AVN-natuuronderzoeken
Door: Adri Remeeus
Natuurwaarden Cartouche onder de loep
In Haagwinde nummer 1 van dit jaar was te lezen dat hockeyclub Cartouche in Voorburg naar de eredivisie wil. Voor de financiering van de daarvoor benodigde faciliteiten komt wel wat kijken, zoals een projectontwikkeling voor woningen. De vraag is in welke staat de natuurwaarden zich nu bevinden. Daarom is hier in maart jl. begonnen met een kwalitatieve monitoring van de broedvogels (soorten, aantallen en verspreiding). De resultaten, die in juni worden opgeleverd, moeten laten zien welke delen van het gebied een goede natuurpotentie hebben en waar verbeteringen mogelijk zijn. Op het moment van schrijven (medio mei) kan al een voorzichtige indicatie worden gegeven. Zo hebben grote bonte specht, boomkruiper en putter zich laten horen in de houtwallen tussen de sportvelden. In het park, rond de uitspanning ‘Rusthout’ en een intiem bosmeertje, is een goede soortendichtheid te zien met o.a. winterkoning, zwartkop en tjiftjaf. Ik hoorde zelfs eenmaal een koekoek. Op basis van de uiteindelijke totaalresultaten kunnen we een analyse maken van de huidige natuurwaarden van het gebied; vertaald naar de verschillende landschappen zoals houtwallen, bospark en moeras. Op die manier kunnen we de projectontwikkelaar en de gemeente Leidschendam-Voorburg een second opinion leveren en adviseren hoe waardevolle delen gespaard kunnen blijven en andere verbeterd kunnen worden.
Vogelrijkdom in het Buytenpark Zoetermeer
In Haagwinde 04 van december 2019 stond een bijdrage over dit park. Het landschap in volle bloei doet hier en daar mediterraan aan, ondanks het detonerende staketsel van het Snowworld-complex. Een verkennend bezoek in januari liet een enigszins verruigd landschap zien met, op het oog, weinig broedgelegenheid voor vogels. Maar de AVN heeft als doelstelling om, waar mogelijk, natuurwaarden te verbeteren. ‘Meten is weten’ is dan het motto. Daarom vindt er een inventarisatie plaats van de soorten en aantallen broedvogels en hun verspreiding. Op het moment van schrijven (medio mei) zijn de tellingen halverwege; sommige resultaten zijn verrassend te noemen. De verruigde vegetatie werkt als een magneet op rietzangers, waarvan er op 29 april maar liefst 24 zongen. Baltsende en zingende groenlingen vinden een eldorado in de met sleedoorns en meidoorns begroeide hellingen. Zeker niet in de laatste plaats noem ik de 45 grasmussen die eind april in het doornige struikgewas zongen. Maar er zijn ook povere gedeelten. Soms zijn er fraai ogende stukjes bos die bij nadere beschouwing behoorlijk open gewerkt blijken te zijn door ruiters, mountainbikers en joggers. De definitieve resultaten worden ingebracht in een overleg met o.a. de gemeente Zoetermeer om te bepalen waar verbeteringen mogelijk zijn.