95 jaar AVN op een rijtje
Caroline de Jong
De duinen behouden
Wat telkens weer terugkomt, in die 95 jaar, is de zorg om de aantasting van de unieke duinnatuur bij Den Haag. In de beginjaren en nog tientallen jaren daarna was het duingebied niet goed beschermd en werd eerder als bron van winbaar materiaal, of later, in de naoorlogse jaren, als stortplaats van overgebleven puin gezien. In 1936 ging het om grootschalige afgravingen. In 1954 en 1967 verzetten we ons tegen wegen dwars door de duinen. Daar werd pas in 1971 definitief een streep door getrokken. Door het belang van de watervoorziening is het gebied gelukkig behouden gebleven.
In een AVN-publicatie van 1992 vinden we ook bouwplannen, zoals in Vossendel, bij Duindorp. Die zijn gelukkig destijds niet doorgegaan, mede dankzij de inzet van de AVN. De Westduinen waren in 1920 ‘geruïneerd’ door de vele bezoekers. Toendertijd heeft de Gemeentelijke Plantsoenendienst versperringen aangebracht, de grond bemest met huisvuil en soorten aangeplant die er maar voor een deel thuishoren. Tijdens en na de oorlog is ook nog veel zand, puin en afval gestort, hier en ook in andere groengebieden. Erevoorzitter Schierbeek schrijft in 1965 over ‘echte plantkundigen’ die zich ergeren aan planten die oorspronkelijk niet in het duin thuishoren. In 2011 is er rigoureus ingegrepen in een poging de biodiversiteit te verbeteren. Veel Japanse rimpelroos, een exoot, werd toen verwijderd.
Met de aanwijzing van Meijendel en Berkheide, Westduinen en Solleveld als Natura 2000-gebieden worden ze goed beschermd en inmiddels maken ze deel uit van het in oprichting zijnde Nationaal Park Hollandse Duinen. Jammer genoeg zijn de kansen die er waren om natuurgebied uit te breiden bij Watergat in het Westland niet opgepakt. En een belangrijke aantasting blijft de neerslag van stikstof. Die is al tientallen jaren te hoog. Bijzondere duinplanten hebben hier erg onder te lijden.
Recent zijn met onze inzet nog plannen gestopt: geen (fiets)paden dwars door de kwetsbare Ruygenhoek, geen nieuwe bouwontwikkeling voor een internationale instelling in het groen naast Meijendel maar het natuurgebied daar juist uitbreiden, geen jaarrond exploitatie van strandtenten direct naast Natura 2000-gebieden. De pilot voor strandhuisjes ging ondanks protesten helaas wel door.
Aanslagen op landgoederen, bos en groen beperkt
De staduitbreiding ging vaak ten koste van landgoederen. In 1936 wordt beschreven hoe ernaar wordt gestreefd de mooiste delen te behouden. In 1954 kwam een noodkreet van de AVN: de gemeente wilde heel veel gaan bouwen in bossen en parken: onder andere in Oostduin, Clingendael en in de Bosjes van Poot. Door verschillende projecten in de Bosjes ging het oppervlak ervan van 35 hectare in 1960 naar 20 hectare in 1992. In 1996 meldt de AVN wel een succes: de bouw van flats naast de Vogeltuin werd afgewezen.
In 1965 spreekt erevoorzitter Schierbeek zijn tevredenheid uit als de gemeente Wassenaar besluit om enkele landgoederen integraal te bewaren. Daar had de AVN jarenlang voor geijverd. Ook in Voorschoten kon de AVN aantasting van landgoederen voorkomen. Daarnaast had de AVN het in 1967 ook druk met het weren van bebouwing op de Hertenkamp, het Malieveld en in het Haagse Bos. Het daar geplande ministerie ging niet door. In 1996 wordt bij de successen genoemd dat er geen Amerikaanse school in Reigersbergen komt. Maar helaas werd tien jaar later, ondanks protesten van de AVN, ter plekke een automobielmuseum gebouwd en op de Amonsvlakte een golfterrein. Het Hubertusduin werd wel gered, door de aanleg in 2006 van een geboorde tunnel.
