Bijzondere bewoners van de Westduinen
Eric Wisse. Foto Sjoerd Groos
De afgelopen tien jaar is er een sterke stijging te zien in de binnenkomende gegevens van gevonden soorten voor de Westduinen op waarneming.nl. Daarvan wordt in dit artikel een reeks wat meer recente, zeldzame waarnemingen uitgelicht, waarbij vooral aandacht uitgaat naar de wat meer onderbelichte klassen en families. Ook vanwege het formaat van de hierin voorkomende soorten.
Meestal zoomt men in op enkele soorten of één soort. In plaats daarvan volgt hier een wat uitgebreidere opsomming. Daarmee komt nog maar een topje van de ijsberg der biodiversiteit voor het voetlicht. Want er zijn in dit gebied inmiddels zo’n 3750 soorten waargenomen. Dit nog los van de Bosjes van Poot, Wapendal, binnenduinbossen als Scheveningse Bosjes en duinrelicten als Duttendel en Doornduin.
Traag op gang
We starten bij de groep langzaamste dieren, maar tegelijk een van de recentste aanwinsten voor de Westduinen: het duintolletje. Dat je die niet tijdens een wandeling hebt opgemerkt is geen schande, het is een beestje met een bruin gevlekt, geribd huisje, niet groter dan een flinke zandkorrel. Er lopen witte marmerlijntjes overheen.
Dit beestje werd bij toeval ontdekt toen een groep onderzoekers strooisel uitploos. Eigenlijk was men op zoek naar een ander dier: de nauwe korfslak.
Verder zijn bijzondere, zeldzame soorten in de Westduinen het genaveld tonnetje, de kleine karthuizerslak en de kleine blinkslak. Die laatste soort is gevonden in een bosje dat na een correctie op waarneming.nl nu ook onder de Westduinen valt.
De gekielde loofslak heeft een scherpe rand aan zijn huisje, een duidelijke kiel. Omdat die laatste algemener is dan de eerder genoemde zeldzame soorten kun je ze eenvoudig treffen in de binnenduinbossen.
Amfibieën
Dan de amfibieën: recent is de kamsalamander aangetroffen. Mogelijk leven er ook poelkikkers, maar dat moet nog nader worden onderzocht. De boomkikkers blijken helaas uitgezette Italiaanse en Oosterse boomkikkers te zijn, de laatste is afkomstig uit Griekenland.
De Haagse kronkel is een bodemdiertje dat ooit op raadselachtige wijze in het Haagse Bos werd aangetroffen maar uit Italië afkomstig is. Zeldzaam, maar zoek je gericht in de strooisellaag onder abelen in een binnenduinbos, dan bestaat de kans dat je zijn zilveren lijfje er opgerold ziet liggen op de humuslaag. Deze soort is inmiddels ook gevonden in de Westduinen.
Nachtvlinderen is een werkwoord
Nachtvlinders: deze zijn ook meer gericht onderzocht door te werken met inventarisaties waarbij de soorten door licht of door ‘smeer’ werden gelokt. Zeer zeldzame soorten die blijken te leven in de Haagse duinen zijn de cipresdwergspanner, ligusterblokspanner, zwartpootmot, bont smalsnuitje, kustweidemot, kraslijnmot en de wereldbladroller. Enkele andere zeldzame soorten zijn het grote blauw weeskind, de duinworteluil, helmgrasuil, kuifvlinder (net als de zwartpootmot gebonden aan toortsen), de kustuil, de katoendaguil en de zandhaverboorder.
Zandhaver is een taaie grassoort die je in de zeereep kunt aantreffen. Het heeft breed, blauwgroen blad.
Een aantal van de zeldzame, maar aanwezige soorten dragen bijzondere namen, zoals geel kijkgaatje, knopzakdrager, panterspitskopmot, kruisdistelkaartmot, gouden sikkelkokermot, perzikscheutboorder, spireaboegsprietmot, variabel zandvleugeltje, breedlijnige kegelbladroller, zeeasterknoopvlekje, morgenroodbladroller, dof smalsnuitje, duingranietmot en dwerglepelmot.
De hopsteltmot is gevonden door goed naar bladmijnen in hopplanten te kijken. De eveneens zeldzame duinrietmineermot kon niet uitblijven vanwege de ruime aanwezigheid van duinriet. De aangebrande valkmot is niet zeldzaam maar draagt ook een mooie naam, evenals de wat schaarser voorkomende pinksterbloemlangsprietmot. Maar al deze vlinders zijn zelf nog véél mooier dan hun namen. Het zijn stuk voor stuk kunstwerkjes der evolutie.
In de duinen leven veel solitaire bijen. Al jaren zetten vrijwilligers zich in voor de kwetsbare steilwandjes. Daarbij moet voorlichting ervoor zorgen dat bezoekers van de duinen voorzichtiger omgaan met deze waardevolle nestelplaatsen. Een van de zeldzamere waarnemingen is de steilrandgroefbij. Maar ook voor andere zeldzame soorten, zoals de duingroefbij, geldt dat zij nestelen in deze steilwandjes.
Nog enkele zeldzaamheden: de verscholen dwergbloedbij, kleine wolbij, duinkegelbij, geelgespoorde houtmetselbij. De ruige behangersbij, de witgevlekte tubebij en niet te vergeten het prachtige zilveren fluitje dat bij het foerageren een kont vol stuifmeel omhoog steekt. Je kunt deze soort zelfs al herkennen aan het geluid. Verder de distelbehangersbij, kustbehangersbij en de schitterende gouden slakkenhuisbij, waarvan de larve uit het ei komt in een leeg slakkenhuis, dat als nestelplek wordt gebruikt. En dat na het aanbrengen van wat mondvoorraad zorgvuldig wordt afgedicht.