De groene mantel om het Binnenhof
Sander Wennekers
Het grafelijk hof en het dorp die Haghe
Den Haag was tot het jaar 1200 een tamelijk woest en ledig gebied, dat behoorde tot het ambacht Monster. Her en der stonden boerderijen, en een enkele hofstede of kasteeltje.
Op een smalle duinrug aan een meertje, de voorganger van de Hofvijver, liet rond 1230 graaf Floris IV van Holland een hofstede of jachtslot bouwen. Onder zijn zoon graaf Willem II werd hier twintig jaar later zelfs een groot kasteel met omringende voorhoven, tuinen en grachten neergezet. Zo werd deze locatie een van de grafelijke hoven. Na 1276 werd Den Haag onder Floris V zelfs de belangrijkste verblijfplaats van de graaf. Vanaf 1585 werd het Binnenhof het regeringscentrum van de Republiek, met een stadhouderlijk kwartier in de noordwesthoek. Hier drukte de stadhouder prins Maurits zijn stempel op.
Er lag eeuwenlang een groene mantel om het Binnenhof. Op een kaart uit 1616 is het Binnenhof met het omringende Buitenhof, de Hofvijver met Lange en Korte Vijverberg, het tuinencomplex aan de kant van het Plein, en het gebied aan de zuidoostzijde groen ingetekend.
Het hof vormde een markt voor de diensten van ambachtslieden, veehoeders, herbergiers en andere beroepen. Hierdoor kwam zuidwestelijk van de Hoogstraat, waarlangs toen ook de Beek liep, het dorp die Haghe tot ontwikkeling. Vanuit dit dorp was het hof heel lang slechts via de Voorpoort toegankelijk. Die poort is wat nu de Gevangenpoort heet.
Het historische Binnenhof
Historisch omvatte het Binnenhof het door muren en grachten omringde gebied rond de Grote Zaal ofwel Ridderzaal. Het Mauritshuis en de bebouwing daar tegenover dateren uit de 17e eeuw en later. De voorzijde van de Ridderzaal, toen nog de Voorhof genoemd, was aanvankelijk ook nog tamelijk groen.
Op de plaats van de voormalige Tweede Kamer lag in de 16e eeuw zelfs een tuin die wel als Stadhouderstuin is aangeduid. Aan de noordwestkant van de Grote Zaal was eerst nog ruimte voor een kaatsbaan en aan de noordoostzijde waren er lange tijd tuinen met ‘cruytbedden’ en priëlen met druiven.
Buitenhof
Het Buitenhof heette aanvankelijk de Nederhof en omvatte het huidige Buitenhof, de Hofweg, de Hofplaats en een groot deel van de huidige bebouwing eromheen. Tot eind 16e eeuw was dit terrein groen en landelijk, met moestuinen, een boomgaard, een boerderij, een weiland met vee en opslagruimtes, alles ten dienste van het Binnenhof.
Het was heel lang afgesloten voor de burgerij. Geleidelijk veranderde het in een gebied met een openbare functie, vooral onder stadhouder Maurits die van 1585 tot 1625 het stadhouderlijk kwartier naast het Buitenhof bewoonde, als hij niet te velde was voor een van de talrijke veldslagen en belegeringen.
Al sinds 1570, wellicht iets eerder, was er op de Hofweg vóór het Binnenhof een grote tuin met erlangs talloze bomen. In 1620 werd op die plaats voor Maurits een nieuwe, extreem gestileerde siertuin met speelhuis aangelegd. Onduidelijk is hoe deze tuin werd genoemd. Op een plattegrond van rond 1730, ‘Prospect von Graven Haag’, is op dezelfde plaats een toen weer anders ingerichte siertuin afgebeeld.
Noordoostelijke mantel
Het omvangrijke noordoostelijke deelgebied lag binnen de buitenste hofgracht. De pas later bebouwde lange strook vanaf het Mauritshuis tot en met een deel van de Poten heette tot in de 17e eeuw het Akerland. Hier werden eiken gekweekt en in de Poten waren ook boomgaarden. De Korte Vijverberg en het Plein herbergden eeuwenlang de Kooltuin van het hof. Hier werden onder andere diverse koolsoorten, prei en uien verbouwd. Ook waren er boomgaarden.
Onder Maurits werd vanaf 1598 de kooltuin veranderd in een siertuin. In sommige bronnen wordt deze siertuin de Stadhouderstuin genoemd. Onder Frederik Hendrik werd vanaf 1632 deze tuin omgebouwd tot een ‘fraai aangelegd en lommerrijk’ wandelplein. Op dit Stadhoudersplein kon men onder hoge bomen flaneren. Aan de Korte Vijverberg werd het oefenterrein van de schutterij verplaatst, en er werden rond het Plein imposante gebouwen gerealiseerd, zoals het Mauritshuis, de Sebastiaansdoelen, de logementen van Amsterdam en Rotterdam, het woonhuis van Constantijn Huygens. Voor het Mauritshuis verschenen siertuinen.
In latere jaren is zoals bekend de omgeving van het Binnenhof, met uitzondering van de Lange Vijverberg, geleidelijk versteend. Oud-raadslid Det Regts maakte het groene plan ‘Haagse Lanen’, dat dit wil terugdraaien. Het is door de gemeenteraad aangenomen. Ook bestuurlijk begint Den Haag nu in te zien dat verstening tot allerlei problemen leidt.