De Wollemi pine (Wollemia nobilis)

Door: Jaap van Loenen
De wereldwijde bevolkingsgroei die in de vorige eeuw explodeerde en die nog steeds onverminderd voortduurt, gaat ten koste van veel natuur. In grote gebieden op aarde zijn de ecologische systemen geheel verdwenen en de daarbij behorende plantensoorten, dieren en insecten uitgestorven. De gevolgen zijn niet te overzien. Voor veel landen was dit aanleiding om plaatsen waar nog veel natuur voorkomt de status van nationaal park toe te kennen. Daar is menselijk handelen niet geheel uitgesloten maar wel gelimiteerd. Daarnaast bestaan er sinds kort beschermde gebieden waar men de ontwikkeling zijn gang laat gaan en waar elke aantasting streng verboden is. Ze worden van groot belang geacht omdat daar genetisch materiaal bewaard blijft dat elders op aarde verdwenen is of dreigt te verdwijnen.
Bleu Mountains
De ‘Blue Mountains’ In New South Wales (Australië) is zo’n nationaal park. In het noorden bevindt zich een beschermde wildernis genaamd ‘Wollemi National Park’. De naam Wollemia komt uit de Aboriginaltaal en betekent: “Let op, kijk om je heen”. Dit gebied strekt zich ver naar het noorden uit, is 5.017 vierkante kilometer groot en werd in het jaar 2000 geplaatst op de Wereld Erfgoed Lijst, waarvoor strenge regels gelden.
Bushwalk
In dit vaak moeilijk begaanbare gebied maakte ene David Noble met een paar vrienden in 1994 een trektocht, bushwalk zoals dat in Australië wordt genoemd.
Hij kwam langs een groepje bomen dat meteen zijn aandacht trok. Bekend met de natuur aldaar zag hij een bijzondere groeivorm en een aparte stand van de naalden. Hij herkende ze niet en nam voor de zekerheid een afgevallen twijg mee. Dat kon toen nog.
Teruggekomen toonde hij het aan dendrologen die hij kende. Die wisten er ook geen raad mee en op een zeker moment moesten ze constateren dat het hier om een tot dan toe onbekende boomsoort ging. Onderzoek van ter plekke gevonden fossiel stuifmeel heeft inmiddels veel aan het licht gebracht. Men gaat er thans van uit dat de Wollemi pine de laatst overgebleven soort is van het geslacht Dillwynites dat 91 miljoen jaar geleden al bestond. Recent zijn vondsten gedaan van 2 miljoen jaar oud stuifmeel van de Wollemi. Reden om hem een levend fossiel of relict te noemen. De Araucaria familie, waar hij deel van uitmaakt, moet al veel langer bestaan. Gedacht wordt aan 200 miljoen jaar. Dit zal veel eerdere theorieën over het bestaan van planten op onze aarde wel om zeep geholpen hebben. Hoe dit alles ook zij, de ontdekking van de Wollemi pine heeft heel wat teweeg gebracht.
Naamgeving en habitus
Voor de botanische naam gebruikte men de vindplaats met als achtervoegsel de naam van de ontdekker. Dit werd: ‘Wollemia nobilis’. Het Engelstalige pine is misleidend want er is geen enkel verband met het geslacht pinus. In het wild is de boom meestal meerstammig. Hij is éénhuizig en produceert zowel mannelijke als vrouwelijk kegels. Die kegels ontstaan aan het eind van horizontale zijtakken die ongeveer 8 jaar oud moeten zijn. Als de kegels rijp zijn of afgevallen, breekt de tak bij de stam af waarna op dezelfde plaats weer een nieuwe wordt gevormd. De mannelijke kegels lijken op de bekende sparappels en hebben ook die kleur. Ze zijn alleen wat kleiner, ongeveer 10 cm lang en 2 cm dik. De vrouwelijke zijn meer bolvormig, wat groter en groen.
Wollemi pine recovery plan
In Australië zag men meteen het belang in van de nieuw ontdekte boom. Om hem te beschermen tegen ziekten en verzamelaars wordt de vindplaats zo veel mogelijk geheim gehouden. Door de Botanic garden van Sydney en New South wales National Park werd voorts het Wollemi pine recovery plan opgesteld. Teneinde de plant voor uitsterven te behoeden was het van belang hem voor het grote publiek beschikbaar te stellen. Dit ging zo ver dat in 2006 de Australische ambassadeur persoonlijk twee exemplaren kwam overhandigen aan het bestuur van de Hortus botanicus in Leiden. Dat gebeurde ook in België en zeer waarschijnlijk in meerdere landen met een voor de boom geschikt klimaat.
Verspreiding
De Wollemi pine blijkt gemakkelijk te stekken en is thans in diverse bomentuinen te vinden. Op internet staat een foto van een mooi exemplaar in Kew Gardens in Londen. Ook in het Pinetum Kalmthout (België) is de plant vertegenwoordigd. Hij is zelfs al in de handel verkrijgbaar hoewel nogal prijzig. Niettemin zou het een goede zaak zijn als hij als lid van de Araucaria-familie ooit in onze tuinen een plaats kreeg. Naast of in plaats van de slangenden (Araucaria araucana). De laatste lijkt mij niet de mooiste creatie van moeder natuur en de Wollemi pine is dat daarentegen wel, maar, over smaak valt niet te twisten.