Talloze plannen in het groen zijn gelukkig verijdeld: het verleggen van trambanen naar het Lange Voorhout in 1940, en recenter, tegen het einde van de vorige eeuw, een parkeergarage aldaar, bebouwing van de walkanten van het Verversingskanaal, woningbouw op de gemeentekwekerij, een clubgebouw in Meer en Bos. Helaas konden we de verwoestingen van natuur, groen en bomen door bouwactiviteiten in Kijkduin in dezelfde periode niet voorkomen.
Op kaarten uit 1936 staat het padenpatroon van de Scheveningse Bosjes zoals het nu nog is, ‘zulke gezellige paadjes’. Gelukkig zijn de plannen voor een Internationaal Park in 2015 onder meer met rechte, verlichte, brede betonpaden, niet doorgegaan. In 1954 was de AVN tevreden dat Madurodam verzonken was aangelegd met groene heestercamouflage. In 1996 was een eerste uitbreiding al veel minder dan men eerst van plan was geweest, met de belofte dat van verder uitbreiden geen sprake zou zijn. Helaas zal voor de tweede uitbreiding toch weer bos worden gekapt, al is het na onze protesten veel minder dan waar Madurodam om vroeg.
Aanleg van parken en groengebieden
Trots was de AVN in 1936 op de aanleg van het Zuiderpark, dat uitgebreid wordt beschreven. In die tijd werd het belangrijk gevonden om plantsoenen aan te leggen en straatbomen aan te planten. De AVN benadrukte in 1954 dat de aanleg van plantsoenen en gazons niet betekent dat bewoners minder behoefte zouden hebben aan recreatie in de natuur; ‘even nodig is het scheppen van nieuwe, grote parken’. Mooi is daarom dat in de jaren ’70 Madestein werd aangelegd, daarna de Uithof, en in 1996 het Bentwoud. Positief is ook de aanleg in de Nieuwe Driemanspolder van een waterberging en een natuur- en recreatiegebied. Het gebied begint inmiddels aardig vorm te krijgen.
Beter beheer en mooi beleid
In 1984 is de plantsoenendienst al begonnen met een ander maairegime, een of tweemaal per jaar, met afvoeren van het maaisel. Zo krijg je mooi bloeiende bermen. Zaaien is dan niet nodig, schrijft Jan Mol. In 1988 is de eerste stadsecoloog voor Den Haag aangesteld, Jaap Mennema. Hij raadt aan middenbermen minder te maaien en planten op de wallekanten van grachten te laten staan. Ook moeten in zijn ogen ecologische corridors als de Schenkstrook zoveel mogelijk worden beschermd. Vanaf het begin van deze eeuw wordt in de ecologische zone Haagse Beek de kwaliteit van het water verbeterd en worden natuurvriendelijke oevers aangelegd.
In 1996 wordt na lang aandringen van de AVN het eerste Groenbeleidsplan ontwikkeld voor Den Haag. Er worden beheerplannen voor de grote groengebieden gemaakt, en knelpunten in ecologische zones opgelost. In 2005 is een nieuw groenbeleidsplan van Den Haag uitgekomen, waarin tot genoegen van de AVN de stedelijke Groene Hoofdstructuur wordt vastgelegd, een systeem van grote groengebieden en groene zones die ze verbinden om de biodiversiteit te bevorderen. Helaas bevatte de Structuurvisie 2020 andere ambities, gedeeltelijk in strijd met het groene beleidsplan, bijvoorbeeld voor de Vlietzone. De AVN heeft zich hiertegen verzet. Recent is de Nota Ecologische Verbindingszones opgevolgd door de Nota Stadsnatuur, is er een nieuwe Nota Stadsbomen, en een puntensysteem ingevoerd om Natuurinclusief bouwen te bevorderen. Belangrijk is dat al dit mooie groene beleid wordt uitgevoerd, dat het wordt opgenomen in de nog in ontwikkeling zijnde omgevingsvisie, en dat het zijn weerslag vindt in het omgevingsplan van Den Haag.
Als we op deze 95 jaar terugkijken zijn er vette en magere jaren, maar zonder de AVN en de steun van haar duizenden leden waren Den Haag en omgeving zeker minder groen en natuurrijk dan nu het geval is.