Boommarters in de knel door cumulatieve effecten

Twee gebieden in de regio die nog rijk zijn aan natuur staan onder druk van bouw- en ontwikkelingsplannen: Vlietland-Noord, waar vakantiebungalows zijn voorzien, en het GAVI-kavel, dat grotendeels wordt omgevormd tot bedrijventerrein. Hoewel de plannen inhoudelijk verschillen, hebben beide locaties één kwetsbare bewoner gemeen: de boommarter.
Vlietland-Noord: vakantiepark in hoogwaardige natuur
In Vlietland-Noord wil projectontwikkelaar DLR een villapark met vakantiewoningen realiseren. Volgens het college van B&W is dit plan “onherroepelijk” en kan de bouw op termijn zonder natuurvergunning plaatsvinden. De actiegroep Vrienden van Vlietland bestrijden dat beeld.
Zij wijzen erop dat er ecologische rapporten liggen die aantonen dat Vlietland-Noord hoogwaardige natuur bevat, met beschermde soorten als de boommarter. Volgens de Wet natuurbescherming (nu opgenomen in de omgevingswet) mogen die dieren niet gedood, verjaagd of in hun leefgebied verstoord worden, tenzij strikte vergunningseisen worden gehaald — iets waarin DLR volgens de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) tot nu toe niet is geslaagd.
De Vrienden betogen dat de beoogde “groene aankleding” van het villapark geen echte natuurcompensatie is. Eerst zou waardevolle natuur worden vernietigd, waarna beperkt groen wordt teruggebracht. Netto betekent dit natuurverlies, niet natuurwinst.
GAVI-kavel: industrie verdringt leefgebied
Het GAVI-kavel, in de oksel van het Prins Clausplein, wordt ontwikkeld tot bedrijventerrein met onder meer een tramremise. Slechts een smalle ecozone van circa 4 hectare blijft over. Voor de aanleg van een Warmtelinq-leiding heeft de ODH al een vergunning verleend om boommarters te verjagen en bomen te kappen.
Hoewel de vergunning voorziet in tijdelijke maatregelen, zoals vier kunstmatige nestplaatsen, benadrukken natuurbeschermers dat dit onvoldoende is voor een duurzame populatie. Een vrouwtjesboommarter heeft al minimaal 25 hectare nodig voor haar territorium; 4 hectare is veel te klein. Op termijn gaat het leefgebied dus verloren.
Er wordt gepleit voor compenserende maatregelen, om migratie naar nabijgelegen bosgebieden (bijvoorbeeld het rustige TNO-terrein) mogelijk te maken. Ook zou een natuurinclusieve inrichting van het bedrijventerrein een goed idee zijn. Ook moet bestaand bos zolang mogelijk in stand worden gehouden.
Ontkennen van cumulatieve effecten
De dossiers rond Vlietland-Noord en het GAVI-kavel laten zien hoe versnippering en bebouwing het leefgebied van beschermde soorten in de regio steeds verder beperken. De boommarter kan zich goed verplaatsen, maar heeft voor voortplanting grote, rustige groengebieden nodig — iets wat in beide plannen juist onder druk staat.
In beide gebieden waar de boommarter voorkomt, stapelen ruimtelijke ingrepen zich op: uitbreidingen van bedrijven, wegen, nieuwe bebouwing, geluidswallen. Toch houden de bevoegde overheden nauwelijks rekening met de cumulatieve effecten van deze ontwikkelingen. Bij het GAVI-kavel wordt zelfs gesteld dat zulke effecten niet bestaan. De AVN heeft hierover navraag gedaan bij de omgevingsdienst, maar wacht nog op antwoord. Mede door deze ontkenning verdwijnen samenhang en leefgebied in hoog tempo.