Eik en Duinen, 770 jaar begraafplaats
In de eerste helft van de zeventiende eeuw werd de kapelruïne druk bezocht als bedevaartsoord. En omdat in ‘s-Gravenhage in de tweede helft van de zeventiende eeuw een tekort aan grafruimte ontstond, werd er ook begraven. Aangezien de nieuwe eigenaar voor het gebruik van de grond als begraafplaats een vergoeding ontving, was er feitelijk sprake van exploitatie van een particulier kerkhof. In het midden van de achttiende eeuw liet het merendeel van de katholieken zich op Eik en Duinen begraven.
De opeenvolgende eigenaren van de begraafplaats lieten de ruïne staan aangezien deze niet alleen als bedevaartsoord in gebruik was maar ook een boegbeeld was geworden voor de katholieke gemeenschap. De begraafplaats was echter zo populair dat protestanten zich er eveneens lieten begraven.
Oud Eik en Duinen, zoals de begraafplaats vanaf 1897 werd aangeduid, bleef populair onder de Haagse bevolking. In die periode werd de plek niet alleen gebruikt om doden te begraven, maar was het ook een plek om de drukte van de stad te ontvluchten. De begraafplaats met zijn uitgebreide perken en tal van bomen straalde rust uit die bewoners in het toen al steeds jachtiger wordende stadsleven niet konden vinden. De ruïne van de kapel heeft het dankzij goede conservatie al die jaren volgehouden. Een plek om ook zonder begrafenis rond te dwalen en van de natuur te genieten. Inmiddels ligt het midden in de stad.