De sneeuwbes (Symphoricarpos albus)

Door: Jaap van Loenen
Enige jaren geleden kwam er een ander beleid bij het groenbeheer. De enthousiast groeiende sneeuwbes viel als exoot in ongenade en moest plaats maken voor struiken die in het ecosysteem van deze streek thuishoren. In de praktijk betekent het dat de struiklaag van het formaat sneeuwbes langzaam uit het stadsbeeld verdwijnt, want inheems plantmateriaal groeit zonder snoeien makkelijk uit tot een kleine boom.
Toch is inmiddels wel duidelijk dat ook exoten in de stad hun plaats hebben bewezen. Dat zijn dan vooral boomsoorten die goed beheersbaar zijn zoals de moerascipres, de ginkgo en de Turkse boomhazelaar. Die exoten blijken uitstekend te functioneren en er komen steeds meer soorten bij. De Nederlandse Dendrologen Vereniging publiceerde daar enige tijd geleden een boekje over: ‘Stilte voor de storm’, waarin dit onderwerp uitgebreid aan de orde komt. Hun conclusie is: “Geef de exoten een plaats in ons bestel en maak gebruik van hun goede eigenschappen”. Dit zou ook voor de sneeuwbes kunnen gelden.
Herkomst en eigenschappen
De sneeuwbes is inheems in Noord-Amerika. Hij stelt weinig eisen aan de grond, kan volle zon en ook schaduw verdragen en is bijzonder sterk. Alleen, evenals de Amerikaanse vogelkers, heeft hij neiging tot woekeren en kan hij de oorspronkelijke begroeiing goed in de weg zitten. Uitdijen doet hij zowel middels zaad (generatief) als via worteluitlopers (vegetatief). Die dominantie is lastig wanneer je als groenbeheerder uit oogpunt van biodiversiteit ook inheemse planten een kans wilt geven. Uitroeien blijkt echter moeilijk want je ziet hem overal stiekem weer opduiken. En dat is maar goed ook want de sneeuwbes produceert goede nectar in veel bloemen die lang bloeien en daarmee is hij dus ook belangrijk voor het insectenbestand en de biodiversiteit.

De plant is ingedeeld bij de familie Caprifoliaceae. Hiertoe behoort ook de kamperfoelie die er zelfs haar naam aan te danken heeft. De vertaling is ‘geitenblad-achtigen’, planten waarvan de bladeren door geiten worden gegeten. Een beetje selectief benoemd, want geiten staan erom bekend dat ze niet erg kieskeurig zijn.
De sneeuwbes heeft roodbruine twijgen met overstaande blaadjes. Bijzonder is wel dat die blaadjes verschillend van vorm en grootte zijn. Meestal ovaal maar soms ook gelobd met één, twee, drie en ook wel vier lobjes. Dit maakt de struik overigens wel aantrekkelijk in aanzien.
Bloei
Vanaf juni tot ver in september verschijnen over de gehele struik kleine roze bloemetjes die druk door insecten worden bezocht. Het betreft hommels, bijen, zweefvliegen en ook wespen die voor bestuiving zorgen als dank voor de nectar die de bloemen afgeven. Eenmaal bevrucht komen de witte bessen, waaraan de struik zijn Nederlandse naam ontleent. Die bessen blijven tot het eind van het jaar aan de struik zitten. Ze groeien vaak in een soort clustertje van drie, vier of meer dicht tegen elkaar aan. Dit verwijst naar de wetenschappelijke naam Symphoricarpos (soms ook carpus) ‘dicht bijeen zittende vruchten’. En Albus betekent wit. In het sponsachtige vruchtvlees bevinden zich twee kleine pitjes die voor de genetische voortplanting zorgen.

Radijsboompje
Van de nogal weinig soortgenoten komt in ons land ook de Symphoricarpos orbiculatus voor, bij velen bekend als radijsboompje. De rode bessen daarvan lijken veel op radijsjes omdat er ook wat wit in zit. Ze zijn kleiner dan die van de witte soort. De blaadjes zijn ook kleiner en niet gelobd. De twijgen zijn rood. Overigens is de groeivorm hetzelfde wat herkenning van de soort gemakkelijker maakt. Deze vruchtjes zitten soms in een cluster bijeen maar staan vaak ook solitair.
Cultivering
Het assortiment Symphoricarpos wordt overigens bij de kwekers zeer gewaardeerd en ook steeds verder gecultiveerd. Wie op zoek gaat in het assortiment komt meerdere cultivars tegen. Kruisingen tussen sneeuwbes en radijsboompje uiteenlopend van witte tot oranjerode bessen en alle tinten daar tussenin. Mogelijkheden te over dus om weer een divers assortiment in onze plantsoenen te planten. De struiken zijn makkelijk te snoeien met een elektrische heggenschaar en zijn verder onderhoudsvrij. Momenteel zijn veel voormalige struikborders met sneeuwbes vervangen door rozenperkjes en bloembollen. Ook mooi, maar kwetsbaarder en net zo exotisch als de Symphoricarpos.