd niet meer.
Plannen
Zoiets verwilderds kan natuurlijk niet zo blijven. De gemeente Den Haag heeft al besloten dat er een tramremise moet komen en in deze periode worden de besluiten genomen die het mogelijk maken van het overgrote deel een terrein te maken voor bedrijven, deels zware industrie. Het wordt ook als optie beschouwd voor het niet-watergebonden deel van het afvalbedrijf, dat nu nog in de Binckhorst ligt.
Op zich is het begrijpelijk dat naar dit soort gebiedjes wordt gekeken bij uitbreidingsplannen, zoveel mogelijkheden zijn er verder niet. Het industrieterrein is bedoeld als compensatie voor de 4,6 hectare die in de Binckhorst weg moet. Ook moet het terrein ruimte bieden voor andere industrieterreinen die moeten wijken. Toch lijkt het overkill dat in de GAVI kavel ruimte moet komen voor 16 hectare aan bedrijven. Dan is geen sprake meer van compensatie, maar wil men kennelijk ook nieuwe industrie aantrekken. Het lijkt vragen om moeilijkheden als de roep naar meer woningen ervoor gaat zorgen dat ook dit terrein in de toekomst ingebouwd gaat worden in de uitdijende stad.
Het zou mooi zijn om daar alvast op voor te sorteren door een zone in het gebied groen te houden. Er gaan een paar fietspaden langs. Naast deze fietspaden zouden bijvoorbeeld zo breed mogelijke ecologische verbindingsstroken kunnen worden aangelegd tussen het groen van het naastgelegen Tedingerbroek en de Plas van Reef, die anders door het nieuwe bedrijventerrein worden gescheiden.