Eetbare zwammen op zieke kastanjes
Bas Steenks
Na uitgebreide onderzoeken is in 2006 ontdekt, dat de kastanje door een bacterie (Pseudomonas syringae) wordt aangetast. De mate van aantasting verschilt vaak enorm per boom. Een veel voorkomend opvallend kenmerk vormt het loslaten van de bast. Dat kan over de hele boom zijn, maar is soms ook heel beperkt, of helemaal niet aanwezig. Een ander kenmerkend effect is het “bloeden” van de boom. Hierbij loopt door de schors een oranjekleurige vloeistof. Deze verdroogt na enige tijd en kleurt dan helemaal zwart. Maar de meest opvallende reactie is het kwijnende blad, dat steeds kleiner van omvang wordt en gaat verschrompelen. De vitaliteit van de boom wordt dan steeds minder. Het bijzondere van deze ziekte is, dat dit aftakelingsproces per boom heel verschillend van tijdsduur is. Soms is een aangetaste kastanje, na het zichtbaar worden van de eerste symptomen, in 3 à 4 jaar dood. Maar dit kan ook weleens 10 jaar of nog langer duren.
Dit wisselende gedrag van een aangetaste kastanje wordt in één boom vertoond door de monumentale kastanje op de Koekamp. Deze boom werd in 1997 succesvol verplant en sloeg heel goed aan. Helaas werd de boom even later aangetast door de bacterie, met o.a. de kenmerkende oranje sapstroom. Maar verder werd geen enkele aftakeling bij de boom geconstateerd. Deze kastanje van 150 jaar is heel vitaal, heeft een prachtige kroon met blad van 50 cm diameter. Voor veel mensen is dit de mooiste kastanje van Den Haag.
Fluweelpootje en oesterzwam
Maar de “Koekamp kastanje” moet wel als een uitzondering worden gezien.
De kastanje is doorgaans gevoelig voor agressieve zwammen, zoals de dikrandtonderzwam, reuzenzwam en honingzwam. Deze zwammen waren altijd al actief op kastanjes voordat de KBZ optrad. Maar nadat de ziekte aanwezig is, speelt de verzwakte vitaliteit van de betreffende boom een belangrijke rol in het verloop van de groei van de zwammen. Deze nestelen zich bij zieke bomen op de stamvoet en tasten van daaruit zowel de stam als het wortelgestel aan. Het mag duidelijk zijn dat dit groot risico veroorzaakt, omdat de kans op stambreuk en windworp heel groot is. Mijn advies zal in een dergelijk geval zijn om de boom preventief te kappen.
Sinds de KBZ actief is zijn nog enkele andere zwammen in beeld gekomen bij de kastanje. Dit zijn het fluweelpootje (Flammulina velutipes) en de oesterzwam (Pleurotus ostreatus). Deze groeien doorgaans op de stam en zware takken en dan vooral op wonden en bastscheuren, niet op de stamvoet. Ik kan mij niet herinneren, dat deze zwammen zijn aangetroffen voordat de KBZ haar intrede deed. We weten dat de oesterzwam eetbaar is. De kleur van deze “wilde” oesterzwam is grijs en hij is wat taaier dan de gekweekte, maar veel smakelijker. Het fluweelpootje is ook eetbaar en in mijn beleving heel smakelijk. Deze groeit vaak in bundels of grote clusters. De hoed van de zwam is geel/oranje van kleur en slijmerig, terwijl de steel donker van kleur is en wat taai van structuur. Deze is bovendien erg gezond. Zowel de oesterzwam als het fluweelpootje verschijnen in het najaar en verdwijnen zodra er (strengere) vorst optreedt. Deze zwammen zijn nauwelijks nadelig voor de vitaliteit van de kastanje. Tot vorig jaar is het fluweelpootje en de oesterzwam alleen aangetroffen op aangetaste kastanjes, maar niet op andere boomsoorten. Dit jaar werd de oesterzwam ook aangetroffen op een hemelboom en het fluweelpootje op enkele lindes. Wie weet wat voor verrassingen deze zwammen nog meer voor ons hebben.