Home » De wulp, icoonsoort van onze regio

De wulp, icoonsoort van onze regio

In het septembernummer van Haagwinde van dit jaar stond een bijdrage over de scholekster en de sterke achteruitgang van die soort. In dat verband werden ook de andere weidevogels genoemd. Maar hoe zit het met de wulp? Van decennia geleden herinner ik me zijn prachtige roep en baltsvlucht in de duinen. Is deze soort volledig verdwenen?

Adri Remeeus. Foto Wim de Koning Gans

 

Om maar met de deur in huis te vallen: de wulp broedt nog in onze regio, maar daarover straks meer. Want er valt genoeg te vertellen over de grootste steltloper van Europa, met zijn lange en naar beneden gebogen snavel. Van origine is hij een broedvogel van duinen en open heidevelden.

 

De wulp in Meijendel
De oudere lezers kunnen zich wellicht herinneren dat onze duinen zo’n halve eeuw geleden zandiger en opener waren dan nu. Dat is precies het landschap waar de wulp van houdt. Al in 1958 stelde de toen net gevormde Vogelwerkgroep Meijendel de wulp dan ook als broedvogel vast. Ook vóór 1958 zal de wulp er ongetwijfeld geweest zijn, maar daar zijn helaas geen gegevens van.

Tot en met 1972 werd maar een deel van Meijendel op broedvogels onderzocht, namelijk alleen de gedeelten waar zich de toen nieuw gegraven duinmeren bevinden. Aan water heeft een broedende wulp niets. Het aantal broedparen bleef dan ook beperkt en lag tussen de 10 en 15 paartjes, verdeeld over een oppervlakte van 700 hectare. In 1973 werd het onderzoeksgebied uitgebreid tot vrijwel het gehele duingebied tussen Den Haag en Wassenaarse Slag. Ook de zeereep en de zanderige delen werden meegenomen. Logisch dat er toen meer broedparen werden geturfd, tot zo’n 30 in de jaren 1973 tot 1985. Helaas kenterde dat in de periode daarna.

 

De wulp verlaat de duinen
In 1986 stelde de vogelwerkgroep nog 12 broedparen vast. Daarna liep het aantal paren geleidelijk terug. In 1998 broedde het laatste paar ‘duinwulpen’ in de zogeheten Meeuwenhoek. Het werd stil in de duinen, want wulpen staan erom bekend hun broedgebied luidruchtig te verdedigen als er gevaar dreigt. Het mannetje waakt en vliegt met een welluidende jodelende roep af op de bron van de dreiging en blijft dat volhouden tot het gevaar is verdwenen.
Oorzaken van verdwijnen
Het is moeilijk één oorzaak aan te wijzen. Natuurlijk, de vos had zijn intrede gedaan in de duinen en had binnen enkele jaren korte metten gemaakt met de meeuwenkolonies. Ook op de stand van de wulp had de vos invloed. Bij het verdwijnen van een soort is men geneigd maar naar één oorzaak te zoeken en vaak denkt men dan alleen maar aan predatie. Er zullen best eieren en jongen zijn opgegeten, maar belangrijker is de verslechterende voedselsituatie die al in de zeventiger jaren inzette en daarna in versneld tempo toenam. De wulpen vonden te weinig grote insecten en moesten voedselvluchten ondernemen naar graslanden waar echter ook amper nog insecten te vinden waren.

Het konijn leidde een zieltogend bestaan door ziektes als myxomatose en VHS en door predatie. Door afnemende konijnenvraat, in combinatie met sterk toenemende stikstofdepositie, is het duin dichtgegroeid en verloor de wulp letterlijk zijn vrije uitzicht. Dat uitzicht heeft een wulp nodig om zijn broedende partner te kunnen beschermen. Daarnaast is de recreatiedruk sterk toegenomen.

Deze vier factoren (predatie, voedselschaarste, biotoopverlies en recreatiedruk) hebben de schuwe wulp uiteindelijk bijna uit het duingebied verdreven.

 

En toch zijn er nog een paar…
Nota bene in een tijd dat het aantal grutto’s in het veenweidegebied sterk op zijn retour was, ontdekte de wulp de Duivenvoordse-Veenzijdse polder als broedgebied. Doortrekkende groepen wulpen waren daar altijd al, maar broedparen waren nog nooit gesignaleerd.

Dat veranderde in 1989. Tussen de toen nog in behoorlijk aantal aanwezige andere weidevogels weerklonk ineens de jodelende baltsroep van de wulp! Dat duidt op een territorium; het bleek geen incident te zijn. In het zuidelijke deel van deze polder, direct ten noorden van de wijk Mariahoeve, broeden sinds 1989 jaarlijks twee tot vier paartjes. Afgaande op hun (alarm)gedrag slagen ze er steeds in jongen groot te brengen. Maar mede door agrarische activiteiten blijft het een kwetsbare situatie.

 

Er wordt goed voor ze gezorgd
Zo was in 2022, in samenspraak met Staatsbosbeheer en de pachtende boer, afgesproken om in juli van dat jaar een stuk van negen hectare later pas te maaien. De jonge wulpen konden weliswaar al vliegen, maar zeker om te overnachten hebben ze een veilige plek nodig. De oudervogels waken wel, maar op afstand.

Het is een succesvolle strategie gebleken, want ook in 2023 brachten de twee paar aanwezige wulpen met succes vijf jongen groot. Deze paartjes vormen nagenoeg de broedpopulatie van Zuid-Holland. Alleen in het grensgebied met Utrecht zitten er nog wat.

Hoe lang zullen ze het volhouden bij ons? Wulpen kunnen oud worden (10 – 15 jaar) en keren na de wintertrek meestal op dezelfde plek terug. Ook hun jongen weten meestal de plek waar ze opgroeiden terug te vinden.

Het is voor ons waarlijk een icoonsoort. Om begrijpelijke redenen is het gebied waar ze broeden niet voor publiek toegankelijk, ook niet in excursieverband.