Diospyros lotus – Lotusboom
Jaap van Loenen
De eetbare en smakelijke vruchten zijn hier niet in de handel. Merkwaardig als je bedenkt dat de meest exotische vruchten hier wel gewoon te krijgen zijn.
Van heel ver weg zouden de vruchten niet eens hoeven te komen, want bij onze oosterburen, in Duitsland, wordt de boom wel voor de vruchten gekweekt. Wellicht vormt de beperkte houdbaarheid een probleem. Ze zijn 1 tot 1,5 cm groot, kersachtig en smaken zoet. Bij ons overigens is wel de verwante vrucht van de Diospyros kaki te koop.
De boom kun je in sommige tuinen vinden. In het Bomenmuseum Wateringse Veld staat nog een direct verwante soort, de Amerikaanse ‘Diospyros virginiana’. De lotusboom zelf staat in de Hortus botanicus van Leiden, sinds 1736. Een exemplaar werd kortgeleden ook ontdekt in de tuin van de voormalige Handelsdagschool aan de Waldeck Pyrmontkade. Een goede aanleiding er eens aandacht aan te besteden.
De boom maakt deel uit van de Ebenaceae, een grote familie waartoe veel soorten behoren. Hij is bladverliezend en winterhard. De bladeren zijn 15 tot 25 cm groot, ovaal, gaafrandig en in een punt eindigend. Ze hebben een glanzende donkergroene bovenkant en een lichtgroene onderzijde.
Van nature komt hij voor in Zuidoost-Europa en West-Azië. Ook hier zou hij als vruchtboom best kunnen gedijen.
Diospyros virginiana – Persimmon
Dat geldt zeker voor de Amerikaanse soort waarvan de vruchten veel groter zijn ( 2 tot 6 cm in diameter ).
In tegenstelling tot de Europese lotus bij ons, is de Amerikaanse soort dáár heel bekend. De geschiedenis ervan gaat terug naar ver voor onze jaartelling.
De boom was toen al bekend bij de oorspronkelijke bewoners van wat nu de zuidoostelijke staten van de Verenigde Staten zijn. Aan de taal van die bevolking is ook de thans gebruikte naam ontleend die zoveel als ‘droog fruit’ betekent.
Hij groeit er in het wild zoals op de foto’s rechts is te zien. Ze werden eind oktober gemaakt in de buurt van een dorpje in Texas: ‘Highland villlage’, toen de vruchten rijp waren.
De Amerikaanse naam is American persimmon of gewoon persimmon. Verder wordt hij ook wel Possum apple of Possum tree genoemd: de possum, voluit opossum is een in de Verenigde Staten voorkomend buideldier ter grootte van een marter, dat de vruchten heel lekker schijnt te vinden. Het beweegt zich heel vaardig in bomen vooral ook door zijn grijpstaart waarmee hij vaak in stripverhalen wordt afgebeeld.
Bijzonder hout
Niet alleen voor de vruchten wordt de boom gekweekt, maar vooral ook voor het waardevolle hout. Kenmerkend daarvan is de heel donkerbruine kleur, vaak zwart, van het kernhout, dat tegen het roomwitte spint prachtig afsteekt. Het is bekend onder de naam ‘ebbenhout’.
Het is fijn van draad, heel hard en zwaar waardoor het voor bijzondere doeleinden geschikt is. Zo worden er muziekinstrumenten van gemaakt zoals klarinetten. Ook de zwarte toetsen van piano’s waren oorspronkelijk van ebbenhout. Door de gelijkmatige structuur laat het zich gemakkelijk bewerken en kan er mooi houtsnijwerk van worden gemaakt.
De boom heeft wel minstens 100 jaar nodig om ‘kaprijp’ te worden. Dit heeft tot gevolg dat het hout kostbaar is. Ebbenhout is de enige houtsoort die per gewicht wordt verkocht.
Ook in andere delen van de wereld komt de Diospyros voor als leverancier van hout. Zo is bijvoorbeeld Ceylon-ebben in de handel bekend. Dat heeft een iets andere structuur met zichtbare bruine strepen in het donkere kernhout.
Prehistorie.
De geschiedenis van de Diospyros gaat terug tot het Pleistoceen. Dat is de periode tussen de 2,58 miljoen en 11,7 duizend jaar geleden.
Door de hele Verenigde Staten zijn bij opgravingen fossielen van de boom gevonden. Je kunt hem daarom met recht een levend fossiel noemen. Bij zulke opgravingen komen er altijd ook andere wetenswaardigheden aan het licht. Zo blijken er ooit ook een soort olifanten in de Verenigde Staten te hebben rondgelopen. Geen mammoeten, maar veel meer op de tegenwoordige olifant lijkende dieren.
Telkens weer blijkt dat wanneer je in de geschiedenis van een boom duikt je vaak de meest interessante dingen tegenkomt.
Met een variatie op een oud gezegde kun je dus stellen: ‘Ga tot de bomen en word wijs’.