Duindal: een theeschenkerij in de duinen

Door: Anneke Landheer-Roelands
De duinen bij Waalsdorp zijn lang ongerept gebleven. Op 4 januari 1831 werden ze eigendom van de gemeente toen Domeinen de Oostduinen aan ’s-Gravenhage verkocht. Deze Oostduinen strekten zich toen uit vanaf de Scheveningseweg tot ver in Wassenaar. Theeschenkerij Duindal was gelegen aan de Waalsdorperweg 220, vlak naast het ‘Proefveld’ waar militairen hun schietvaardigheid oefenden. De aanleg van de duinwaterleiding in 1871 en de ontwikkeling van Scheveningen als mondaine badplaats speelden een belangrijke rol in het bestaan van deze theeschenkerij. Voor de bereikbaarheid van de badplaats legde de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij (ZHESM) een elektrische spoorlijn naar Scheveningen aan die verbinding gaf met het Rotterdamse station Hofplein. Het tracé liep vlak langs Duindal dat in 1910 een eigen halte kreeg.
Theetuin
In 1852 liet opzichter der Domeinen, Arnoldus Greup, voor zijn zoon Jan Frederik een boerderij bouwen. Zoals vroeger gebruikelijk was, volgde de zoon zijn vader in functie op. Diens dochters Gerarda en Helena begonnen na het overlijden van hun vader in 1901 een theeschenkerij in de boerderij. Hun broer Arnoldus die eveneens in de boerderij woonde, beschikte over een verlofvergunning en kon in zijn vrije tijd een (stevige) borrel en andere sterke drank schenken. Vanaf de jaren twintig breidden zij de uitspanning uit met enkele pensionkamers. Vanwege de gunstige ligging in het terrein, met een treinhalte voor de deur, mocht het etablissement zich van begin af aan in een grote belangstelling verheugen van zowel reguliere bezoekers als van verenigingen die er vergaderingen, jaardagen en andere bijeenkomsten organiseerden. Naar het oordeel van de dames Greup liep de exploitatie zo goed dat ze nooit hebben hoeven adverteren om klanten te werven. En het bleef niet bij het serveren van koffie, thee en drank. De zelfgebakken flensjes met zure room vonden ook gretig aftrek. Bediende Jas Riemens serveerde er in Zeeuwse klederdracht en vanaf 1914 was kelner Gerrit een bekende verschijning.
Rondom Duindal
Arnoldus Greup jr. exploiteerde de rond het huis gelegen terreinen voor sportdoeleinden (vooral hockey).Een drukbezochte manege, een oefenbaan met hindernissen en een renstal met paarden die op draverijen in heel Nederland meededen waren onderdeel van de uitspanning. Op het grote erf liep een menagerie van kippen, pauwen en fazanten. In de naastgelegen duinen werden koeien, geitjes en een schaapskudde geweid. De inrichting van de schilderachtige hoeve was geheel in stijl: geruite gordijntjes, koperen pannen en snuisterijtjes, tafels met Oudhollandse stoelen eromheen, gebloemde schotels op richeltjes langs de wand. ‘s Zomers kon men onder de hoge bomen op het terras gezeten in comfortabele tuinstoelen verkoeling zoeken. Een groot deel van de bezoekers van Duindal kwam waarschijnlijk per fiets, met bus R of de Hofpleintrein. Een VVV-gids uit die tijd vermeldt een wandeling vanaf het Vredespaleis naar Duindal. De PR van Duindal zelf bestond uit een tijdgebonden aandenken: men verkocht een grote serie prentbriefkaarten.
De stad rukt op naar Duindal
In 1931 wordt een uitbreidingsplan voor het Benoordenhout vastgesteld waarbij de invulling van de samenkomst van Waalsdorperweg en Van Alkemadelaan vorm krijgt. De Alexander- en Frederikkazernes, aan weerszijden van de Van Alkemadelaan, dateren uit 1938. Het militaire oefenterrein wordt dan verder uitgebreid en de Van Alkemadelaan doorgetrokken naar Scheveningen. De stad breidt zich uit. Verontrustend zijn op dat moment de plannen voor het afgraven van tien hectare duingrond. Binnen die tien hectare ligt niet alleen een gedeelte van de Mussenberg, maar ook de uitspanning Duindal, met gebouwen en sportterreinen. Er komt een storm van protest van de bewoners van de pas gebouwde wijk Duinzicht en ook van de AVN. Men vreest dat de schending van het duinterrein zo groot is dat de waarde als natuurmonument in het geding komt. Het college van B&W laat zich echter niet van het plan afbrengen, maar dat wordt pas aan het begin van de Tweede Wereldoorlog concreet. Theetuin en pension houden het vol tot eind 1939. Berekend was dat de afgraving 185.000 m3 zand zou opleveren. 16.000 m3 zand was bestemd voor het stratenplan in Arendsdorp. Daarna kwamen zandtransporten op gang richting Escamppolder, en vanaf juni 1941 naar Duttendel.
Meer en Bosch, het nieuwe Duindal
De dames Greup vonden een nieuwe pleisterplaats, in de driehonderd jaar oude, rustieke boerderij Meer en Bosch aan het eind van de Laan van Meerdervoort. Kelner Gerrit zou daar vanaf 23 maart 1940 de scepter zwaaien. De pittoreske snuisterijen van Duindal werden overgebracht naar de knusse boerderij in Meer en Bos waar de sfeer van hun ondernemerschap tot op de dag van vandaag te beleven is.
De volledige versie van dit artikel, met bronnen, is gepubliceerd in het Liber amicorum van Henk Grootveld. Duindal LA Henk Grootveld