Exoten, uitroeien of laten staan?
Caroline de Jong
Gewenst of ongewenst?
Sommige soorten zijn per ongeluk meegereisd: het bezemkruiskruid met wol, de tijgermug met lucky bamboo en Amerikaanse grassoorten met tanks uit de VS in de Tweede Wereldoorlog. Veel exoten zijn meegenomen door ontdekkingsreizigers en plantenzoekers. Onze tuinen staan er vol van: hosta’s uit Japan, hortensia’s en vlinderstruiken uit China, rododendrons uit de Himalaya, krentenboompjes uit Amerika. Veel bloemen van deze nieuwelingen zijn aantrekkelijk voor bijen en vlinders, en de bessen van sommige exoten zijn voedsel voor vogels.
Er zijn in Nederland maar weinig inheemse boomsoorten, en daarvan lijden er twee, iepen en essen, ook nog aan ziekten. Dus lijken exotische bomen welkom voor de diversiteit en voor het vastleggen van het broeikasgas CO2.
Toch zijn ecologen daarover niet enthousiast. De bloemen kunnen aantrekkelijk zijn voor generalisten onder de bijen en vlinders. Maar veel bijzondere en bedreigde soorten insecten zijn juist afhankelijk van inheemse soorten planten. Zo is het gentiaanblauwtje afhankelijk van de steeds zeldzamer wordende klokjesgentiaan. Op inheemse eiken zitten vijfendertig keer zoveel soorten insecten als op Amerikaanse eiken, waar maar twaalf verschillende soorten op voorkomen. De Haagse stadsecologen hebben daarom een voorkeur voor aanplant van inheemse bomen en struiken, of anders soorten die van nature dicht in de buurt van Nederland voorkomen. In Den Haag is door de stadsecologen een lijst van soorten opgesteld waarvan ze verwachten, op grond van hun oorsprong, dat die voor inheemse insecten aantrekkelijk zijn.
Invasieve exoten bestrijden, maar hoe?
Exoten die een gevaar vormen voor onze gezondheid of veiligheid of die inheemse soorten verdringen worden actief bestreden. De tijgermug brengt ziekten over, de reuzenberenklauw veroorzaakt blaren en muskusratten ondermijnen onze dijken. Sommige planten vormen een probleem omdat ze gaan woekeren. Hun natuurlijke vijanden, bijvoorbeeld insecten, zijn niet meegekomen uit het land van oorsprong. De Europese Unie heeft een lijst van invasieve exoten met daarop opvallend veel soorten waterplanten. Maar er staat ook de Japanse duizendknoop op, die zich in Den Haag en omgeving enorm heeft verbreid. Daarom wordt in Wageningen onderzoek gedaan naar de introductie van een natuurlijke vijand, een Japanse bladvlo.
Na eerdere pogingen met onder andere stoom doet de gemeente Den Haag op dit moment een proef met een nieuwe methode die de intrigerende naam ‘bodemreset’ heeft. Laten we hopen dat deze meer oplevert.
Gelukkig gaan niet alle exoten woekeren, en passen inheemse insecten zich aan. Zo zijn er nu al weer meer soorten insecten aangetroffen op de Amerikaanse vogelkers, maar dat heeft wel 400 jaar geduurd. Dus het blijft belangrijk om invasieve exoten zo veel mogelijk te bestrijden! En er vooral voor te zorgen dat ze niet in de natuur terecht komen.