Home » De Omgevingswet en de natuur

De Omgevingswet en de natuur

De meeste mensen hebben al van deze lang verwachte Omgevingswet gehoord, die per 1 januari 2022 waarschijnlijk in werking treedt. Waarschijnlijk, want deze wet is al vele malen uitgesteld. Bij het schrijven van dit artikel is de invoering onderwerp van discussie in een zeer kritische Eerste Kamer.

Frederike Bloemers

In de Omgevingswet worden alle bestaande wetten voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water gebundeld.
Volgens de wetgever geeft deze wet een “basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving”. Natuur maakt hier expliciet deel van uit.

Wat is de Omgevingswet
Met de Omgevingswet worden 26 wetten, vier algemene maatregelen van bestuur, één ministeriële regeling en meer dan 100 andere regelingen samengevoegd tot één wet. Volgens de wetgever komen er minder regels en is er meer ruimte voor initiatieven. Besluiten worden zoveel mogelijk door gemeenten genomen, tenzij sprake is van nationaal of provinciaal belang. Uitgangspunten van de wet zijn: vroegtijdige participatie, integrale keuzes, meer flexibiliteit en afwegingsruimte, vertrouwen (omdat het uitgangspunten zijn, worden er geen aparte regels over opgesteld). Het Europees recht is volledig geïntegreerd, dus ook de Natura 2000-regels blijven gehandhaafd. Dit laatste is van groot belang voor Den Haag, waar het overgrote deel van de duingebieden Natura 2000-gebied is.
Het omgevingsplan van een gemeente is de opvolger van alle huidige bestemmingsplan­nen, gebundeld in één plan voor het hele grondgebied. In dit plan staan ook verordeningen, zoals de kap­verordening en rijksregels. Dus het omgevingsplan is heel breed van opzet. Gemeenten hebben tot en met 2028 de tijd om een omgevingsplan op te stellen.
Een vergunningplicht is in de Omgevingswet eerder uitzondering dan regel. Van tevoren bepaalt de overheid of de uitvoering van een activiteit wel of niet aan voorwaarden gebonden is. Zo’n (vergunning)plicht schrijft de provincie in de Omgevingsverordening en legt de gemeente vast in het Omgevingsplan.

Regels voor natuur
Belangrijke doelstelling van de Omgevingswet is: het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. De meeste inhoudelijke regels uit de huidige Wet natuurbescherming komen niet terug in de Omgevingswet zelf, maar zijn opgenomen in een algemene maatregel van bestuur, het zgn. Besluit Kwaliteit Leefomgeving. In de provinciale omgevingsverordeningen worden gebieden aangewezen die samen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) vormen.

Risico’s voor de natuur
Op het eerste gezicht lijkt er niet veel te veranderen voor de natuur, maar er zitten wat adders onder het gras.
In de huidige wetgeving worden gebieden beschermd door een “nee tenzij” beschermingsregime. Dat houdt in dat voor een project de initiatiefnemer moet aantonen dat een project ofwel geen significant negatieve effecten heeft ofwel om een andere reden door moet gaan.
Aan de provincies wordt niet meer expliciet opgedragen om in hun omgevingsverordening dit “nee tenzij” regime op te nemen. Hiermee vervallen de bijbehorende significantietoets, alternatieventoets en de toets aan het criterium groot openbaar belang.
Er is een zogenoemde participatieladder opgesteld, inhoudende dat belanghebbenden bij een project of initiatief in een vroeg stadium betrokken worden. Echter, de initiatiefnemer is degene die belanghebbenden moet informeren. Dat betekent dat de partij die belang heeft bij het doorgaan van het initiatief, tegelijkertijd informatieverstrekker is en daarmee twee petten op heeft.
Een risico is dat steeds meer activiteiten gereguleerd worden via algemene regels in plaats van via toetsing en vergunningverlening. Hiermee dreigt de mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen te vervallen en lijkt dus de bestuursrechtelijke rechtsbescherming te verdwijnen.

Wethoudersplanologie
De Omgevingswet introduceert een vergaande decentralisatie. Zo ontstaat dus een zogenaamde “wethoudersplanologie”. Het gevaar daarbij is dat er lokale bouwplannen komen waarbij geen rekening gehouden wordt met een provinciaal of landelijk belang. Dit betekent dat iedereen extra alert moet zijn op wat het gemeentelijk bestuur aan plannen ontwikkelt.
Inspraak en rechtsbescherming veranderen met deze wet aanzienlijk. Laten we hopen dat er na de komende Tweede Kamerverkiezingen weer een minister van Ruimte komt, die prioriteit geeft aan het behoud van natuur en groen. Pas dan komt het expliciet geformuleerde doel van de Omgevingswet: het beschermen van ons leefmilieu, tot zijn recht.