Home » De Sierkers

De Sierkers

Als er bij TV-uitzendingen al aandacht is voor de natuur, dan gaat die vrijwel altijd over dieren. Het was dan ook verrassend dat er begin vorig jaar een korte documentaire verscheen over vroeg bloeiende bomen. Het betrof hier de Prunus accolade, de winterkers, die in maart al weelderig bloeit. Die vroege bloeier is ontstaan door kruisingen van Japanse kersenvarianten.

Jaap van Loenen

Bij het zien van de documentaire bleek weer eens duidelijk hoe waardevol sierkersen in het vroege voorjaar in onze parken zijn. Alles is dan nog kaal en saai en plotseling komen die bomen dan volop in bloei te staan. Vaak is dat van korte duur want voorjaarsstormen kennen geen genade en kunnen al dat moois in één keer wegblazen. Soms blijven die echter weg en kunnen we er een tijdlang van genieten.

Hanami
De Britse bomenkenner Hugh Johnson ziet in zijn “Het bomenboek” de Japanse kers meer als een gebeurtenis dan als een boom. Hij verwijst daarmee naar de Japanse cultuur waar de bloei van de boom een gebeurtenis is, een mijlpaal in de seizoenen: tussen eind maart en half april wordt Hanami, het kersenbloesemfeest, gevierd.
In groten getale komen de Japanners van heinde en ver met kleurige zitkleden en manden met voedsel naar de parken om samen van het moois te genieten. Er is zelfs een “kersenbloesem radar” op de nationale TV-kanalen die de bloei van zuid naar noord volgt.

In de bloei van de kersen wordt symboliek gezien voor het menselijk leven: het tedere begin bij het ontluiken, de kracht tijdens de volle bloei en de aftakeling bij het uitvallen. Ook de korte duur van dit alles speelt daarbij een rol .
Zelfs de Chinese wijsgeer Con fu tsé (Confucius) komt om de hoek kijken. Hij houdt de mens voor zijn plaats in de maatschappij en zijn soms beperkte capaciteiten te aanvaarden en daardoor gelukkiger te zijn. “Niet alle bloemen worden volmaakt”.
Maar het feest richt zich op het enorme aantal bloemen dat zich prachtig ontwikkelt en waar men veel plezier aan beleeft. De kersenbloesemcultus bestaat in Japan zeker al duizend jaar.
In de hele natuur kent die uitbundige bloei zijn gelijke dan ook niet. De sterkste soort is de half wilde kers Prunus subhirtella. Deze kan 25 meter hoog worden en 1000 jaar oud.

Bij ons lang onbekend
Vanaf de tijd dat West-Europese handelsschepen ook Japan bereikten zijn daarvandaan al veel boomsoorten ingevoerd. Een paar werden al eerder besproken zoals de Ginkgo biloba, de Japanse parasolden en de Japanse ceder.
Het duurde echter tot het begin van de vorige eeuw voordat de Japanse kers in de belangstelling kwam. In het Verenigd Koninkrijk heeft een zekere Collingwood Ingram de aandacht gevestigd op de bijzonder mooie tuinvormen die door de eeuwen heen in Japan waren ontwikkeld. Hij heeft veel bijgedragen aan de populariteit daarvan.

In ons land zijn in de laatste decennia veel Japanse kersen in tuinen en parken verschenen. Zelfs als straatbeplanting worden ze de laatste jaren veel toegepast.
Vermeerderen kan uitsluitend vegetatief, met stekken en enten, maar daarvoor zijn inmiddels goede technieken. Vaak wordt geënt op de jonge stam van de zoete kers. Deze laatste laat zich gemakkelijk vermeerderen uit zaad en is daarom heel geschikt als basis stam.

Veel soorten
Als straatbeplanting is de Prunus kanzan bij de gemeente populair.
In Japan wordt hij niet zo gewaardeerd. Bij ons blijkt hij echter goed bestand tegen ziekten en plagen die een stadsboom nu eenmaal te verduren krijgt. Recent zijn er nogal wat van aangeplant.
Ze zijn bijvoorbeeld te zien op de Kennedylaan bij het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum), langs de straat bij een paar vijvers.
De Japanse sierkers draagt in het vroege voorjaar veel bij aan een fraai stadsbeeld.

Familie en Geslacht
De plantenwereld kent enorm veel verschijningsvormen en door de eeuwen heen zijn daar indelingen voor bedacht. Dit gebeurt naar zaadvorming en voortplanting, bladvorm, afmetingen, etcetera.
De meest gangbare indeling is momenteel die in Families en Geslachten. Zo zijn de kersen ingedeeld bij het geslacht Prunus, waartoe de amandel, de pruim maar ook de Amerikaanse vogelkers behoort . Het geslacht Prunus maakt op zijn beurt deel uit van de familie Rosaceae. Deze familie is zo groot dat er weer onderafdelingen met aparte namen zijn, zoals bijvoorbeeld Malaceae voor de appelachtigen.
Kenmerkend voor het geslacht Prunus zijn de steenvruchten (zoals kersenpitten). Sierkersen dragen echter geen vruchten. Zij worden gekweekt om hun bloemenpracht en die is overweldigend genoeg om het ontbreken van kersen te doen vergeten.