Home » Bomen en hun vruchten

Bomen en hun vruchten

Lang niet alle bomen dragen vruchten. Bij tweehuizige soorten is dat er van afhankelijk of het vrouwelijke of mannelijke exemplaren zijn. Beide bloeien, maar zaad ontstaat uitsluitend na bevruchting van de vrouwelijke bloemen. Verder is ook de leeftijd van de betreffende boomsoort van belang. Een boom draagt pas na enige jaren vrucht. Die leeftijd verschilt sterk per soort. Over de hiernaast omschreven veranderingen in vruchtvorming is geen onderzoek of informatie bekend. Een oorzaak noemen is daarom moeilijk, maar mogelijk is dit een gevolg van de veel besproken klimaatveranderingen. Er zijn ongetwijfeld nog meer vergelijkbare voorbeelden te noemen. Daarbij blijkt in ieder geval dat bomen ons nog weleens kunnen verrassen.

Iepen in het zaad

Eerder al schreef ik in Haagwinde een artikel over dit onderwerp, waarin gesteld werd dat de zaadvorming van iepen per jaar behoorlijk kan verschillen. Hierbij is over een reeks van ca. 40 jaren, met jaarlijkse schommelingen, een duidelijke stijging waargenomen. Vorig jaar was er weer een overvloedige vruchtdracht, waarna de bomen zichtbaar moeite hadden om in de loop van het jaar goed in blad te komen. Deze vruchtvorming vergt veel energie van de boom. In het vroege voorjaar bloeit de boom met groene bloemblaadjes. Het lijkt dan of hij al in blad komt, maar na het afvallen van het bruine zaad, verschijnen pas de echte  bladeren. Veel iepen staan nu, eind augustus, nog heel slecht in blad en het is onzeker of zij zich daarvan weer herstellen. Opvallend is wel dat juist per soort doorgaans grote verschillen in zaadvorming optreden, waarbij zowel vorig jaar als ook dit jaar met name de Huntingdoniep (Ulmus hollandica ‘Vegeta’) zwaar heeft gebloeid en andere soorten weinig tot niet.

Valse Christusdoorn
In de Bram Frosstraat  staan 18 Valse Christusdoorns (Gleditsia triacanthos) met wisselende vruchtdracht, waarvan enkele met extreem veel vruchten. Ditzelfde beeld was dat jaar ook op andere locaties zichtbaar. Op dit moment hebben deze bomen duidelijk minder vruchten gevormd dan vorig jaar. Deze donkerbruine, gekronkelde vruchten hebben een lengte van wel 50 cm en worden vaak gebruikt voor bloemschikkingen.

Japanse notenboom
Deze boomsoort (Ginkgo biloba) werd voorheen alleen als parkboom toegepast, maar doet het ook uitstekend als straatboom. Ruim 25 jaar geleden werd de soort in Den Haag voor het eerst aangeplant in de Piet Heinstraat. Eind vorig jaar bleken enkele bomen vol vruchten te zitten, dus zijn dit vrouwelijke exemplaren. Waarschijnlijk was dit niet de bedoeling van de gemeente, want de oranje vruchten hebben een slechte reputatie. Afgevallen vruchten zouden, bij rotting van het vruchtvlees, zorgen voor stankoverlast maar die mening wordt niet door iedereen gedeeld. De pitten van de noten worden in Japan veel gegeten. Deze rijke vruchtdracht was hier eerder nog niet opgevallen.

Amberboom
De Amberboom (Liquidambar styraciflua) is een sterke,  aantrekkelijke straatboom die goed toepasbaar is op veel plaatsen. Hij  wordt veelvuldig aangeplant en heeft ondertussen de reputatie van modeboom gekregen. Verder heeft deze soort een opvallende ontwikkeling doorgemaakt. In 1980 kreeg ik van een collega enkele vruchten -die op een plataanvrucht leken-  met de vraag van welke boomsoort deze vruchten zijn. Hij had ze uit New York meegenomen. Ik kende ze niet, maar ze bleken afkomstig van de Amberboom. Nooit eerder had ik in Nederland vruchten aan deze boom gezien. In de loop van de jaren tachtig troffen we ook hier vruchten in Amberbomen en deze ontwikkeling heeft zich zodanig voortgezet, dat er nu situaties zijn, waarbij bomen massaal bezet zijn met vruchten. In Het Oord (Bouwlust) staan enkele oudere Amberbomen die in hun jeugdfase nooit vruchten hebben gedragen, maar nu ook vol zitten met die kleine bolletjes.

Vijgenboom
Dit gewas valt in feite onder de categorie struiken, maar de Vijgenboom (Ficus carica) kan toch een flink formaat ontwikkelen. Ook bij de vruchtvorming van deze plant heeft zich een bijzondere ontwikkeling afgespeeld. Zo stond naast het kantoor waar ik mijn werkplek had een mooie vijgenboom toen ik daar in 1975 begon met werken. Aan deze boom ontwikkelden zich jaarlijks flink wat vruchten. Deze kwamen in het eerste jaar echter niet tot rijping maar pas het jaar daarna. Bij flinke vorst stierven de vruchten wel af. Dus er was niet elk jaar een oogst. Vanaf midden jaren tachtig veranderde deze vruchtvorming en kwamen veel vruchten al in het eerste jaar tot rijping. Op den duur werd dit het gangbare proces. En ze smaakten heerlijk. De vijg is inmiddels een populaire boom geworden, die je in veel tuinen ziet staan. Zodoende kon het proces van de veranderende vruchtvorming ook bij andere exemplaren worden vastgesteld. Overigens is de vijgenboom goed te vermeerderen door middel van stekken of afleggen. Met een beetje geluk kun je na zo’n vijf jaar al oogsten.