De Hickory – Carya
Het wordt toegepast als gereedschap in stelen zoals van hamers maar ook als roeiriemen, slagbomen bij bruggen, speren en drumstokken.
Dat het schokbestendig is, wordt vooral bewezen door de Amerikaanse boombijl. De dunne steel daarvan is bijna een meter lang en heeft een sierlijke vorm. Na wat oefening is dit fraaie gereedschap heel gemakkelijk te hanteren.
Tijdens het hakken krijgt de steel bij elke klap een enorme schok te verwerken. Ook daartegen is het hout blijkbaar goed bestand. Kortom, waar andere houtsoorten het laten afweten kun je meestal terugvallen op hickory.
Bij dit alles heeft het hout een prachtige kleurschakering en tekening. Het donkere kernhout steekt fraai af tegen het zilverwitte spint. Hickory parketvloeren zijn erg mooi en bovendien bijna onverslijtbaar.
Minder bekend is dat sommige soorten lekkere noten voortbrengen.
De hickory is direct verwant aan de walnoot. Beide horen tot de familie Juglandaceae.
Voorkomen
Er bestaan 18 soorten hickory’s. 11 daarvan zijn inheems in de Verenigde Staten en Canada. De overige hebben China, Indochina en India als thuisland. Je kunt dus wel stellen dat de hickory een echte Amerikaanse boom is. Dat is hij ook al heel lang zoals blijkt uit gevonden fossielen.
Er is overigens ook een prachtig exemplaar te zien in Valkenburg in Limburg. Die boom werd in 1989 aan de stad geschonken door de Amerikaanse ‘30th infantry division’ als symbool van vriendschap, herinnerend aan de Tweede Wereldoorlog.
Eigenschappen
Hickory’s zijn eenhuizig en hebben vrouwelijke en mannelijke bloeiwijzen aan dezelfde boom. Omdat daardoor zelfbestuiving mogelijk is kan een alleenstaande boom nakomelingen voortbrengen. De mannelijke bloemen zijn katjes die duidelijk zichtbaar zijn en veel stuifmeel verspreiden. De vrouwelijke bloempjes zitten aan het eind van de twijgen. Ze bestaan uit kleine groene blaadjes die tussen de ontluikende gewone blaadjes bijna niet opvallen.
De bloeitijd is in mei. Sommige soorten bloeien wat later. De bladeren zijn veervormig samengesteld zoals die van onze es maar niet overstaand gerangschikt. De afmeting ervan verschilt per soort.
Bekend is de gewone hickorynoot (Carya ovata). Ovata betekent eivormig of ovaal. Hij groeit in het midden en oosten van de Verenigde Staten en heeft een voorkeur voor vochtige plaatsen zoals rivieroevers. Hij wordt ook wel ‘white bitter nut’ genoemd naar een soortgenoot de ‘bitter nut’ of ‘Swamp hickory’. De noten daarvan bevatten tannine wat ze erg bitter maakt. Konijnen en andere inheemse dieren hebben daar blijkbaar geen moeite mee en eten ze graag. Voor mensen zijn ze echter niet eetbaar. De gewone hickory wordt ook wel ‘shag bark’ genoemd: door de rafelige schors ziet hij er heel slordig uit.
Een heel lekkere noot komt van de pecan hickory (Carya illinoinensis). Die hoort thuis in de zuidelijke staten van de Verenigde Staten en Mexico, in een subtropisch klimaat. Er zijn ook een paar rassen die wat noordelijker voorkomen en sinds kort zelfs in Nederland zijn te vinden.
Inmiddels is de pecannoot bij velen bekend maar dat ze van de hickoryboom komen weet haast niemand.