Home » nieuwsbrieven » Nieuwsbrief oktober 2025 » Haagse Rekenkamer kritisch over gemeentelijk vergroeningsbeleid

Haagse Rekenkamer kritisch over gemeentelijk vergroeningsbeleid

Op donderdag 16 oktober 2025 staat op de agenda van de commissie Leefomgeving een rapport van de Rekenkamer Den Haag..

De Rekenkamer  heeft onderzocht in hoeverre de gemeente erin slaagt de doelstellingen voor vergroening te realiseren. Het onderzoek, vastgelegd in het rapport Koers op groen, werd uitgevoerd omdat in opeenvolgende coalitieakkoorden is afgesproken dat Den Haag groener moet worden. Meer groen moet bijdragen aan een betere leefkwaliteit en helpen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen.

Groei zichtbaar, maar onvoldoende richting
Uit het onderzoek blijkt dat de openbare ruimte de afgelopen jaren wel groener is geworden. Tussen 2020 en 2023 kwamen er circa 48.000 m² groen en bijna 900 bomen bij. Ook de stedelijke groene hoofdstructuur werd uitgebreid. Toch zegt dit volgens de Rekenkamer weinig over de vraag of de gemeente haar eigen doelen daadwerkelijk haalt: een groot deel van de toename kwam door bestaand groen dat door de gemeente in beheer is genomen. Die redenering kunnen wij niet volgen. Weilanden zijn weliswaar groen, maar helaas tegenwoordig vaak weinig biodivers, men noemt het ook wel grasfalt. Als in de plaats daarvan een natuurgebied wordt aangelegd, zoals het Molenvlietpark, is dat wel groen van een andere kwaliteit! Dat is wat wordt bedoeld met het beleid, dat de Stedelijke Groene Hoofdstructuur (SGH) wordt versterkt. Bovendien is het beleid, dat de  SGH duurzaam in stand wordt gehouden. Met andere woorden, het is  veel minder waarschijnlijk, dat daar toch wordt gebouwd. Het is dus een ander soort groen geworden, wat juist door het beleid is gewenst.

De Rekenkamer concludeert dat het gemeentebestuur nog onvoldoende doelgericht werkt. Er ontbreekt een actuele en samenhangende visie op de ontwikkeling van het groen. Veel doelen zijn te algemeen geformuleerd en niet meetbaar. Voorbeelden zijn de ambitie om versteende wijken te vergroenen en het streven naar vijf procent meer groenoppervlak tot 2030. Omdat niet is vastgelegd hoeveel vergroening precies nodig is en wanneer dit bereikt moet zijn, kan ook de gemeenteraad moeilijk controleren of de stad op koers ligt.

Versnipperd beleid en onvoldoende middelen
Een ander probleem is dat de plannen van het college versnipperd zijn en vaak slechts korte looptijden hebben. Er is geen meerjarig programma dat alle doelen, middelen en activiteiten met elkaar verbindt. Bovendien is structureel te weinig geld beschikbaar voor beheer en onderhoud. Dat betekent dat nieuw groen vaak niet op het gewenste kwaliteitsniveau kan worden onderhouden.

De rapportage over de voortgang schiet eveneens tekort. De informatie die het college deelt, gaat meestal alleen over groen in gemeentelijk beheer en is daardoor geen compleet beeld van het Haagse groen. Daarnaast gaat het vaak om activiteiten (zoals aantallen geplante bomen), zonder inzicht in de werkelijke bijdrage aan de gestelde doelen.

Aanbevelingen
De Rekenkamer doet vijf aanbevelingen om het groenbeleid te versterken. Kern daarvan is dat de gemeenteraad een samenhangende visie met concrete doelen vaststelt, en dat het college dit vertaalt naar een planmatige aanpak met voldoende middelen. Ook moeten resultaten beter worden gemonitord en gerapporteerd, zodat de raad kan beoordelen of Den Haag daadwerkelijk groener wordt. Overigens is het is wel zo, dat de monitoring de recent aanzienlijk is verbeterd. Zie ook de Haagse groen monitor, waar u veel interessante informatie kunt vinden over stadsbomen en stadsnatuur.

Het college heeft aangegeven de meeste aanbevelingen over te nemen. Daarmee ligt er een kans om het groenbeleid steviger te verankeren en de ambitie van een klimaatbestendige, groene stad waar te maken. De AVN is het zeker niet eens met alle conclusies van de Rekenkamer, maar wij zijn wel blij dat er vanuit een andere hoek naar het groenbeleid wordt gekeken!