Een eeuw Den Haag Zuidwest
Arnim van Oorschot. Afbeelding: Uitspanning bij de Korte Laak rond 1900. W.F. Duunk, collectie Haags Gemeentearchief
Veenweidegebied
Kijkend vanaf de Ambachtsweg in Wateringen zien we anno 1926 bij de gemeentegrens van Den Haag uitgestrekte veenweiden tussen Loosduinen in de verte en de kassen op de Wateringse strandwal achter ons. Rechts voor ons het stoomgemaal dat zorgt voor afwatering van de Escamppolder. Op een oude topografische kaart zien we nog een paar opmerkelijke plekken. Links, aan de Uithofspolder, staat de nog bestaande Uithofslaan op de kaart met daarbij de oude Uithofsmolen. Beide stonden al in 1712 op de gedetailleerde Cruquiuskaart van het Hoogheemraadschap Delfland, de molen werd er met name genoemd.
Rechts, achter de boerderij Morgenstond aan de Leyweg, treffen we in 1926 twee eendenkooien aan, waarvan de voorste bewaard gebleven is en opgenomen in het Zuiderpark. Dit is mede te danken aan inspanningen van de toen nog jonge AVN. Het veenweidegebied tussen de eendenkooien en de Uithof is tussen 1712 en 1926 nauwelijks veranderd. De verkavelingsrichting stond er haaks op de Leyweg. De kavels waren smal en gescheiden door kavelsloten.
Door dit gebied slingerde een smalle landweg naar de Ambachtsweg in Wateringen. Er lagen enkele boerderijen aan met ons nog bekend in de oren klinkende namen als Bouwlust, Berestein en Vrederust. De boerderijen zijn verdwenen. Wel ligt manege Berestein in de Uithof waar ééns de boerderij stond.
Volkshuisvesting vanaf 1950
Na de Tweede Wereldoorlog was er een grote woningnood. Het stadsdeel Den Haag Zuidwest werd ontworpen om bewoners van de sloppenwijken een nieuwe woonomgeving te bieden. De indeling en architectuur ervan werd gericht op het wonen in het groen, naar de principes van CIAM (Congrès Internationaux d’Architecture Moderne). Het CIAM was een internationaal platform dat in de eerste helft van de 20e eeuw een grote stempel heeft gedrukt op het architectuurdebat.
Uitgangspunt was hoogbouw in uitgestrekte groenzones. De groenaanleg – en niet het wegennetwerk – werd de basis van de wijk. In het bijzonder vrijstaande hoogbouw in het groen werd gezien als een manier om licht, lucht, en contact met de natuur te verenigen met een hoge dichtheid. Ook maakte standaardisatie van woningtypes en bouwelementen al bij aanvang deel uit van de opzet. Toepassing van seriebouw en prefabricatie zou efficiënte en dus betaalbare woningbouw mogelijk maken.
Op de topografische kaart van 1962 is de ruime opzet van de nieuwbouwwijken met lanen, singels en parken duidelijk zichtbaar. De verkavelingsrichting vanaf het Zuiderpark naar de Uithofspolder werd gehandhaafd. Er is ook veel ruimte gereserveerd voor het groen. De sportterreinen van de Escamp staan op de kaart en ook de brede groenstrook langs de Melis Stokelaan. De bebouwingsgrens lag nog bij de tegenwoordige wijk Gaarden. De Zichten en Gaarden waren al in aanbouw; de Uithofspolder was nog niet bebouwd.
Later werd de groene opzet in de wijk Dreven voortvarend doorgezet. Langs de Melis Stokelaan werd de brede groenstrook doorgetrokken tot aan de huidige Lozerlaan. Aan de overzijde ervan werd het recreatiegebied de Uithof aangelegd. Bovendien kwam er een lange singelstructuur door Vrederust langs de Pachtersdreef. Zo ontstond “één van de groenste wijken van de stad, met een helder raamwerk en een weidse opzet van lanen, singels, parken en pleinen”, aldus de recente beleidsstukken. “Groen-blauwe structuren (groen en water) bepalen in hoge mate de identiteit van de wijk. Zo heeft de lange singelstructuur door Vrederust een robuust en ordenend karakter”.
Groene visie
Maar het stadsdeel is aan renovatie toe en er moeten bovendien 10.000 extra woningen gebouwd worden. De komst van veel extra inwoners brengt ook een grotere verkeers- en recreatiedruk met zich mee. Hoe kan voorkomen worden dat bij de bouw van vele extra woningen het groen te zeer in het gedrang komt?
Tijdens de beraadslagingen over de structuurvisie presenteerde de AVN de raadsleden een groene visie op Den Haag Zuidwest. AVN beoogt een stad waarin de natuur kan binnendringen. Dit stadsdeel leent zich daar zeker voor. Het is precies de voorhanden groen-blauwe structuur die nu contact met de natuur kan verenigen met een verdichtingsopgave.
Dan is wèl een goede groene inrichting vereist van de beide grote groengebieden aan de uiteinden van het stadsdeel. Dat zijn het Zuiderpark aan de ene kant en de Uithof aan de andere. Dat kan worden gerealiseerd met een goede zonering. Dat wil zeggen door duidelijk gebieden in te plannen waar rust en ruimte is, waarin de natuur goed tot ontwikkeling komt. Ook moeten deze gebieden geen eilanden zijn, maar verbonden met elkaar en met de grote groengebieden. Door grondgebonden natuur en natuur op bebouwing slim te plannen kunnen meer ecologische verbindingen tussen het Zuiderpark en de Uithof worden gerealiseerd.
Ook is belangrijk de ecologische verbindingen verder te vertakken de woonwijken in tot de binnenterreinen. Dat is de reden waarom de egel op initiatief van de AVN icoonsoort voor Den Haag Zuidwest is geworden. De gedachte daarachter is: als het groene leefgebied voor die soort op orde is dan gaat het er goed met de natuur.
Ook zijn er mogelijkheden bebouwing, zoals parkeergarages natuurinclusief in te richten. De mogelijkheden daarvoor zijn talrijk, tenminste als je het al in de planfase meeneemt. Dan moeten de hoogteverschillen natuurlijk klein genoeg zijn voor onze egel. Geen hoge barrières. Er zijn mogelijkheden terrasvormig te bouwen. Ook kunnen wanden geschikt gemaakt worden voor flora en fauna waar dat zinvol is. Daken kunnen groen worden ingepland. Dat vereist wel een stevige constructie en dus een vroege planning.
Dit is onze inzet bij de uitwerking van de nog verse structuurvisie in de gebiedsvisies. De uitwerking van de ecozone Melis Stokelaan is gestart. Wij proberen als AVN een actieve rol te spelen in het ontwerpproces.