Fractalen en bomen
In dit artikel beperken we ons tot de boom en wel de meest voorkomende vorm van de kroon die zich ook als een fractaal ontwikkelt. De takken van een boom vormen steeds weer twee nieuwe takjes, en die ook weer, en ook weer, steeds weer die herhaling van steeds nieuwe vertakkingen, typerend voor een fractaal. De boom vertakt zich steeds verder en iedere soort net weer even anders, maar volgens hetzelfde principe. Op het eind ontstaat er aldus een bepaalde kruinvorm waaraan je iedere soort apart kunt herkennen.
De Nederlandse wiskundige Albert Bosman (1942) heeft de fractaal aangetoond met een constructie van oneindig veel vierkantjes die resulteerde in een vorm die hij de ‘Boom van Pythagoras’ noemde:
En inderdaad, als men naar de bomen kijkt, en vooral naar bomen die zich vrij hebben kunnen ontwikkelen, zal men deze ronde vorm steeds terug zien.
Bij de hierbij gevoegde afbeeldingen van verschillende boomsoorten ziet u die ronde vorm steeds weer terug. Maar ook als een boom geen ronde kroon heeft groeit hij als een fractaal. Denk daarbij aan de hoog opgaande Italiaanse populier.
Verder zijn er bomen met een totaal andere vorm, maar dat zijn eenzaadlobbigen zoals de palmen die nauw verwant zijn aan de grassen.