Home » Nieuwe ontwikkelingen rond de Schenk

Nieuwe ontwikkelingen rond de Schenk

Historisch is de Schenk het water vanaf de Trekvliet tot in de buurt van Kasteel Duivenvoorde. Het eerste stuk is niet of nauwelijks meer zichtbaar omdat het voor het grootste deel gedempt of overkluisd is. Als we over de Schenkstrook praten zijn dat de oevers van de waterstroom tot aan de grens van Mariahoeve.

De AVN volgt al een tijdlang kritisch de ambitieuze gemeentelijke plannen voor hoogbouw rond de stations van onze stad en het te scheppen CID – ‘Central Innovation District’. In het gebied wordt voorzien in duizenden extra woningen en een veel grotere bedrijvigheid. Dat betekent een grotere druk op de leefomgeving. Met name op het groen in het toch wel aanzienlijke gebied vanaf het huidige industriegebied de Binckhorst tot aan het NS station Laan van NOI.

 

De Schenk
Als gegraven waterloop heeft de Schenk een lange geschiedenis. Niet veel mensen realiseren zich dat Schenk, Bosbeek en Haagse Beek eigenlijk de bepalende waterstromen en daarmee de ‘blauwe kern’ van onze stad zijn.

Rond 1403 werd op last van de graaf van Holland begonnen met de aanleg van een waterloop als zijtak vanaf de Haagse Trekvliet, langs het Heerenveen ofwel Veenpolder. Dit was onder andere bedoeld als grensafbakening tussen Die Haghe (Den Haag) en Voorburg. Een georganiseerde waterafvoer was in die tijd dringend noodzakelijk door de intensieve turfontginning. Het daarbij vrijkomende water moest ergens heen want met de toen bestaande bemaling kon men de jaarlijks terugkerende overstromingen van de Bezuidenhoutsepolder niet meer de baas. Ook het water van de natuurlijke Bosbeek aan de zuidoostelijke kant van het Haagse Bos droeg bij aan de wateroverlast. Bemaling gebeurde lange tijd door de Oude Veenmolen of Boontjesmolen, die is gesloopt omstreeks 1907. Deze bemaalde ook de Binckhorstpolder en loosde op Spui en Trekvliet. In 1654 werd de nu nog bestaande ‘Nieuwe Veenmolen’ gerealiseerd, aan de IJsclubweg bij de Carel Reinierszkade.

 

Bezuidenhout
De stadswijk die we nu kennen als Bezuidenhout was ooit een veen-/veenweidegebied. Het was eigendom van de Graven van Holland en lag buiten Die Haghe tussen twee oude duinruggen. Op één van die duinruggen werd rondom het Binnenhof en de grafelijke verblijven een woonkern gesticht. Historisch gezien is dit de oorsprong van de ‘stad’. Op de tweede duinrug ligt Voorburg. In de loop der eeuwen is door bebouwing en verdere uitbreiding van de stad het overgrote deel van het stroomgebied van de Schenk ingrijpend van karakter veranderd. Bezuidenhout, Marlot en later Mariahoeve werden gebouwd aan de zuidoostkant van het Haagse Bos. Langs de Schenk werd het spoor aangelegd en er werden stations gebouwd. Door demping en verlegging is nu, in 2021, de Schenk eigenlijk pas zichtbaar vanaf het huidige gebouw van Siemens. Maar schijn bedriegt, want als men de smalle en soms ronduit onaanzienlijke waterloop volgt, wordt deze weer breder en krijgt langzaam een meer oorspronkelijk uiterlijk. De waterloop ‘eindigt’ ongeveer in het weidegebied ter hoogte van kasteel Duivenvoorde. Daar zien we, ook nu nog, een echte brede poldersloot, een ‘watering’.

In het algemeen is de strook rond de Schenk mooi om te zien, met veel groen en soms verrassend schilderachtige stukjes, zoals bij de IJsclubweg. Helaas laat door allerlei omstandigheden langs de hele waterloop de zo gewenste biodiversiteit nogal te wensen over.

 

Plannen genoeg
De gemeente Den Haag heeft ‘groene’ plannen met de Schenkstrook. Voorlopig alleen met een klein deel ervan. Het gaat in de plannen over het stuk vanaf de Prinses Beatrixlaan tot aan de Jacob Mosselstraat. Een ander deel, het stuk tot aan de Laan van NOI wordt nog niet aangepakt.
Vanuit de buurt, Bezuidenhout en Voorburg, zijn bezwaren geuit tegen de beoogde verwijdering annex kap van onder andere een tiental vitale watercypressen. Deze worden in de visie van de gemeentelijke plannenmakers gezien als ‘exoten’ en zouden dus niet (meer) passen in het beoogde aanzien dat men dit stuk van de Schenkstrook wil geven.
Het is onduidelijk waarom rigoureus een aantal van de bestaande bomen en struiken zou moeten verdwijnen om vervolgens plaats te maken voor een deels nieuwe vegetatie, ingezaaid en aangeplant. Een gevoerd argument is –uiteraard- de biodiversiteit. De plannenmakers vergeten daarbij dat het met nieuwe aanplant jaren duurt voordat de jonge aanplant ook maar enigszins in balans is en voldoende biodiversiteit heeft. Grote bomen worden nu eenmaal niet aangeplant.

 

Nogmaals de Schenk
Het is vooralsnog onduidelijk wat er gaat gebeuren met de waterloop zelf. In de huidige situatie lijkt het stuk water troebel en niet erg ‘gezond’. De AVN zou het een goed idee vinden als samen met het Hoogheemraadschap van Delfland de Schenk en haar oevers aan een kritische blik wordt onderworpen. Ook al omdat ‘Delfland’ veel nadruk legt op de optimalisering van de waterkwaliteit in onze regio. Vaak kun je met wat kleinere ingrepen de waterkwaliteit enorm verbeteren.
De gemeente heeft in het stuk van de Schenk tussen de Molen en de Reigersbergenweg vrij recent tal van ecologische aanpassingen, waaronder oeververbetering, uitgevoerd. Je zou kunnen verwachten dat die gaan ‘doorlopen’ in wat nu tussen Prinses Beatrixlaan en Jacob Mosselstraat op het programma staat.

De AVN heeft in een visie laten weten dat over het algemeen de plannen goed in elkaar zitten en er inderdaad ‘groen’ uitzien. Wel hebben wij onze twijfel geuit over de noodzaak van het verwijderen c.q. het verplaatsen van volstrekt gezonde bomen en struiken.
De plannen zijn nog volop in ontwikkeling, maar de gemeente heeft in de AVN een serieuze partner en lijkt gevoelig voor onze argumenten. Voorlopig zien wij onze ideeën en suggesties terug in de nieuwere documenten. De AVN blijft natuurlijk alert en zal alle ontwikkelingen, zeker ook in connectie met de grootschalige CID plannen van het gemeentebestuur, op de voet en kritisch blijven volgen.

 

George de Ceuninck